| |
| |
| |
Lijst van werken over Nederlandsche spreekwoorden.
In vroegeren en lateren tijd hebben voorname schrijvers zich bevlijtigd, om hunne gedachten kernvol voort te brengen, en in weinig woorden groote denkbeelden uit te drukken. Dat mag wel de reden wezen, waarom zoo vele schrijvers, om aan hunne denkbeelden klem bij te zetten, van spreekwoorden gebruik maken. Getuige daarvan eene menigte van werken onzer schrijvers van naam. Het is het zout, het zijn de kruiderijen, waarmede zij hunne denkbeelden inkleeden, en als ten grondslag hunner betoogen leggen; en dan juist worden zij regt verstaanbaar voor elk. Latere schrijvers hebben dit min voegelijk geacht, althans het getal van hen, die de spreekwoorden gebruiken, om hunne denkbeelden krachtvol uit te drukken, is, in vergelijking met de vroegere, zeer gering. En toch bevatten de spreekwoorden eene ware levenswijsheid in zich, daar zij de bron zijn, om de taal, zeden, gewoonten en gebruiken onzer vaderlanders te leeren kennen. Slaat men echter een oog op onze spreekwoorden-literatuur, men zal ontwaren, dat men thans nog, gelijk vroeger, onze vaderlandsche spreekwoorden naar waarde schat. Ook in het dagelijksch leven drukt men zijne gedachten veelal door spreekwoorden uit: het is het groote boek der zamenleving. Spreekwoorden zijn de nationale schat van 's menschen verstand: bij het volk bekend en in den mond van het volk verstaanbaar. Deze beschrijving heb ik vroeger als eene gangbare munt gewenscht, over welker waarde men het met elkander eens worde.
Hebben onze schrijvers getracht, zich, in spreekwoorden uitdrukkende, regt verstaanbaar te maken, - gaf het groote boek der zamenleving schier op elke bladzijde een spreekwoord te lezen, - wij hebben ons niet te verwonderen, dat er in onze taal eene menigte van kleinere en grootere verzamelingen van spreekwoorden bestaan, vroeger meesttijds alleen te zamen gebragt, later wel eens bij kleine gedeelten uitgelegd. Onderscheiden schrijvers hebben reeds bouwstoffen geleverd, om den ganschen schat onzer nationale spreekwoorden tot een geheel te verzamelen. De Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leiden in 1803, en de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem in 1818 ten tweeden male, schreven prijsvragen uit, om eene meest volledige verzameling van Nederlandsche spreekwoorden te bekomen. De eene en de andere slaagden niet, gelijk de latere pogingen van de Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, zelfs bij uitschrijving voor eenen onbepaalden tijd, evenmin met een gewenscht gevolg bekroond werden, daar zij hare prijsvraag weder heeft moeten intrekken. Thans, na bijna 30 jarigen arbeid, echter met kleinere en grootere tusschenruimten, ben ik er in geslaagd, eene zooveel mogelijk volledige verzameling van Nederlandsche spreekwoorden gereed te hebben. Behalve de onder mijn bereik liggende kleinere en grootere verzamelingen, in de mijne opgenomen, heb ik, tot voormeld doel, eenige oude en nieuwe schrijvers nagelezen, en de zamenleving met oplettendheid gadegeslagen.
| |
| |
Mijne verzameling van spreekwoorden is naar de Naamwoorden geordend, in alphabetische volgorde; waar geen Naamwoord in de spreekwoorden gevonden wordt, zijn even zoo de Werkwoorden ten grondslag gelegd. Deze laatste volgen, als de eerste zijn afgehandeld. Aan den voet der bladzijden zijn de werken opgegeven, waarin het spreekwoord is opgenomen of uitgelegd. Die aanwijzingen zullen al minder en minder worden, naar mate het werk in de alphabetische orde voortgaat, omdat de aanwijzingen alleen geschieden bij het eerste alphabetische woord, dat in het spreekwoord voorkomt, en bij de volgende steeds naar dit eerste gewezen wordt.
Enkele spreekwoorden, die zulks bijzonder noodig hebben, zullen in weinige woorden worden opgehelderd. Die ophelderingen zijn tusschen haakjes geplaatst, om terstond in het oog te vallen, en van de spreekwoorden zelven gemakkelijk te onderscheiden. De meeste spreekwoorden zijn uit zich zelven duidelijk, en vele brengen hunne uitlegging in den aard der inkleeding mede, of worden bij eenig nadenken gemakkelijk gevonden. Raadpleegt men de aangewezen Werken, dan zal de moeijelijkheid in het regt verstaan der spreekwoorden grootelijks verdwijnen. Ik zeg grootelijks, omdat er nog menig oud spreekwoord is, dat te dien opzigte moeijelijkheid heeft, daar de spreekwoorden in de oudste verzamelingen zonder eenig verband voorkomen, en van geene uitlegging worden vergezeld. De spreekwoorden, die zonder aanwijzing zijn gebleven, komen in de werken, die de spreekwoorden-literatuur uitmaken, niet voor.
