Journalistiek leven in Curaçao
(1944)–Joh. Hartog– Auteursrecht onbekendLangzame groei.Temidden van al deze komende en gaande bladen kwam nog immer elke Zaterdag sedert de 5e Januari 1884 uit het missie-orgaan Amigoe di Curaçao. Pater Onderwater was heengegaan en opgevolgd door Pater Willems, deze weer door Pater Bebelmans, Pater Regouin, de Heer Van den Donk, die als onderwijzer op Curaçao gekomen in 1896 | |
[pagina 230]
| |
priester gewijd werd, Pater Zwijsen en Pater Baars (niet de latere Apostolisch Vicarius). In 1901 werd Pater Raymundus Joannes Clemens Wahlen O.P. tot redacteur van de Amigoe di Curaçao benoemd. Hiermede werd een nieuw tijdperk begonnen. Pater Wahlen, geboren op 11 Januari 1871, priester gewijd op 10 Augustus 1896 en op 31 Augustus 1898 op Curaçao aangekomen als professor aan het toen bestaande Groot Seminarie Scherpenheuvel, is zeventien jaren achtereen redacteur van de Amigoe di Curaçao geweest. Hij is het die de journalistiek op Curaçao heeft geëmancipeerd. Zijn geestige pen en levendige belangstelling voor alles wat Curaçao betreft, hebben hem hierbij geholpen. Komt zijn naam ter sprake bij de behandeling van de ontwikkeling van de Amigoe di Curaçao, welks beste redacteur hij tot nu toe ver-uit geweest is, zijn betekenis voor de Curaçaose journalistiek is groter dan die voor de Amigoe di Curaçao alleen. Niet omdat hij zijn krachten aan andere bladen heeft gegeven (behalve dat hij, toen hij in 1918 de Amigoe di Curaçao verliet, de redactie van La Cruz op zich nam, welk blad hij practisch tot 1940 redigeerde), maar omdat door de wijze waarop hij de Amigoe di Curaçao van 1901 af redigeerde het voor andere bladen noodzakelijk maakte, of zich te verbeteren of ten onder te gaan. Nieuwtjes schrijven en polemiek voeren ging voordien wel, maar voor een degelijk hoofdartikel ontbrak dikwijls de nodige tijd. Dan werd De Graafsche Courant of een ander op Curaçao minder verspreid blad, een uitkomst in de nood en leverde een mooi hoofdartikel en een tweede artikel. De gestadige wisseling van redacteur hielp ook al niet mede om de Amigoe di Curaçao, die een prestige had op te houden, tot hoger bloei te brengen. De redactie werd door de Paters als een bijbaantje beschouwd, waarvoor niemand werd opgeleid en dat een ieder zo spoedig mogelijk op eens anders rug trachtte te schuiven. | |
[pagina 231]
| |
Is het dan wonder, dat eindelijk door den eigenaar - het Apostolisch Vicariaat - die de krant op hoger peil wenste, werd ingezien, dat de redactie van een courant evenzeer Missie-arbeid was als al het andere werk en een vol man eiste, die hoofdzakelijk daaraan zijn tijd besteden kon? Maar in een Missie zijn de werkers immer weinig en het werk altijd veel. Telkens werd een nieuwe redacteur beproefd, maar ook herhaaldelijk ging de redactie weer onder in de geestelijke bediening. In Augustus 1901 kwamen echter op het onverwachtst door de opheffing van het Groot Seminarie Scherpenheuvel verschillende mensen vrij en zodoende kon toen ook gedacht worden aan de benoeming van een afzonderlijk redacteur van de Amigoe di Curaçao. Sommige oud-professoren kregen een pastoorsplaats terwijl de President van het Seminarie, Pater R. Regouin met de Broeders naar Nederland repatrieerde. Aan oud-professor Pater Wahlen werd de redactie opgedragen. | |
Een Curaçaos redactie-archief in 1901.Pater Wahlen vertelde indertijd, dat het redactie-archief bestond uit een schaar, een lijmpot en een doos knipsels. Geen klapper, zelfs geen volledige collectie der verschenen jaargangen. ‘Toen voor de eerste maal een officieel Gouvernementsstuk verscheen in de Amigoe di Curaçao, dacht men, dat ik het gestolen had. En toch had ik er eerlijk den Heer Neumann, den Gouvernementsdrukker, een dubbeltje voor betaald, want een tarief bestond er toen nog niet daar niemand die stukken kwam kopen’, zo zeide de oud-redacteur eens! Door geregelde publicatie dezer stukken wist Redacteur Wahlen de belangstelling voor openbare aangelegenheden bij het publiek op te wekken en te onderhouden. Thans | |
