Beschryving van Guiana, of de wilde kust in Zuid-America
(1770)–Jan Jacob Hartsinck– AuteursrechtvrijTwintigste hoofdstuk.
| |
[pagina 199]
| |
slechten; maar vervolgens is, by de Vrede van Utrecht, in 1713, het Zuider gedeelte van Guiana, van Kaap Noord tot de Rivier der Amazoonen, hen, door de Franschen, afgestaan: Waarom zy ook het Fort Macapa, omtrent twee Mylen benoorden het Oude, op de Westboord van de Amazoone, drie Minuuten benoorden de Middellyn, weder hebben opgebouwd. In den Jaare 1723, hadden zy, op den kant van de Rivier Oyapoko, de Wapenschilden van den Koning van Portugal opgerecht; welke echter kort daar aan, door de Franschen, die zich het Eigendom van die Rivier toeschryven, wierden weggenoomen. Dat gedeelte van Zuid-America, 't welk van Kaap Noord tot Rio Negro, ten Zuiden aan en omtrent de Rivier der Amazoonen, gelegen, is, zal ik, thans, onder den naam van Portugeesch Guiana, beschryven: en ten dien einde een kort bericht geeven van de Rivieren en Stroomen het zelve Land besproeijende, en de Bezittingen die daar zyn opgerecht. Het Portugeesche Guiana, bepaalen wy, ten Noorden, door Kaap Noord liggende op een Graad een en vyftig Minuuten Noorder Breedte, in 't Zuiden door de Rivier Amazoone, en ten Westen door Rio Negro. Achter Kaap Noord, ten Westen van dezelve,Ga naar voetnoot(a) is een Baay of Inham strekkende naar het Zuiden, zynde omtrent een en een half Myl breed, waarin de Rivier Arouari zich ontlast. Het inkomen van dit Kanaal is gestopt met Zandbanken; zo dat het niet als met Cano's kan bevaaren worden, en kleine Vaartuigen daar slechts ten anker kunnen komen. Eenige Landbeschryvers hebben aan die plaats den naam gegeeven van de Baay en Rivier van Vincent Pinçon; dewyl het zeker is dat de Rivier van dien naam, dichte by Kaap Noord en de Rivier der Amazoonen is, en niet moet verward worden met de groote Rivier Oyapoco, daar wy te vooren van gesprooken hebben. De gemelde Kaap Noord maakt de Noord-Oost Punt van een laag Eiland, genaamd Carpory in de oude Kaarten, en van 't Vaste Land alleen | |
[pagina 200]
| |
afgescheiden door een Arm der Zee, die zeer eng is: daar zyn verscheidene andere Eilanden ten Oosten en Zuiden van dit Eiland, welke men de Eilanden van Toulerou noemt: alle welke den Mond van de Rivier der Amazoonen in 't Noord-Oosten uitmaaken; haare grootte, getal en strekkingen zyn niet wel bekend, en daar omtrent verschillen de oude Kaarten. Tien of elf Mylen ten Zuiden van Kaap Noord, is de Rivier Arouari, die van 't Westen komt; alle die Landen zyn laag en verdronken op veele plaatsen; alhoewel deeze Rivier wel bezocht is, heeft men weinig kennis van haaren loop, en der Landen die zy besproeit. Van de Rivier Arouari, strekt de Kust Zuid-Zuid-West vyftien Mylen, langs dewelke men veele Eilanden vindt van verschillende grootte, dichte by de Wal, maakende een Sleuf tot aan den Mond van de Rivier der Amazoonen, waar langs de Barken en kleine Vaartuigen van dat Land loopen, als zy van Macapa na Kaap Noord willen stevenen. De Kust wendt zich vervolgens Zuid-Westelyk, nog omtrent vyftien Mylen tot aan het Fort van Macapa, 't welk dertig Mylen van Kaap Noord ligt. De Nieuwe Sterkte van Macapa, welke de Portugeezen gebouwd hebben een en een half Myl benoorden het oude Fort, is gelegen op den Westelyken Oever van de Rivier der Amazoonen drie Minuuten ten Noorden de Middellyn, volgens de