Het Spreekwoordenboek zal, behalve onzen spreekwoordenschat, noodzakelijk eenige spreekwijzen moeten bevatten: waar toch is de grens hier te trekken? Ik heb vroeger in voorbeelden aangetoond, dat zelfs lublink, bij toetsing, meermalen tot ongunstige resultaten is gekomen. Prof. te water heeft in de vergadering van de Maatsch. van Nederl. Letterk. eenmaal eene verhandeling over Nederlandsche spreekwoorden gehouden, waarin de grenzen tusschen spreekwoord en spreekwijze naauwkeurig zouden zijn aangewezen; doch deze belangrijke lettervrucht is met andere, krachtens zijn' uitersten wil, helaas! vernietigd, zoo als mij bij onderzoek is gebleken. Ziet men nu de verzamelingen van spreekwoorden in, die vroegere en latere schrijvers hebben geleverd, dan wordt gewis menig spreekwoord opgenomen, dat, neemt men de zaak heel streng, niet meer dan eene spreekwijze is. Nog eens: ik zag mij, door dit alles, niet in staat, de schifting te bewerkstelligen. Het aantal spreekwijzen zal echter gering zijn, althans zoo gering mogelijk, en alleen om niet door te schrappen, wat voorname verzamelaars als spreekwoorden hebben doen gelden.
Sommige spreekwoorden worden meer in gedeelten dan in hun geheel gehoord, en hebben dan somtijds tegenovergestelde beteekenis. Deze voorbeelden zal het Spreekwoordenboek in betrekkelijk grooten getale aanwijzen.
De denkbeelden van het voorgeslacht, over hetgeen men door welvoegelijkheid verstaat, waren zeer onderscheiden van onze tegenwoordige begrippen. Of hierin vooruitgang van beschaving is te zien, durf ik niet beslissen; dit is evenwel zeker, dat er ook thans nog zaken zijn, die men niet ongenoemd kan laten, maar die men dan, door eenen omweg te maken, aanduidt. Wat werkelijk onkiesch is, verdient nergens voor te komen, en dus ook niet in een Spreekwoordenboek. Ik heb mij alzoo onthouden, zoodanige spreekwoorden op te nemen, en daarom menig, hoewel kernachtig, spreekwoord geschrapt. Wil men al te kiesch wezen, dan zou een zeer groot aantal, zelfs geheele afdeelingen, vervallen. Daartoe meende ik geen regt te hebben.
Het laatste gedeelte van het Spreekwoordenboek bevat, als Bijlage, die spreekwoorden, welke bij onderscheiden verzamelaars verschillend staan aangewezen, welk verschil dáár bepaaldelijk wordt opgegeven. Zoo mede zijn in de Bijlage opgenomen de verouderde spreekwoorden, die tot regt verstand de opheldering en verklaring van woorden behoeven. Bij dit gedeelte, gelijk bij de inrigting van het werk in menig ander opzigt, stond Dr. a. de jager mij met raad en hulp ter zijde.
De lijst der Werken over Nederlandsche Spreekwoorden is, met toestemming van Dr. de jager, overgenomen uit zijn Taalkundig Magazijn, 3e. Deel, bl. 86-96, 459-466, en 4e. Deel, bl. 695-697, thans op nieuw naar tijdorde gerangschikt, en, met hetgeen later bekend werd, verrijkt.
Deze lijst neemt alles op, wat de spreekwoorden-literatuur betreft, zonder de werken te bevatten, waarin wel eene menigte spreekwoorden voorkomen, maar waarvan de aanwijzing onder geen bepaald hoofd is gebragt. Tot de laatste zijn te brengen: philips van marnix' Byen-Korf der H. Roomsche Kerk, 2 Deelen, - jacobi baseli, Ecclesiastae Kerckwerviensis, Sulpitius Belgicvs, sive Historia Religionis, Instauratae, Corruptae & Reformatae in Belgie & à Belgis à nato Christo ad annum ƆIɔ Iɔ, - onze oude Kluchtspelen, en daaronder bepaaldelijk: Klucht van den Pasquilmaecker voor den Duyvel, 2 Deelen, waarvan het 2e. Deel handelt over de Uyterse Juffers, en haer wonderlycke Avontuur by de Fransen uytgestaen, in welke beide Deelen men schier in elken regel een spreekwoord aantreft, - Mr. johan de brunes Bancket-werck van goede Gedachten, 2 Deelen, waar de goede gedachten veelal door spreekwoorden
| |
| |
zijn uitgedrukt en opgehelderd, - w. meermans Comoedia Vetus of Bootsmans-praatje en de Mallewaegen, - gerard van spaan, Beschryvinge der stad Rotterdam, en eenige omleggende dorpen, - petrus nieuwlands Letter- en Oudheidkundige Verlustigingen, enz., 4 Deelen, - e. bekker, Wed. Ds. wolff en a. deken, Historie van den Heer Willem Leevend, 8 Deelen, - g.j. meijer, Over den invloed der Zeevaart op de Nederduitsche taal, bepaaldelijk het Tafereel van den vroegeren en tegenwoordigen staat onzes vaderlands, - het Ned. Taalk. Woordenboek van weiland, - de Verkl. Geslachtlijst der Ned. Naamwoorden van bilderdijk, - h.h. dieperink, Allegorisch-Ironische voorlezing over het spreekwoord: van uitstel komt afstel, geplaatst in het 9e. Stuk van 1829 van het Alg. Letterl. maandschrift, - a.j. van der aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 13 Deelen, - d.h. van der meer, Verhaal eener reis van Ritske Harkes de Vries en van zijne ontmoetingen op dezelve, geplaatst in den Frieschen Volks-Almanak van 1843, - a.l. lesturgeon, Proeve van een woordenbockjen van den Drenthschen tongval en 't Drenthsche taaleigen, geplaatst in de Drenthsche Volks-Almanakken van 1844 tot 1849, - enz., enz. Ook De Navorscher, een middel tot gedachtenwisseling en letterkundig verkeer tusschen allen, die iets weten, iets te vragen hebben, of iets kunnen oplossen, heeft reeds menig artikeltje over spreekwoorden geleverd.
