omdat ik iets geheimzinnigs ontdekt had dat meisjes en jongens van elkaar scheidde. Toen reed opeens, bliksemsnel, de zwarte gesloten auto voorbij waarin de koningin zat, en ik meende een hand te ontwaren die even wuifde, en in ieder geval zag ik dat de koningin een alpinopetje droeg, of iets dat er veel op leek. Ik wuifde niet terug met mijn vlaggetje.
Onderweg naar huis herhaalde ik in gedachten mijn ontdekking: een meisje, elk meisje, kan koningin worden, maar een jongen, een gewone jongen kan nooit koning worden.
Voordat de koningin haastig door Maassluis reed, had ik er eigenlijk nooit bij stilgestaan dat er zo'n soort verschil tussen jongens en meisjes bestond. Natuurlijk, ik had al wel vastgesteld dat meisjes vriendelijker behandeld werden en minder straf kregen, maar ik had nooit goed begrepen waarom. Maar nu begreep ik het: met een koningin in spe ga je voorzichtig om.
Toen ik ouder werd begreep ik wel dat het zo'n vaart niet liep met al die koninginnen, maar ik begreep ook dat elk meisje de kans had om weg te trouwen uit het milieu waarin zij was opgegroeid, terwijl jongens op dat punt geen enkele compensatie hadden.
Telkens leek ook opnieuw bevestigd te moeten worden hoezeer meisjes bevoorrecht waren. Van baby's heb ik, tot ik een jaar of elf oud was, geloofd dat zij door een engel gebracht werden. Pas in de vijfde klas van de lagere school hoorde ik dat kinderen in de buik van de moeder groeien, en weer schrijnde het, weer leek het alsof er iets niet klopte, zij wel... zij wel, maar ik niet, wij niet.
Hoe die kinderen verwekt worden ontdekte ik een paar jaar later. Een jeugdvriend vertelde mij, terwijl wij naar school fietsten, hoe kinderen ‘gemaakt’ worden. Op dat moment kon ik dat absoluut niet accepteren; het was om met dokter Glas te spreken, alsof ‘God zelf iets smerigs op de