waarneemingen die de Heer de Condamine, in January 1744, heeft genomen. Hier is een Vlek van Indiaanen Comu genaamd, ten Westen van 't Fort genoegzaam onder 't bereik van 't Geschut. Van Macapa tot het Fort Paru rekent men omtrent vyftig Mylen ten Zuid-Westen en West-Zuid-Westen van 't zelve. De Bedding der Riviere is vervuld met Eilanden van onderscheidene grootte, onder welke 'er zyn van vyf en zes Mylen langte. De Sterkte Paru, gelegen op de Noorder Boord van de Rivier, is kortelings opgetimmerd door de Portugeezen, op de ruinen van een oud Fort, dat de Nederlanders aldaar gehad hebben, om het oversteeken van de Rivier Xingu byderzelver uitwatering te beletten, alwaar veel Cano's blyven. Tusschen Macapa en Paru, zyn verscheidene kleine Rivieren die zich | |
[pagina 201]
| |
in de Amazoone werpen, de voornaamste derzelven is de Paru, ook genaamd de Rivier van Ginapapé. In die gantsche uitgestrektheid vindt men niet meer dan drie Bezittingen, naamelyk die van Thueré op de Rivier van denzelfden naam, acht Mylen van het Fort Paru; de Urameu omtrent vier Mylen ten Noorden van Thueré; en de Yary, drie Mylen benoorden Urameu, gelegen op den Westelyken Oever van de Rivier de Yary zeven en een half Myl van haaren Mond. Deeze drie plaatsen zyn Vlekken van Indiaanen, onder de gehoorzaamheid der Portugeezen, doch aan verhuizingen onderhevig. Tusschen Macapa en Paru, telt men negen Rivieren, naamelyk Igarape, zes en een vierde Myl beneden Paru; zes Mylen laager is de Thueré, vyf en een half of zes Mylen lager de Yary, vervolgens nog zes Mylen de Cayari; drie Mylen daar beneden de Urapi, vier en een half Myl laager de Anarama, welke zich door twee Monden, twee en een vierde Myl van den anderen gelegen, ontlast; voorts nog drie Mylen de Maracapuru, vyf en een vierde Myl lager de Anaurapucu, twee en een vierde Myl laager de Matapi, en eindelyk nog twee en een vierde Myl daar beneden de Rivier Macapa. Van de Rivier Paru tot aan de Urubucuara, rekent men ruim zesentwintig Mylen; de Kust tusschen dezelve strekt meest Oost en West, en de kil der Amazoonen is in die tusschenwydte bezaaid met Eilanden van verschillende grootte, zynde sommigen drie en vier Mylen lang, en een Myl breed. Op de Oostpunt van de Mond deezer Rivier is een Indiaansch Vlek. Acht en drie vierde Myl boven deeze plaats vindt men de Rivier Curupatuba, welke zich in de Amazoone werpt door twee Armen, drie vierde Myls van malkander; op de Oostzyde van de Curupatuba, daar zich deeze Armen verdeelen, is een Vlek van de Indiaanen, dat denzelfde naam voert. De Kust van de Amazoone tusschen deeze Rivieren strekt zich Zuid-West en Zuid-Zuid-West; vervolgens loopt zy Zuidelyk geduurende zeven en een half Myl, ondertusschen niets aanmerkenswaardig ontmoetende dan eenige Eilanden van verscheide grootte. Ten einde deezer langte, maakt de Kust een elleboog en keert zich naar het West-Noord- | |
[pagina 202]
| |