Deze lijst kan evenmin bevatten zulke verhandelingen of stukjes, waarin slechts over een enkel spreekwoord wordt gehandeld, anders ware de lijst met duizend en één nommers te vergrooten. Dus komt daarin ook niet voor de Regtsgeleerde Verhandeling van Mr. m.c. van hall, geplaatst in de Nieuwe Bijdragen voor Regtsgeleerdheid en Wetgeving, verz. en uitg. door Mr. c.a. den tex en Mr. j. van hall, 2e Deel, no. 2, bl. 260-264. In het Jaarboek van het Kon. Ned. Instituut voor 1851 wordt, bl. 76, gewag gemaakt van eene voordragt van Mr. m.c. van hall over Nederlandsche Regtsspreekwoorden, bij de Derde Klasse van het Instituut gedaan. Het in de genoemde Nieuwe Bijdragen behandelde spreekwoord behoort niet tot de negen, in de voordragt genoemd, maar wel, gelijk de schrijver mij verzekert, tot eene reeks verhandelingen, door hem voor de Derde Klasse van het vernietigd Instituut bestemd, en die hij voornemens is, met andere, mede publiek te maken. Alzoo staat onze spreekwoorden-literatuur belangrijk verrijkt te worden.
Vertaalde spreekwoorden, zoo zij niet in Nederlandsche worden terug gegeven, behooren mede niet op deze lijst te huis, bijv.: Spaensche wysheid, Vertaelde Spreeckwoorden, zijnde het xiix boek van constantin huygens' Koren-bloemen. Om uit vertaalde stukken spreekwoorden over te nemen, behoort men zich eerst te vergewissen, dat er geene letterlijke vertaling heeft plaats gehad. De spreekwoorden, voorkomende in Den verstandigen Vromen Ridder don Quichot de la Mancha van miguel de cervantes savedra, zijn door den vertaler l.v.b. in Nederlandsche terug gegeven: dit doen de minste vertalers. Hoofdstuk VIII der Luimige Verhalen door een Neefje van klikspaan, heeft tot opschrift: De Spreekwoorden; doch het zijn niet dan vreemde, die hier worden opgegeven. De schrijver zegt dat zelf; en zoo wordt men niet misleid. In Holland, Almanak voor 1850, komen voor: Spreekwoordjes door p.a. de génestet. Uit welke taal deze zijn overgezet, durf ik niet beslissen: Nederlandsche zijn het niet. Ondertusschen heeft het verkeer der volken des eenen spreekwoord gewis bij het andere burgerregt doen verkrijgen. De inzage van een paar Duitsche verzamelingen spreekwoorden, heeft mij geleerd, dat wij met de Duitschers vele spreekwoorden gemeen hebben, en meer dan één voorbeeld zou uit lublinks Verhandeling over de Spreekwoorden zijn bij te brengen, dat vroegere vreemde spreekwoorden thans Nederlandsche zijn geworden.
Eindelijk kunnen op deze lijst geene spreukenverzamelingen voorkomen: spreuken zijn geene spreekwoorden, hoewel ik niet zal ontkennen, dat zij ook spreekwoorden in zich opnemen, of eene spreuk niet tot een spreekwoord kan overgaan. Sommige titels beloven spreekwoorden, maar geven enkel spreuken, waaronder bijv. behoort: Manierlijcke Spreeckwoorden der Philosophen ende sententien der Poëten, vergadert in Franchoys ende Nederlants Duytsch, enz.
Of er van pontanus eenige verzameling spreekwoorden bestaat, is mij onbekend. Wel lees ik, bij matthaeus, Syll. Epist., bl. 281, in eenen brief van sibrandus siciema: ‘Ik verzoek U, zeer geleerde pontanus, zeg mij openhartig, wanneer wij hoop kunnen hebben, uwe verzameling van spreekwoordelijke gezegden in het licht te ontvangen, welke ik twee jaren geleden bij U heb gezien.’ - Of het werk van j. agricola (een Nederlander) ook Nederl. spreekw. bevat, is mij evenmin bekend: het is getiteld: 750 Deutsche Sprüchworte. Wittenb. 1582. Gaarne zou ik mede hebben opgenomen: Eenige Stedelijke Utrechtsche Spreekwoorden, die de Utr. Volks-Almanak van 1840 voor het volgende jaar belooft; doch eene latere aanvrage van den redacteur, die, op mijne uitnoodiging, in datzelfde jaarboekje van 1844, nogmaals de aandacht daarop vestigt, heeft mede geen gevolg gehad. Evenmin zijn mijne pogingen in Belgie en Duitsch- | |
| |
land geslaagd, om eenig oud Werk over spreekwoorden ter inzage te ontvangen. Wilde ik daarentegen allen opnoemen, wie mij in Nederland hebben ondersteund, daaruit zou mede blijken, hoe ik in staat werd, onze moedertaal in haren rijkdom voor te stellen.