[pagina 232]
| |
bestaat er wel een tarief voor Gouvernementsstukken en zijn verschillende personen o.a. ook de krantenredacties, er op geabonneerd. Pater Wahlen heeft door zijn werk aan de Amigoe di Curaçao in de gehele Curaçaose journalistiek baanbrekend werk verricht. | |
Voor het eerst een verslaggever in de Koloniale Raad.De zaal van de toenmalige Koloniale Raad werd door geen publiek bezocht en de begroting, door bijna niemand bijgewoond. Journalist Wahlen trok erheen. De toenmalige voorzitter, de Heer Van der Bossche, was zo vriendelijk hem een stoel te laten brengen en een plaats aan te wijzen naast den onder-voorzitter! De leden van de Raad schenen de belangstelling van de Amigoe di Curaçao te waarderen, want al heel spoedig vroegen de Heer Charles Jones en diens vriend, de Heer R. Royer, een tafel voor de pers, die achter in de zaal kwam te staan, waar nu nog de perstribune is. Een eigen perstafel was iets geheel nieuws op Curaçao. Zij is er door Journalist Wahlen gekomen en toen de Koloniale Raad eenmaal was voorgegaan, zijn langzaam, zeer langzaam andere instellingen gevolgd met uitnodigingen voor de Pers en met het schikken van tafels of plaatsen voor de vertegenwoordigers der plaatselijke kranten. Tientallen jaren moesten evenwel voorbij gaan eer zulks regel werd. Pater Wahlen opende hiervoor de deur in 1901. Door de oprichting van de Beurs- en Nieuwsberichten in 1935 werd de verslaggeverij gewoon gebruik op Curaçao. Vooral echter door toedoen van Mr. Eduard M. Elias, die in 1940 het eerste hoofd van de Gouvernementspersdienst werd, is de Pers op Curaçao bij de overheid een erkende instelling geworden, die zich hierop ook organiseerde in de Curaçaose Persvereniging in 1943. | |
[pagina 233]
| |
Alvorens het zover was moesten vele moeilijke jaren voorbij gaan. Pater Wahlens belangstelling voor de Koloniale Raad - geen van de courantiers van voordien had ook maar enige belangstelling hiervoor aan de dag gelegd - vond weerklank in dit college, zodat de leden van de Raad bij een voorkomende vacature Redacteur Wahlen candidaat stelden. De enige, die de vergaderingen bijwoonde, buiten de leden, was Redacteur Wahlen: hij telde min of meer mede. Met hoofdschudden beduidde de toenmalige Amigoeman den Heren, dat daar niets van komen kon en zo bracht een katholiek geestelijke het in de Curaçaose Raad slechts tot een herstemming. Behalve de vergaderingen van de Koloniale Raad werden ook de vergaderingen van het Algemeen Nederlands Verbond en Onze Vloot, waarvan de redacteur mede-oprichter was, trouw bijgewoond en verslagen, evenals de verschillende andere openbare bijeenkomsten. Kortom men zag den redacteur overal en des Donderdags geregeld op het kantoor van de K.W.I.M. bij den Heer De Vries en op de Gouvernementssecretarie bij den Heer Hamelberg. De journalist werd een vaste verschijning in de Curaçaose samenleving. Begon zich zo gedurende het eerste decennium onzer eeuw de journalistiek op Curaçao te ontwikkelen, het spreekt vanzelf, dat de krant van welke Redacteur Wahlen de leiding had er het allereerst wel bij voer. Zo ontwikkelde zich de Amigoe di Curaçao tot de hoogte van een betrouwbare courant, waarin de geschiedenis van Curaçao en van de Missie zo volledig mogelijk werd gegeboekstaafd. Nieuw benoemde Gouverneurs en hoofdambtenaren gingen geregeld in Den Haag op het Ministerie zich op de hoogte stellen van hun nieuwe werkkring en ontvingen daar ter inzage de laatste jaargangen van de Amigoe di Curaçao. | |
[pagina 234]
| |
Een bewijs, dat de hoge autoriteiten gezag aan de Amigoe di Curaçao toekenden. | |