Westen, tot aan het Fort Pauxis liggende van den elleboog of hoek omtrent zesentwintig of dertig Mylen, het geen men niet naaukeurig bepaalen kan, om de oneindige menigte Eilanden van ongelyke grootte, die de Amazoone in die streek vervullen. Ten Westen van Pauxis, op den afstand van byna zeven en een half Myl, vindt men een Zending van Geestelyken van St. Francisco du Pré, en drie Mylen ten Westen van dezelve, het Vlek van Surubin, gelegen op de Boorden van een Rivier van dien naam, welke zich werpt in een Meir en in laage en verdronken Weilanden, die hunne uitwateringen in de Amazoone hebben. Het Portugeeze Fort Pauxis ligt op den Noordelyken Oever van de Rivier, op een plaats daar haare Stroom, met geene Eilanden verhindert, een naauwte maakt van vier hondert twee en vyftig Roeden breed. Van het Fort van Pauxis tot aan Rio Negro of de zwarte Rivier, is de Rivier vervuld met Eilanden van allerlei grootte, en maakt verscheide draaijingen en Inhammen, welke in het gemeen ten West-Zuid-West strekken. Tusschen het Fort van Pauxis liggende op twee Graaden Zuider Breedte, en dat van Rio Negro op drie Graaden negen Minuuten, is de Kust laag, bezet met een groote menigte van Armen der Rivieren en Meiren die in de Amazoone uitloopen. De eerste deezer Rivieren, na het Fort Pauxis, werdt genaamd de Rivier der Trompetten, wier loop is naar het Noordwesten, en welke men wel vyf en veertig Mylen heeft opgevaaren, tot aan een zeer hoogen Val. Deeze Rivier ontvangt in zich drie anderen en spoelt door verscheidene Meiren en Moerassen, om zich in de Amazoone te werpen, door drie of vier Monden redelyk ver van elkander. Ten Westen deezer Rivier, ontmoet men de Jamunda wier loop zeer uitgestrekt is, haaren oorsprong neemende uit de Gebergtes naby de Middellyn; zy veroorzaakt twee aanzienlyke Meiren, welke men noemt de Meiren van Jamunda. Op de Boord van eene derzelven is een Vlek dat denzelfden naam draagt. Ten Westen vindt men nog de Rivieren de Paraguises en Guatama, met het Meir van Mariparu. De Woonplaaas der Zendelingen van St. Sebastiaan is ten Noorden van dit Meir; vervolgens ontmoet men de Zendelingen van St. Laurent, zich | |
[pagina 203]
| |
onthoudende op den Oever van de Rivier Guatama omtrent elf Mylen van de Amazoone: men heeft weder een nieuwe Zending geplaatst omtrent zeven en een half Myl benoorden de voorgaande op dezelfde Rivier. Vyftien Mylen bewesten het Dorp St. Laurent, is het Vlek van St. Pierre de Nolasque, 't welk gelegen is op de Oevers van een Rivier, die zich door verscheidene Armen in de Amazoone ontlast. St. Pierre de Nolasque is meer dan vyftien Mylen Noord-Noord-Oost van het Fort van Rio Negro. Vier en een half Myl beneden St. Pierre, op dezelfde Rivier, ligt een Zending van St. Remond, en omtrent acht Mylen laager, op de Boorden van een Meir uit die Rivier spruitende, een andere van la Conception. Zeven en een half Myl Noordwestelyker van 't Fort van Rio Negro, is een Vlek van Indiaanen, daar zich eenige Zendelingen, onder den naam van Onze Vrouw der Hulpe, Notre Dame du Secours, aan de Boorden van een Meir spruitende uit eenige Riviertjes, uit het Noorden komende, hebben neder gezet. Dit Meir watert uit in de Amazoone, door de Arm van een Rivier die ruim vier en een half Myl lang is, en voor dewelke verscheide Eilandjes zyn, die haaren Stroom verdeelen; zo als men, zo verre het klein bestek der Kaart toelaat, de gelegenheid der Meiren, Rivieren en Woonplaatsen der Zendelingen kan zien. Alle deeze Bezendingen worden bediend door de Geestelyken du Mont-Carmel. Het Portugeesche Fort Rio Negro, is gebouwd op den Noord Oever van die Rivier een en een halve Myl naar binnen waar zy smalst is. Dit is de uiterste Bezitting der Portugeezen, welke men in het Noorden en het opkomen der Rivier der Amazoonen ontmoet. Rio Negro of de zwarte Rivier is sedert een Eeuw door de Portugeezen bevaaren doende aldaar een grooten Handel in Slaaven. Aldaar is by aanhoudendheid een Detachement van de Bezetting van Para, aan derzelver Oevers, gelegerd, om de Indiaansche Natiën, die daar woonen, in gehoorzaamheid te houden, en den handel der Slaaven, in die streeken, by de Portugeesche Wetten toegelaaten, te beschermen. Jaarlyks hebben zy daar een Vliegend Legertje, genaamd de uitgekochte hoop, welke van tyd tot tyd dieper Landwaards indringt. | |