Thans tot de lijst zelve genaderd, heb ik alleen nog te berigten, dat de werken met een kruisje vooraan geteekend dezulke zijn, waarnaar ik tot heden te vergeefs heb uitgezien, en voor welke ik mij blijf aanbevelen.
1. | Incipiunt prouerbia seriosa in theutonico prima. deinde in latino sibi inuicem consonantia. iudicio colligentis pulcherrima. ac in hominum colloquijs communia. 4o. Aan het einde staat: Finiuntur prouerbia Communia. Er worden van hetzelve wel vier uitgaven vermeld, alle in 4o. formaat, waarvan ik echter alleen de eerste, hier opgegevene, en waarvan een exemplaar in de Koninklijke Bibliotheek te 's Gravenhage berust, heb gezien. Deze bevat 48 bladzijden, ieder van 36 regels, wordt ook vermeld bij nopitsch, Literat. der Sprichw. S. 171, en aldaar, naar de gissing van den Advocaat visser, opgegeven te behooren omstreeks het jaar 1484. - De tweede, bevattende 52 bladzijden, ieder van 33 regels, wordt door den baron de reiffenberg vermeld in de Bulletins de l'Academie Royale de Bruxelles, VI. no. 2. - De derde, van 44 bladzijden, ieder van 40 regels, vermeldt hain. Repert. bibliograph. II. 2. p. 162. - De vierde eindelijk wordt door panzer, Annal. Typogr. IV. 267, tot het jaar 1487 gebragt, waarbij hij plaats en drukker dus opgeeft: Buscoducae per gerardum leempt de Novimagio. - De Nederlandsche spreekwoorden zijn alphabetisch gerangschikt, elk derzelve gevolgd door eene overzetting in het Latijn. |
† 2. | Ista sunt proverbia communia. Delf in Hollandia. 1500. 4o. Deze verzameling van spreekwoorden, in 't Latijn en Hollandsch, bevond zich in 1803 in de boekverz. van j. koning. Zie: bl. 60 van de Naamlijst van eenige zeldzame boeken en manuscripten. Het exemplaar van Dr. j.h. halbertsma is zonder jaartal, en, naar zijne gissing, misschien een dertigtal jaren vroeger gedrukt. |
† 3. | Aerum maxime vulgarium congeste per locos in puersum gratiam vocabula graece et teutonice interpretate. Antv. 1538. 4o. Aan het einde vindt men precepta moralia, waaronder ook spreekwoorden voorkomen. |
† 4. | Annder theyl der Sprichwörter, darinnen Niederlendische, Hollendische, Brabendische vnd Westphälische Sprichwörter begriffen. Zum theil von eberhardo tappio vnd anthonio tunicio zusamenbracht. Inn gute Germanismos gewendt, mit hochteutschen Sprichwörtern verglichen vnd ausgeleget, durch sebastian francken. Franckf. a.M. egenolphen. 1541. langw. 4o. Er bestaan van dit werk vele andere, latere uitgaven. Zie: wander, Allgem. Sprichwörterschatz. I. 198. nopitsch vermeldt, dat het in de Schwarzische Biblioth. aanwezig is. |
5. | Adagiorum Epitome post nouissimam d. erasmi Roterodami exquisitam recognitionem, per eberhardum tappium, ad numerum Adagiorum magni operis nunc prunùm aucta. Appositoe svnt in iuuentutis studios e gratiam suo loco Phrases omnes vernaculoe, quoe aliquam Adagij speciem videbantur obtinere, opera studio'q: joannis seruilij. Antverpioe. Hillenius. m.d. xlv. kl. 8o. De Nederlandsche spreekwoorden zijn in margine gedrukt; men vindt er op bijna elke der 289 dubbele bladzijden. |
6. | Seer schoone Spreeckwoorden, oft Prouerbia, in Franchoys ende Duytsch, om wijselijck te leeren spreken ende antwoorden, voor die ionghers ende eenen yegelijcken, so wel in Franchoys als in Duytsch. Motz tresbeaux ou dictons, et prouerbes en Franchoys et Flammeng, pour sagement apprendre a parler et respondre pour les Jeusnes, et pour vng chascun, aussy bien en Franchois comme en Flammeng. Tantwerpen. de laet. m.d. xlix. 12o. De Fransche spreekwoorden zijn alphabetisch, elk derzelve door eene Nederlandsche vertaling gevolgd. De bladzijden zijn niet aangewezen. Daar er waarschijnlijk uit het door mij gebruikte exemplaar 4 bladzijden zijn verloren geraakt, heb ik bl. 51-54 overgeslagen. |
7. | Gemeene Duytsche Spreckwoorden: Adagia oft Prouerbia ghenoemt. Seer ghenuechtlick om te lesen, ende oock profijtelick om te weten, allen den ghenen die der wijslick willen leren Spreken ende Schrijuen. 1.5.50. kl. 8o. Achteraan staat: Gheprent toe Campen, in dye Broederstrate, by my peter warnersen, woenende inden Witten Valck. Zonder paginering en zonder eenige volgorde ten grondslag te leggen, worden de spreekwoorden hier opgegeven. |