Curaçao in de Nederlandse Pers.Iets, dat thans bij vrijwel alle redacties onzer Curaçaose dagbladen gewoon is, was dat in Pater Wahlens jaren nog geenszins. Dat was de contrôle in hoeverre de Nederlandse pers belangstelling toonde voor Curaçao. Hiertoe nam Pater Wahlen een abonnement op de knipsels van Vaz Diaz, waaruit bleek, dat de vaderlandse pers goede nota nam van Curaçao en van de Amigoe di Curaçao, toen ter tijd practisch het enige weekblad, dat voor interesse in Nederland in aanmerking kwam. Ook in de Koloniale Raad, in de Eerste en de Tweede Kamer werd de Amigoe di Curaçao aangehaald. | |
Een goede krant krijgt medewerking.Het beste bewijs, dat de Amigoe di Curaçao in de smaak viel was de spontane medewerking van confraters en leken, welke Redacteur Wahlen wist te krijgen. De hoogstaande originele Ditjes en Datjes van Jan Paul (pseudoniem voor Pater J.P. Delgeur O.P.) kregen onder hem een welverdiende vermaardheid. De Geschiedkundige Sprokkelingen van Pater Ambrosius Euwens O.P. - die later zelf redacteur van de Amigoe di Curaçao zou worden - werden met graagte gelezen en als kostbaar materiaal zuinig bewaard. De Bovenwindse Stemmen en correspondenties van de eilanden Aruba en Bonaire vestigden de aandacht der lezers op deze, ook grotendeels op Curaçao onbekende eilanden. En dit alles toen er nog niets te koop was op Curaçao en er in de verste verte nog geen olielucht te bespeuren viel. Saai en taai was het leven en het kostte heel wat moeite iedere Zaterdag de krant enigszins lezenswaard te maken. | |
[pagina 235]
| |
Lange en vele jaren zijn sedertdien voorbij gegaan. Olie, fosfaat en scheepvaart hebben een ongekende welvaart en bruisend leven op Curaçao gebracht. Pater Wahlen bleef de leiding behouden tot 1918, toen hij zich uitsluitend tot La Cruz (nr. 75) ging bepalen. Na Pater Wahlen bezetten nog de redacteurszetel Pater Marcolinus Kösters en de Pater Ambrosius Euwens, die door het ‘Koloniaal Weekblad’ de beste historicus van Curaçao genoemd werd en wiens historische bijdragen ook thans nog altijd der moeite van het lezen waard zijn. Ten tijde van Curaçaose aangelegenheden als de oeververbinding, de watervoorziening vindt men in de Amigoe di Curaçao van die dagen nog beredeneerde verslagen en critieken. (Pater Euwens stierf 13 December 1934; levensbeschrijving in Amigoe di Curaçao van 15 December 1934). Na Pater Euwens werd Pater Petrus Innocentius Verriet de leider van de courant; hij bleef dit tot Mei 1931, toen hij tot Apostolisch Vicarius werd benoemd. Mons. Verriet was ook de oprichter van ‘La Union’ (nr. 112) in 1922, het orgaan van de R.K. Volksbond, een blad dat ook een van de taken van het zich steeds ontwikkelende blad Amigoe di Curaçao overnam. Met Pater Maurus Hulsman werd in 1931 de eerste vakman tot hoofdredacteur benoemd. Pater Hulsman, met journalisten in de familie, was zelf enige jaren redacteur geweest van ‘De Waalbode’. Sedert Mei 1931 was hij de leider van de Amigoe di Curaçao. Onder Pater Hulsman ontwikkelde het blad zich vooral in de buitenlandse politiek, zoals bij het doorbladeren der jaargangen te zien is. Onder de leiding van Pater Hulsman bestond de Amigoe di Curaçao een halve eeuw, waarbij Pater Hulsman werd onderscheiden als ridder in de Orde van Oranje Nassau. Hij is tot nu toe een der twee die in Curaçao om hun journalistieke arbeid onderscheiden werden; Pater Ludovicus Jansen van de eerste Union is de andere. | |
[pagina 236]
| |
