nige zaaken, aan welke myn Vaderland en Landgenooten ten hoogste gelegen ligt, heeft my doen onderneemen de Beschryving onzer Volkplantingen op de vaste Kust van Zuid-America, wier bloei en welvaart een der voornaamste takken uitmaaken van onze Scheepvaart en Koophandel, twee zuilen, waarop het welzyn van ons Gemeenebest, en de Rykdom der Ingezetenen, gevestigd zyn. Myne gegronde hoop, dat deeze zucht, die een overtuigend bewys is myner Liefde tot het Vaderland, niet onaangenaam zal zyn aan Uwe Doorluchtigste Hoogheid, die, behalven door andere beroemde Deugden ook door zyne Liefde tot dat zelfde Vaderland, de ongeveinsde Hoogachting en oprechte Genegenheid der Nederlanderen tot zich trekt, moedigt my aan om deeze vruchten van mynen arbeid, tot aankweeking van meerdere kundigheid in onze Landgenooten omtrent die voordeelige Bezittingen, aan Uwe Doorluchtigste Hoogheid optedraagen, met dat ontzach en dien eerbied, welken elk rechtgeäarde Inbooreling en Ingezeten van Nederland gevoelt voor een' Vorst, die steeds het heil van het Vaderland, den bloei des Koophandels, het welzyn onzer Volkplantingen, en