† 8. | S. andriessoon. Duytsche Adagia ofte Spreeckwoorden. Thantwerpen. 1550. 8o. Catalogus van te water. bl. 373, no. 2627. |
† 9. | Enchyridion scolasticum, in quo Flandrorum vernaculo idiomati celebres paroemiae et orationes quamplurimae ex cicerone, terentio aliisque - in communem puerorum usum - redduntur. (Winnoxbergen). 1553. 4o. Volgens mone, Uebersicht der Niederl. Volks-liter. S. 317, berust een exemplaar van dit werkje in de Univ. Bibliotheek te Leuven. |
10. | Prouerbia Teutonica latinitate donata, collectore et Interprete t. nicolao zegero Brux- |
| |
| |
| ellano, accuratius iam recognita. Antuerpioe. loëus. m.d. liiii. kl. 8o. De spreekwoorden worden in alphabetische orde opgenomen. De derde druk, m.d. lxxi, telt 7 bladz. meer, laat 4 spreekw. weg en geeft 24 nieuwe in de plaats, waarvan 5 reeds waren opgenomen, die daardoor tweemaal voorkomen. |
† 11. | Les Proverbes Anciens, Flamengs et François, correspondants de sentence les uns aux autres, colligés et ordonnés par m. françois goedthals. Anvers. plantin. m.d. lxviii. 12o. Thans in bezit van Prof. c.p. serrure te Gent. |
† 12. | Flammische und Französische Sprichwörter. Antwerp. 1568. 8o. Nopitsch, Literat. der Sprichw. S. 100. |
† 13. | Parocmiologia Polyglottos: hoc est: Proverbia et sententiae complurium linguarum. Ex sacris videlicet Hebraeorum fontibus, atque ex optimis ac probatissimis quibusque Graecae et Latinae linguae scriptoribus, desumtae, et in Locos Communes digestae: et cum Italorum, Hispanorum, Gallorum, Germanorum, Belgarum, Slavonum, Arabum, Turcarum denique aliarumque Nationum sententiosis Proverbiis collatae. Auctore hieronymo megisero Lipsiae. Sumtibus. henningis grosii, Bibliopolae Lipsiensis. Aan het einde staat: Lipsiae michael lantzenberger cxcudebat. 1605. min. 8o. Hetzelfde werk in folio. 1606. Nopitsch. S. 159 en 160, en volgens hem berusten de beide drukken in de Univ. Biblioth. van Landshut. |
14. | h.l. spieghels Byspraax Almanack. De ecrste druk is waarschijnlijk van 1606, de laatste en beste wordt gevonden in zijn Hertspieghel en andere Zedeschrijften, enz. door p. vlaming. Amst. 1723. 8o. Op elken datum van 't jaar komt één of meer spreekwoorden voor, de spreekwoorden voor elke maand tot verschillende rubrieken gebragt. |
15. | Lot van VViisheyd ende goed Gelvck: op drije hondert ghemeyne Sprek-vvoorden: in rijme gestelt, deur donaes idinav [ioannes david], Lief-hebber der dichten die stichten. T'antvv. moerentorf. m.dc.vi. langw. kl. 8o. |
16. | Proverbia Belgica, ferè omnia transcripta è Kalendario perpetuo, hen. laurentij spiegelij V.C., voorkomende bl. 91-125 in de 1o. Vol. van Florilegivm ethico-politicum nunquam antehac editum; nec non p. syri ac l. senecae sententioe aureoe; recognoscente, jano grutero ad MSS. Palat. & Frising. Accedunt Gnomoe paroemioeque Groecorum, item Provcrbia Germanica, Belgica, Italica, Gallica, Hispanica. Francof. rhodius. ƆiɔiɔƆx. kl. 8o. Dit is no. 14, ofschoon 5 spreekwoorden uit spieghel worden weggelaten, waarentegen 161 nieuwe voorkomen; de volgorde is alphabetisch. |
17. | Proverbia Belgica, ex francisci goethalsii libello selecta, zijnde bl. 123-176 van Florilegii ethico-politici nunquam ante hac editi Pars Tertia: Procurante jano grutero. Accedunt Gnomoe paroemioeque Groecorum: item Proverbia Germanica, Belgica, Gallica, Italica. Francof. rhodius. ƆiɔiɔƆxii. kl. 8o. Dit is hoogst waarschijnlijk no. 11, wat eene vergelijking met het tweede gedeelte van no. 108 tot zekerheid maakt; de volgorde is alphabetisch. Dit eerste en derde Deel is in de Koninklijke Bibliotheek te 'sGravenhage aanwezig. Het tweede bevat mede Nederlandsche Spreekwoorden: zie tuinman in de Voorrede van no. 40. |
† 18. | Der oude vrye Friesen spreekwoorden, gelyk d'zelue huydendaegs by heur, ende niemant anders in haar eigen Vaderland gebruyet ende gesproocken worden, bij de letter A.B.C. gestelt (in den jare 1614 op Burmaniastate te Sticns opgesteld door c. georg van burmania). In Handschrift bezeten door Dr. j.h. halbertsma. |
