zijn geestdrift. De jonge man schrijft, werkt, heeft wat aanvankelijk succes, maar hij ondervindt ook de gevolgen van zijn veranderde positie, hij lijdt armoe; wordt ziek, overwerkt; hij wordt gekweld door de behoeften van zijn lichaam, het trouwen moet altijd maar wachten tot zijn werk hem meer honorarium opbrengt, hij kan wel geld verdienen, als hij slecht werk maakt, werkt voor het groote publiek, als hij transigeert, zijn karakter en talent verkracht; dit wil hij niet, hij wil eerlijk en waarheid-eerend kunstenaar zijn; maar zoo wordt het trouwen al maar uitgesteld, en zijn lichaamsbehoefte, zijn ‘lijfsverlangen’ plaagt hem zoo; hij wordt verbitterd omdat liefde-en-huwelijk, en liefde-in-huwelijk alleen voor geld te koop is, en talent en schrijversverdienste geen waar zijn, die zoo veel maatschappelijke waarde hebben dat zij genoeg opleveren, om liefde-in-huwelijk te kunnen koopen. Hij ondervindt het monsterlijke van dergelijke maatschappelijke waardeschattingen; maar hij ziet nu ook de ellende van het proletariaat, hij wordt sociaaldemocraat, schrijft een socialistisch-realistische roman, die om zijn socialistische tendenz niet zooveel geldswaarde vertegenwoordigt als een realistische zonder die strekking. (Dit is een verkeerde opvatting van de schrijfster. Querido en Heijermans zijn gezochte auteurs en worden zeker niet minder goed betaald dan andere realisten.) Allen komen nu in 't harnas tegen den jongen, nu hij ook socialist is geworden; zijn vader, zijn zuster, de ouders van zijn meisje. En ook het meisje kan hem in de geestdrift voor zijn nieuwe levensinzichten niet meer volgen. De acht jaren die zij al heeft moeten wachten hebben haar liefde verkoeld, de afkeurende toespelingen van haar moeder, haar kennissen hebben haar met twijfel vergiftigd; zij blijft hem genegen tot het laatste; tracht hem te overreden de revolutionaire heftigheid van zijn boek te temperen, omdat zijn uitgever hem dan een hooger honorarium wil
toestaan; maar de jongen wil dat niet, vergeet zich zelfs, niet meer meester over zijn hartstocht, tracht hij van zijn meisje te krijgen wat zij alleen in het huwelijk hem mag geven; nu gaat hij in dolle verhitting mee met een vrouw van de straat; hij verzwijgt het zelfs niet - uit eerlijkheid - voor het meisje, en dan scheiden die twee: scheiden doordat hun geestelijke behoeften ook te zeer verschillen; en het meisje, dat acht jaar hem trouw is geweest, bezwijkt; hij kon