[pagina 204]
| |
De zwarte Rivier heeft een wyd uitgestrekten loop; en haare vereeniging met de Oronoque is, gelyk wy aangetoond hebben, tegenwoordig zo klaar beweezen, dat 'er geen twyfel overblyft. De Heer de la Condamine heeft dit deel der Landbeschryving met zeer veel geleerdheid verlicht; en de Heer Danville heeft daar van gebruik in zyne Kaarten gemaakt, het welk wy, op het voetspoor van den Heer Bellin, in onze Kaart van Guiana hebben nagevolgd. De loop van Rio Negro is niet Noord en Zuidelyk als Delisle, navolgende Pater Frits, aantekent; in tegendeel zy stroomt van het Westen, omtrent Oost-Zuid-Oostelyk, en als men aan haaren Mond komt, schynt zy Oost en West te loopen, en valt zo evenredig in de Amazoone, dat, zonder de verandering van de Kleur van haar Water, men dezelve zoude neemen voor een Arm van die Rivier, door een Eiland verdeeld zynde. Omtrent negentien Mylen boven den Mond der zwarte Rivier opgezeild zynde, vindt men een aanzienlyke Rivier, welke door drie Armen, omtrent vier en een half Myl van elkander, zich daar in ontlast; maar de eerste Arm is de grootste en de waare Stroom van de Rivier, welke de Portugeezen Rio Blanco of de Witte Rivier noemen; by de Nederlanders Parima genaamd. Haare loop is byna Noord en Zuid, en haare oorsprong omtrent op drie Graaden Noorderbreedte: op een Graad van de Middellyn ontvangt zy de Rivier Tacutu, welke uit het Oosten komt, en waar door men in de Rivier van Essequebo kan komen, gelyk wy in 't vervolg zullen verhaalen ontdekt te zyn door een stouten Neerlandschen Reiziger, in den Jaare 1740, zoekende het Meir van Parima. De Portugeezen hebben Rio Negro meer dan vyf en zeventig Mylen opgevaaren boven haaren Mond, ja zelfs boven een aanzienlyken Waterval. Het gantsche bekende gedeelte van deeze Rivier is bevolkt met Portugeesche Zendelingen; zeven of negen Mylen van elkander, alwaar eenige Wooningen van Indiaanen zyn. De zwarte Rivier geduurende vyftien of twintig Dagen opvaarende, vindt men dezelve nog wyder dan in haar begin, het welk veroorsaakt wordt door een groote menigte Eilanden en Meiren die in dezelve zyn. In deezen geheelen tusschenstand, is de Grond van haare Oevers verheeven, en nooit overstroomd: de Bos- | |
[pagina 205]
| |
schen zyn ook zo dicht niet, en het is een gantsch onderscheiden Land van dat aan de Oevers der Amazoone. Deeze Bezittingen der Portugeezen behooren onder het Gouvernement van Para; het welk bestierd wordt door een Gouverneur of Capitania, zo de Portugeezen hem noenen, om dat hy ook Capitein Generaal van de Krygsmagt is; doch hy is verpligt zich aan het Oppergebied des Onderkonings van Brazil, die in 's Konings naam dit Landschap regeert, en zyn Verblyf te St. Salvador houdt, te onderwerpen. Voorts is dit Gouvernement in verscheide mindere Rechtsgebieden gesmaldeeld. Waar mede ik deeze beschryving besluit, om tot die van de ontdekkingen en bezittingen der Nederlanders, in Guiana, over te gaan. |
|