† 19. | Morale Spreeckwoorden, gestelt in Muzyck bij jan ryspoort. Antw. 1617. 4o. Vermeld op den Catal. van le long, bl. 175. In het tweede gedeelte van den Catal. van j.f. willems, no. 4857, komt dit werkje voor als zonder titel; en wordt daar vermeld als bevattende: Spreekwoorden op muzyck gedrukt. |
† 20. | Nederduytsche Spreekwoorden, met 96 fig., langwerp. 12o. Vermeld op den Catal. van le long, bl. 171. |
† 21. | De Gazette van Nieuw-maren van de gheheele wereldt. Hier by is oock ghevoegt eene wederlegginge van eenighe onbequaeme Nederlandsche spreuckwoorden, door richardus verstegen. Antw. 1618. 12o. Vermeld bij j.f. willems in zijne Verhand. over de Nederd. Tael- en Letterkunde. |
22. | jacob cats, Spiegel van den ouden en nieuwen tydt, bestaande uit Spreekwoorden, ontleend van de voorige en tegenwoordige Eeuwen, verlustigt door een meenigte van Zinnebeelden, met Gedichten en Prenten daar op passende. Vermeerdert met een groote meenigte van Spreekwoorden, door het geheele Werk, met byvoeginge van nieuwe Platen en Gedichten: alles in de Nederlandsche Taale ten gerieve van de Liefhebbers der zelven. 's Hage. 1632. 4o, en een aantal andere uitgaven, zoo afzonderlijk als in zijne werken. |
23. | adr. vande vennes Tafere: l van de Belacchende Werelt, en desselfs geluckige Eeuwe, Gocd Rondt, Met by-gevoegde Raedsel-Spreucken, aen-gevvesen in de Boer-achtige Eenvoudigheyt, op de Haegsche kermis. Verçiert met konst-rijcke Afbeeldingen. 's Grav. by den Autheur. 1635. 4o. Die by-gevoegde Raedsel-Spreucken, overal op den kant
|
| |
| |
| geplaatst, zijn voor een goed deel spreekwoorden. |
24. | j. de brunes Nieuwe wyn in oude le'erzacken. Bevvijzende in Spreeck-vvoorden, 't vernuft der menschen, ende 't gheluck van onze Nederlandsche Taele. Middelbvrgh. roman. 1636. 12o. In een groot aantal afdeelingen verdeeld, vindt men hier, in vers-maat, om den anderen met verschillenden letterdruk, een getal van 7600 spreekwoorden, waarvan er, behalve een groo e 100 spreekwijzen, ruim 3500 niet zijn opgenomen, als behoorende tot andere talenGa naar voetnoot1). |
25. | Het Mergh van de Nederlandsche Spreekwoorden: Waer in h.l. spiegels By-spraakx Almanack: Neffens het tweede en derde Deel der Spreeck-woorden zijn by-gevoegt. Noyt aldus volkomen ghedruckt. Amstclredam. hartgers. 1644. 12o. Het 1e. Deel bevat no. 14, het 2e. Deel geeft, in alphabetische volgorde, bijna 1300 spreekwoorden, terwijl het 3e. Deel, wederom met A beginnende, er bijna 300 bijvoegt. Het 2e. Deel begint weder bij bl. 1, het 3e. Deel bij bl. 47. Eene andere druk is uitgegeven bij van den bergh, in m.dc.lx. |
26. | joannis sartori Adagiorum Chiliades tres, sive Sententioe Proverbiales Groecoe, Latinoe & Belgicoe, ex proecipuis Autoribus collectoe, ac brevibus Notis illustratoe. Ex Recensione cornelii schrevelii. Lvgd. Batav. Ex hypogr. herculis. mdclvi. kl. 8o. Eene andere uitgave, geheel aan deze gelijk, is van ƆIɔIɔƆlxx. Amst. ravesteinius. |
27. | johan van nyenborgh. Eenighe Leersaeme ende vermakelijke Spreeck-woorden, voorkomende, bl. 129-135, in zijne Weeck-wercken, der ghedenckwaerdighe Historien, Leer-gedichten, en Spreucken, &c. Gron. cöllen. 1657. 4o. Onder het opschrift: Spreeck-woorden worden, op bl. 324, nog 11 spreekwoorden opgenoemd. |
28. | m. schoockius. Notantur varia Belgarum proverbia, Turffas respicientia, zijnde Caput XX, van bl. 167-173, van zijn Tractatus de Turffis, ceu cespitibus bituminosis: Quo Multa, ab aliis hactenus aut neglecta, aut minus diligenter examinata, accuratius aliquanto excutiuntur. Gron. cöllenus. 1658. 12o. |
