Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 42]
| |
Zaterdag 13 juli 1940De brief aan de Koningin is uitGa naar voetnoot70! 's Middags hebben wij de drie uit Holland overgestoken jongelui voor de weekend op Selsdon Park: Vas Nunes is de gast van Minister Welter, Michielsen de mijne. We hooren heel wat over de toestanden in Holland en onze gasten zijn een en al verbazing, dat wij niets, maar dan ook niets van de toestand in Nederland afweten behalve van de door Duitschland gecontroleerde Nederlandsche radio. We hooren, hoe gehaat de N.S.B. is; hoe op den verjaardag van den Prins heel Den Haag met een witte anjer liepGa naar voetnoot71, hoe Generaal Winkelman de durf heeft gehad door een brief aan al zijn officieren de leugen van het Duitsche Witboek over NederlandGa naar voetnoot72 aan de kaak te stellen en dáárom als krijgsgevangene naar Duitschland is gevoerdGa naar voetnoot73; we hooren van de pastoor, die in Rotterdam een Requiem mis aankondigde ‘voor de 300 dooden van Rotterdam, waarvan 800 in mijn parochieGa naar voetnoot74’. Wij hooren van provoceerende demonstraties van de N.S.B. en van de reacties van het publiek daarop; van het verlaten van café's door het publiek als er Duitsche militairen binnenkomen; hoe in het algemeen de Duitschers ‘lucht’ zijn voor het Hollandsche publiek; hoe Hollandsche meisjes, die zich met Duitsche soldaten afgeven, door het publiek worden geminacht of gehoond; we vernemen, hoe burgemeester de Monchy zijn functie verloor door het ter teekening leggen van felicitatie-registers op het Paleis op 's Prinsen verjaardagGa naar voetnoot75; hoe duizenden teekenden en Generaal Winkelman het Wilhelmus toezongen. Hoe bij het bezoek van Goering aan het Ministerie van Buitenlandsche Zaken geen drie menschen bleven kijken en hoe even later bij de aankomst van Generaal Winkelman deze een ovatie kreeg. Wij hoorden ook vele staaltjes van groote Nederlandsche dapperheid en knappe militaire prestaties, waarvoor ook de Duitschers bewondering hadden en helaas, ook een aantal - te veel! - staaltjes van inefficiency en van verraad. | |
[pagina 43]
| |
Alles samengenomen waren wij trotsch op den Hollandschen geest, die in het land bezig was, zichzelf weer te vinden, na de geweldige verslagenheid van de eerste weken. We vroegen naar de voedseltoestand en vernamen tot onze voldoening, dat de werkzaamheid van de R.A.F. op de verbindingslijnen naar Duitschland het leegplunderen van ons land hielp bemoeilijken; we vernamen, dat de Duitschers zich niet hadden ontzien om Den Helder na een Engelschen aanval nog eens ‘na te bombardeeren’ en wel op de bevolking, teneinde de woede tegen de Britten aan te wakkeren, hetgeen vrijwel mislukte, omdat de évacués uit Den Helder de ware toedracht van de zaak verspreiddenGa naar voetnoot76. We hoorden, hoe Duitsche soldaten, die zich overigens in het algemeen zeer voorkomend gedroegen, nu en dan een pak slaag kregen, of in een gracht terechtkwamen: de Zandstraat gaf het voorbeeld aan enkele leden in het KabinetGa naar voetnoot77. Maar met zekere bezorgdheid hoorden we ook, dat dit stille, maar in het algemeen waardige verzet de Duitsche Regeering prikkelde en tot scherper optreden bracht. We hoorden - en het verwonderde ons niet - dat het volk, hoewel volkomen wars van den N.S.B., van het parlementaire stelsel zich reeds gaarne afwendde, steeds meer overtuigd, gelijk velen van ons, dat de politieke partijen in Holland hoe dan ook de oorlog gaat eindigen, zullen moeten verdwijnen. We hoorden, hoe aanvankelijk het vertrek van Koningin en Regeering een verpletterenden, geweldig demoraliseerenden indruk had gemaakt, maar dat men geleidelijk het vertrek althans van H.M. was gaan begrijpen en zelfs goedkeuren. En het meest van dit alles frappeerde het ons, dat wij van deze drie vernamen, dat zeer velen in Nederland zich afvroegen, waarom Koningin en Regeering niet naar Indië naar eigen gebied gingen! ‘You are telling us’! De jongelui waren eerst bij Prins Bernhard geweest en hadden daarna ruim een uur met de Koningin in het park gewandeld, die hun van alles had gevraagd; ook naar het oordeel van den Hollander over Haar vertrek en dat van de Regeering. Zij hadden geantwoord, dat men dat vertrek later was beginnen te begrijpen, maar dat bijkans ieder zich afvroeg, waarom H.M. niet naar | |
[pagina 44]
| |
Indië ging..... De Koningin zeide, dat dit denkbeeld inderdaad overwogen werd..... De Koningin had een opgewekten en flinken indruk gemaakt. Wie nog aan een ‘nervous breakdown’ van onze Vorstin gelooft, zij in die illusie vrij: de Koningin is ernstig en eenzaam aan het overleggen. In de geroneographeerde verslagen van de Duitsche radio wordt bekend gemaakt, dat de Japansche Regeering voornemens zou zijn, een gezant te Batavia te plaatsenGa naar voetnoot78: ik ben benieuwd, hoeveel meer aanwijzingen van buiten we nog noodig zullen hebben om ons den rechten weg met eenig effect aan te wijzen! |
|