Twee jaar na dat jubileum, in 1935, had Pater Hulsman het zover weten te brengen dat het weekblad tweemaal per week ging verschijnen. Het is ook aan het initiatief van dezen Pater te danken, dat onder zijn opvolger in 1941 tot de uitbreiding in dagblad-vorm kon worden overgegaan. Reeds sedert 1929 - de vaste radio-verbinding met Europees Nederland - bestonden gelijk opgemerkt plannen daartoe. De redenen waarom het deze plannen niet verwezenlijkt werden, zijn eveneens in het voorgaande uiteengezet. De toenmalige redacteur van het weekblad Pater M. Hulsman O.P. zat evenwel niet stil. Toen hij gedurende zijn redacteurschap in Nederland kwam met verlof bracht hij enige tijd door op de redactiekantoren van De Maasbode teneinde zijn journalistieke ontwikkeling, die hij voor zijn komst naar Curaçao reeds als redacteur van De Waalbode tot ontplooiing gebracht had, verder in een groot bedrijf te bekwamen. Hoewel pogingen om er een dagblad van te maken niet gelukten, wist Pater Hulsman in 1935 een tweemaal per week verschijnend orgaan van de Amigoe di Curaçao te maken. Het blad ging toen elke Woensdag en Zaterdag verschijnen en veranderde langzaam van missie-orgaan in een meer algemene krant, doordat voor zover althans nog actueel, het wereldnieuws werd opgenomen, en vooral door de politieke overzichten die van die tijd dateren. Ook werd toen de nieuwe spelling ingevoerd. De pogingen om van de Amigoe di Curaçao een dagblad te maken en daartoe een leek als redacteur te doen uitkomen, strandden op het uitbreken van Wereldoorlog II. Zoals evenwel in hoofdstuk IV is verhaald was een nieuwe drukkerij in aanbouw en op 1 Maart 1941 gelukte het toch van de Amigoe di Curaçao een dagblad te maken, dat sedertdien de nieuwsberichten publiceert van de Associated Press, Aneta, Center of Information pro Deo, National Catholic Welfare Conference, alsmede nieuws uit enkele andere bronnen. | |
[pagina 237]
| |
Een krant is een merkwaardig iets op Curaçao.Een krant, het dagblad dus, blijft overigens een merkwaardigheid op Curaçao. Naar oplage en omvang gelijkt de Curaçaose courant op een dorpsblad van Nederland. De grootste Curaçaose courant telt niet meer dan vier bladzijden, waarbij voor de papierschaarste van Wereldoorlog II soms op Zaterdagen nog een aantal extra bladzijden kwam. De oplage varieert van 500 tot 4000. In Suriname van 600 tot 3000. Op St. Kitts, een Engers eiland in Caraibië ter grootte van Curaçao maar met een derde zijner inwoners, zonder veeltaligheid, heeft men twee zeer kleine blaadjes, die elk 500 oplage hebben. Zelfs provinciebladen in Nederland zijn groter, dan dagbladen op Curaçao. Naar de inhoud evenwel is de Curaçaose courant echter veel meer en neemt zij in de samenleving een plaats in, die met de grote nationale bladen vergeleken kan worden. Al het binnen- en buitenlands nieuws, dat in de dikke dagbladen van elders staat, wordt saamgeperst in een Curaçaose courant. Alle Curaçaose dagbladen hebben een abonnement op de grote nieuwsagentschappen. Gelijk men hiervoor zag kon de Beurs- en Nieuwsberichten door financiële hulp van de Curaçaose Petroleum Industrie Maatschappij N.V. een duur contract afsluiten met de N.T.M. Radio Holland N.V. om telegraphisch nieuws te verkrijgen, toen het Curaçaose Gouvernement niet die interesse betoond had voor hulp aan de plaatselijke Pers als bijvoorbeeld indertijd het Surinaamse Gouvernement. Daar naast waren de dagbladen ingetekend op het nieuws van de United Press, dat hier langs de kabel binnenkwam en feitelijk alleen het zg. headline-nieuws omvatte. Toen de Amigoe di Curaçao dagblad werd tekende hij in op de nieuwsdienst van de Associated Press, welke later ook door de Beurs- en Nieuwsberichten genomen werd. De oprichting van de Gouvernementspersdienst bracht mede, dat de herleefde Aneta-dienst toen gratis - in de nood zag het | |
[pagina 238]
| |
