voor hem zouden waarnemen, waren er niet. Het dagbladbedrijf was nog klein: als de man ziek is, zet de vrouw het zo mogelijk voort. De rondzendbrief was primitief gedrukt, droeg niet eens briefhoofd of datum; hij was in verschillende lettertypen gezet, eindigde met een komma e.d.
Na korte tijd was Simson Vieyra weer in zoverre hersteld, dat de krant werd voortgezet, maar de redacteur-drukker verlangde terug naar zijn vroegere betrekking van telegrafist en verwisselde zijn redacteurszetel voor een plaats als vliegtuigtelegrafist. Hij had zijn vak nog niet verleerd, want behalve dat hij het nieuws uitwerkte, redigeerde, corrigeerde, soms zelfs zette en drukte, had hij het al die tijd zelf uit de lucht moeten opvangen bovendien!
Als opvolger van Vieyra werd een Engelsman, evenmin een journalist, benoemd, H.L. Leigh-Coop, die nog in de loop van hetzelfde jaar werd uitgezet omdat hij onder het Britse vaarplichtbesluit viel en geen vergunning had een andere betrekking te aanvaarden.
Mevrouw J.M. Vieyra Vredeveld leidt sindsdien het bedrijf.