29. | Linguoe Latinoe Phrases: vel selectissimarum orationum, Germanicè redditarum, delectissimus adversus barbariem exercitus, unà cum silvula quadam vocabulorum aliquot, in quorum peccatum est quantitate. Auctore joanne sartorio. Quibus accesserunt adagià quaedam sartorii, in Batavicum sermonem conversa & brevi interpretatione illustrata. Editio tertia prioribus emendatior & longè auctior. Amst. pantenus. 1660. kl. 8o. De spreekwoorden, die hier, bl. 107-183, gevonden worden, komen geheel overeen met die van no. 26, beide voor de Latijnsche en Nederlandsche taal, met dit onderscheid, dat de Latijnsche tekst dáár uitvoeriger is en het aantal spreekwoorden grooter. Echter komen hier 54 spreekwoorden voor, die dáár niet gevonden worden. |
30. | [jan van vliet]. Der oude Vrije Friesen Spreeckwoorden, achter den Bredacschen Almanac en Chronijck van 1664. 4o. Deze Spreeckwoorden komen, bl. 22 van de Chronijck, alleen in de Friesche taal voor. De Almanac en Chronijck zijn afzonderlijk gepagineerd. |
31. | desiderius erasmus van Rotterdam, Colloquia familiaria, dat is, Gemeensame t' Samenspraken, waer by op nieuws gevoegt is Dulce Bellum inexpertis, dat is Den Krijg is den onversochten soet: als ook Sileni Alcibiadis, of Schyn bedriegt. Noch sijn hier achter by gedaen de verklaringen van tien spreekwoorden, enz. Uyt het Latijn vertaelt. Utrecht. van zyll. 1664. kl. 8o. De hier genoemde spreekwoorden komen voor bl. 625-725. Er bestaan nog andere drukken, ook van vroegeren tijd, en in quarto formaat, ofschoon in het laatste geval zonder drukker of jaartal. |
32. | anthonii matthaei Paroemioe Belgarum Jurisconsultis usitatissimoe: etc. Ultraj. smytegelt. 1667. 8o. Eene latere uitgave is van m. dc. xciv. Brux. t'serstevens. 4o, en in 1775 verscheen eene Nederlandsche vertaling. Amst. van esveldt. 4o. |
33. | nicolaes witsen. Verklaringen van scheeps Spreeck-woorden, en verscheiden eigen benamingen, voorkomende, bl. 481-516, in zijn Aeloude en hedendacgsche Scheeps-bouw en Bestier: enz. Amst. commelijn, broer en appelaer. 1671. fol. |
† 34. | Scielta de Proverbi, e sentenze Italiani tolti da varie lingue, particolarmente dall' Hebrea, Araba, Caldea, Greca, Latina, Todisca, Francesca, Spagnuola, Fiaminga et Italiana. Opera tessata da giulio varini. Nuovamente ristampata, e corretta, con una nuova aggiunta di diversi autori. In Venetia, 1672. Appresso michiel angelo barboni. 12o. nopitsch, S. 281, en volgens hem berust een exemplaar in de Univ. Biblioth. te Landshut. |
35. | Doctor edward richardson. Seekere stichtelijke Redenen en Spreekwoorden, dienstig om beyde de Taalen te leeren, voorkomende in d' Engelsche ende Nederduytsche Academy. 2e. Deel, bl. 23-39. Amst. swart. 1676. 12o. De Engelsche spreekw. worden in 't Nederlandsch overgebragt. |
| |
| |
36. | Verschijden Spreekwysen en deszelfs oorspronck, handschrift van 242 folio bladzijden, bevattende de verklaring van 491 spreekwoorden benevens een alphabetisch Register. Eene aanteekening van eene andere hand zegt, dat het werk is verzameld door pieter witsen, die de tijtsnippeling in Verssen beschreven heeft. |
37. | w.a. winschootens Seeman: behelsende een grondige uitlegging van de Neederlandse Konst, en Spreekwoorden, voor soo veel die uit de Seevaart sijn ontleend, en bij de beste Schrijvers deeser eeuw gevonden werden. Leiden. de vivie. 1681. kl. 8o. |
† 38. | Duo Proverbia Belgica explicata, voorkomende, bl. 158, in de Opuscula j. ab. almeloveen. Amst. 1686. |
† 39. | alexander arnold pagenstecher ad Paroemias Belgicas in ejusd. Sylloge Dissertationum, bl. 483-522. Bremae. 1713. 12o. |
40. | c. tuinmans Zedenzangen, over een groot gedeelte der Nederlandsche Spreekwoorden van dagelyks gebruik, nuttig uitgebreid en toegepast op verscheiden rymtrant en zangwyzen. Leiden. langerak. mdccxx. kl. 8o. Men vindt hier 100 Zedenzangen, in elk van welke een of meer spreekwoorden ten grondslag gelegd wordt. |
41. | carolus tuinman. De oorsprong en uitlegging van dagelijks gebruikte Nederduitsche Spreekwoorden, opgeheldcrt tot grondig verstand der Vaderlandsche Moedertaal. 2 Deelen. Middelburg. schryver. 1726 en 1727. 4o. Achter het 1e. Deel vindt men eene Nalezing van Nederduitsche Spreekwoorden, afzonderlijk gepagineerd. Deze is de volledigste verzameling van spreekwoorden in onze taal, en als zoodanig van blijvende waarde. |