Curaçaose Gouvernement de dringende noodzaak hiervan in - aan alle Curaçaose bladen en de plaatselijke radio werd verstrekt. Dit samentreffen is slechts in het voordeel van de Curaçaose pers geweest, die, toen zij nog uitsluitend in contact stond met de instellingen van het moederland, te weinig aandacht besteedde aan het werelddeel waarin de Curaçaose eilanden gelegen zijn: Amerika. Vanzelfsprekend besteden de Noordamerikaanse persbureaux groter aandacht aan het Westelijk halfrond en aan de Caraïbische zee, hetwelk alles voor Curaçao van zeer groot belang is. Een moeilijkheid daarentegen is het, dat alles in het Spaans of Engels binnenkomt, zodat alles eerst vertaald moet worden voor wat de Nederlandse bladen betreft, die ook het belangrijkste zijn. Is het hierom voor een dorpsblad in Nederland, dat naar oplage en omvang even groot is, doenlijk voor één man, in de Curaçaose omstandigheden is dit vanzelfsprekend uitgesloten, zodat elke krant hier een redactie van enkele personen heeft. Mede door deze bezetting, de uiterst geringe technische middelen en de dure nieuwsdiensten en correspondenties uit het buitenland, verkeren de Curaçaose couranten financieel in een positie, die ver beneden het peil van de Nederlandse plaatselijke couranten ligt. Practisch kan men zeggen, dat een Curaçaose courant slechts door de ambitie en animo van haar redacteuren en drukkers in stand gehouden kan worden onder de huidige omstandigheden. Deze positie wordt nog moeilijker, omdat het courantenbedrijf op Curaçao een van de weinige zogenaamde kleine bedrijven is, welker positie en moeilijkheden door overheids- en andere instanties ten enenmale niet begrepen of zelfs maar benaderd worden. Wat verder de inhoud der Curaçaose couranten aangaat, naast al dit wereldnieuws staan daar de plaatselijke verslagen van de Staten en belangrijke vergaderingen, uitvoerin- | |
[pagina 239]
| |
gen en bijeenkomsten, maar ook lange verslagen van diploma-uitreikingen, auto-aanrijdingen, en in een enkel blad naar Zuid- en Midden-Amerikaanse zede de rubriek- ‘Sociales’, waaronder de verjaardagen, partijen, bezoeken enz. van Jan en alleman, doch dan ook werkelijk van alleman, in den brede worden uitgemeten, gelardeerd met de fraaiste epitheta ornantia. De internationale gebeurtenissen worden in de Curaçaose bladen gecommentarieerd, maar de aanleg van een riolering krijgt soms ook een groot artikel. Bij gebrek aan tijdschriften worden daarnaast vaak artikelen opgenomen in de dagbladpers, die hiervoor in Nederland nimmer zouden worden aanvaard, omdat zij in een tijdschrift thuis behoren. Is hun inhoud evenwel van belang om toch onder de aandacht van het publiek gebracht te worden, dan is de enige oplossing: opneming in een dagblad. Ook gebeurt het een enkele maal, dat lieden vragen de resultaten van hun we tenschappelijk onderzoek in de krant te publiceren. Hierin wordt vaak bewilligd teneinde ook zulke mensen weer te helpen. Hierdoor wordt een Curaçaose krant een samenpakking, welker waarde men eigenlijk slechts leert appreciëren naarmate men langer in Curaçao woonachtig is. Dat de Curaçaose krant zich hierdoor echter blijvend zal onderscheiden van de dagbladen in grotere gemeenschappen is een feit. En zelfs van kleinere gemeenschappen, die in andere landen gelegen zijn. De eilandpositie van Curaçao brengt dit alles mede. Men is hier op de plaatselijke kranten aangewezen en kan zich niet abonneren op een grote courant, zoals dit elders gebruikelijk was. Slechts weinigen beschikken over de middelen om de inderdaad dagelijks per vliegtuig aangevoerde nummers van de grote Venezolaanse dagbladen te kopen. Wel worden van deze dagbladen ook dagelijks enkele tientallen verkocht. Vanzelfsprekend zijn dezee bladen | |
[pagina 240]
| |
