‘zwakke ego's’ vermogen. Eén van die zwakke ego's deelde mij mee: ‘Donderstraal op, ik heb geen broodmes, ik moet gesneden brood hebben. God, wat jammer dat ik geen broodmes heb, anders stak ik het dwars door je heen.’ Een ander zwak ego heeft mij met mijn hoofd in de bakkerskar geduwd en toen haar dochter verzocht om het deksel op mijn nek te laten vallen. En laat dat zwakke dochterego dat nu nog doen ook! Bij een andere gelegenheid heeft een vrouw uit diezelfde straat, toen ik haar geen gevulde koeken kon leveren, mij in de bakkerskar getild en het deksel erop gedaan. Aan de buitenkant zette zij de knip vast, zodat ik minstens twintig minuten lang tussen de krentenbollen gevangen heb gezeten.
Een ander ‘zwak ego’, in de Schans, liet mij altijd op zaterdag twee trappen beklimmen, en als ik dan, vanaf de zon verlichte straat komend, in de schemerduistere woonkamer stond, zei ze met schelle stem, en wijzend op een zich allengs uit het halfdonker losmakende schim: ‘Daar zit die luie zuiper. En blijf zitten ook, anders breek ik je poten.’ Jarenlang heb ik die man eenmaal per week op zaterdagmorgen zo uit het duister zien opdoemen. Steeds zat hij, met gebogen hoofd, doodstil op een melkkrukje, op een geheel verduisterd balkon, zo weggelopen, leek het, uit een verhaal van Mensje van Keulen, als een geheimzinnig bewijs voor het feit dat niet elke vrouw met een ‘zwak ego’ de wereld in wordt gestuurd.
Zou Steef Baks misschien op de avond van zijn verloving in huilen zijn uitgebarsten omdat hij zich opeens realiseerde dat hij bezig was zich te verbinden aan een vrouw met een ‘zwak ego’?