in het Spaans gesteld, hetgeen voor den Europesen Nederlander doorgaans helaas een bezwaar blijft en de Spaans lezende in de te Willemstad zelf verschijnende Boletin Comercial-Handelsblad en La Prensa al het wereldnieuws in de Spaanse taal kan vinden, zij het slechts het headline-nieuws. De reden, dat men zich toch op Venezolaanse bladen zou abonneren zou dus moeten spruiten uit de behoefte aan nevenlectuur als commentaren en wat dit betreft bevatten de Venezolaanse bladen feitelijk niet zoveel. Een belangrijk onderdeel van hun inhoud vormt het reeds eerder ter sprake gebrachte ‘sociales’-nieuws. De Curaçaose couranten vormen dus een eigen wereld, een wereldje in het klein, zoals de gehele maatschappij in verkleinde vorm op Curaçao terug te vinden is, van de staatkundige samenstelling - Curaçao is als een der grondwettelijk vastgestelde delen van ons koninkrijk staatkundig gelijk aan het enorme Oost-Indië, 125.000 inwoners tegenover 60.000.000, met een Landvoogd, volksvertegenwoordiging, departementen enz. - tot aan de gewone dagelijkse dingen. Deze kleine omvang heeft nog een ander gevolg, nl. dat hier het gerucht, reeds sterk in de tropen van het zoveel grotere Oost-Indië, op de golven van de Passaat elk willekeurig nieuwtje of bericht eerder onder het publiek verspreidt dan dit door middel van de Pers of zelfs van de radio te doen zou zijn. Men heeft hiervoor de naam het ‘Curaçaos geheim’ bedacht, waarmede aangeduid worden zaken, die om een of andere reden niet of nog niet langs de wegen der gewone publiciteit, Pers of radio, zijn bekend gemaakt, maar welke toch algemeen bekend zijn. | |
De andere eilanden en de omgeving.Reeds werd opgemerkt, dat Aruba een eigen dagblad heeft sedert 1938. Geen der andere eilanden heeft zulks. Voor hun nieuwsvoorziening zijn deze eilanden geheel en | |
[pagina t.o. 240]
| |
27. Godsdienstige bladen van katholieken, protestanten, joden, vrijmetselaars, rotarians.
| |
[pagina t.o. 241]
| |
28. Politiële bladen (nrs. 152, 160 en 172), tijdschriften van de Arubaanse en Curaçaose luchtbescherming (Aruba nr. 24 en Curaçao nr. 153) en het orgaan van de Weermacht (nr. 180).
| |
[pagina 241]
| |
al aangewezen op de Curaçaose dagbladen, die naar Bonaire en de Bovenwindse eilanden kunnen worden gestuurd. Aruba, dat een belangrijke post is voor de Curaçaose dagbladen, krijgt deze dagelijks per vliegtuig toegestuurd, zodat de intekenaren op Aruba en Curaçao hun krant ongeveer gelijktijdig ontvangen. Over het algemeen kan men dus opmerken, dat afgezien van de verdiensten van de Aruba Post, het eiland Curaçao ook de andere eilanden bedient. De meeste dag- en nieuwsbladen hebben op deze eilanden eigen berichtgevers, waarvan vooral Juan Enrique Croes (van La Esfera, Aruba nr. 30) en Francisco de Paula Wever van de Amigoe di Curaçao en Jan Pauw van de Beurs- en Nieuwsberichten om hun vaardigheid en juistheid van berichtgeving hier worden genoemd. Zij zijn evenwel geen journalisten en vergaren in hun vrije tijd nieuws en zenden dat op. Met de ontwikkeling van het nieuwsbladwezen heeft de Landsradio- en Telefoondienst op initiatief van zijn directeur Ir. Carel A. Willemse in de loop van 1943 voor dit doel ook een perstarief voor het verkeer tussen de eilanden onderling ingesteld. In zeldzame gevallen stuurt de redactie van een Curaçaos dagblad wel eens een verslaggever naar een ander eiland toe. Tevens dient vermeld te worden, dat de Beurs- en Nieuwsberichten ook een aantal intekenaren in Venezuela heeft onder de Nederlanders die daar voor de olie werken. Dagblad Amigoe di Curaçao daarentegen heeft er weer meer in Suriname, waar men eerst in 1943 zijn eerste dagblad ‘Het Nieuws’ heeft gekregen en het voordien met enkele malen per week verschijnende nieuwsbladen - overigens voortreffelijk geredigeerd en gepubliceerd met wonderbaarlijke hindernissen: in 1943 kwam er voor het eerst een linotype in Suriname, voordien ging alles met de hand - moest stellen. De verzending geschiedt eenmaal per week per vliegpost (voor buitenlandse lezers diene ter oriëntatie dat voor de | |
[pagina 242]
| |
oorlog en bootreis van Curaçao naar Paramaribo 10 dagen duurde, men vergist zich wel eens in de afstand). Alle bladen besteden vanzelfsprekend een groeiende aandacht aan deze gebieden, alsmede aan de Middel-Amerikaanse en Caraibische landen: |
|