† 42. | Adagia quaedam ac carmina magis obvia ex optimis quibusdam auctoribus collecta nec non alphabetice digesta in gratiam studiosae juventutis. Brugis. 1727. 8o. Volgens mone eene rijke verzameling van Latijnsche en Nederlandsche spreekwoorden. |
43. | lud. smids, M.D. Spreckwoorden, voorkomende, bl. 318-321, in zijne Schatkamer der Nederlandsse Oudheden; of Woordenboek, behelsende Nederlands Steden en Dorpen, Kasteelen, Sloten en Heeren Huysen, Oude Volkeren, Rievieren, Vermaarde Luyden in Staat en Oorlogh, Oudheden, Gewoontens en Lands wysen. 2e. druk. Vermeerdert met Aanteekeningen door pieter langendyk. Haarlem. marshoorn. mdccxxxvii. 8o. Die vermeerdering met Aanteekeningen is niet op de spreekwoorden toepasselijk, daar er, na een 25 tal te hebben uitgelegd, gezegd wordt: ‘een Tweede Druk sal hier moogelyk een meerder getal van Spreekwysen bybrengen.’ Ook de 3e, druk (Amst. bom. 1774) wijst, voor de spreekwoorden, op den toekomenden 2en. druk, ofschoon er 1 spreekwoord is bijgevoegd. In het bij den 3en. druk afzonderlijk, bij denzelfden uitgever, in 1778, door th. van brussel, bezorgde Aanhangsel wordt van geene spreekwoorden gewag gemaakt. |
† 44. | Duytsche en Fransche Spreekwoorden, uit de beste Schrijvers. 1738. 8o. HS. van 210 bl. in de Univ. Bibl. te Leuven, volgens mone, S. 316. |
45. | Almanak van 1740, kl. 8o. De spreekwoorden, 345 in getal, hier voorkomende, zíjn, voor de maanden des jaars, tot afdeelingen gebragt, echter niet naar het aantal dagen, zoo als spieghel doet: in ééne maand slechts is het getal spreekwoorden gelijk het getal dagen, voor drie maanden vindt men elk een spreekwoord meer, en bij de overige maanden één of meer minder. |
46. | Lyste van Spreekwoorden, op verscheyde voorvallen toepasselijk. Door een Liefhebber der selve by een vergadert. Gedrukt in de Brouwery van de Wereld, in de Drukkery van kakodemus. 2 Deelen. kl. 8o. Bij beide Deelen gaat vooraf: Lyste van Rariteyten, die verkocht sullen werden, voor het 1e. Deel op den 32 van Bokkem-maand, in den Jare dat tweemaal drie soo veel doet als driemaal twee, en voor het 2e. Deel op den 33 van Haringmaand, in den Jare dat driemaal twee soo veel doet als tweemaal drie. Ten Huyse van anna folie. Alwaar de selve Rariteyten drie dagen na de Verkooping van niemand konnen gesien werden. Gedrukt in Arabien, midden op de Sand-Zee, in 't vervalle Kasteel van den Rasenden roeland. In het 1e. Deel komen 500, in het 2e. Deel 477 zulke spreckwoorden, die gebezigd worden met den naam van eenig mensch of dier of wel den duivel, die het zou uitgevonden hebben, bij de Duitschers Spreekwoorden in VoorbeeldenGa naar voetnoot1) genoemd. Dat deze spreekwoorden echt zijn, toonen andere vcrzamelingen, waarin eenige, hier voorkomende, mede gevonden worden. De vroeger genoemde Klucht van den Pasquil-maecker voor den Duyvel is vooral rijk in die soort. Deze beide Lysten van Rariteyten en de eerste Lyste van Spreekwoorden hebben tot vignet de Faam, terwijl voor de tweede Lyste van
Spreekwoorden een Postbode te paard gevonden wordtGa naar voetnoot2). In beide Deelen worden eenige spreekwoorden gevonden, die de grenzen der welvoege- |
| |
| |
| lijkheid overschrijden, en daarom niet zijn opgenomen. Vele der hier voorkomende spreekwoorden missen allen historischen grond. |
† 47. | Adagiorum maxime vulgarium. Thesaurus ex probatissimis scriptoribus partim selectus, carminibus partim redditus, in gratiam studiosae juventutis, auct. fr. a.c. gandavi. Aldenardae. vereecken. (1747). 12o. Volgens het eerste gedeelte van den Catal. van j.f. willems, onder no. 247, vindt men hier Proverbes flamands, accompagnés d'une traduction latine. Ook in het tweede gedeelte van genoemde Catal. komt het voor, en wel onder no. 3800. Zie ook mone, S. 319. |
48. | Zinryke Tydverdryver, aanwyzende eenige der besten en nadenkelykste Spreukwoorden. Met duidelyke Uitleggingen en Verklaringen na de hedendaagsche Waerelds-loop; enz. In het Hoogduits beschreven door johannis lassenius. 2e. druk. Amst. wetekamp en eleveld. 1760. kl. 8o. Het zijn zedekundige vertoogen naar aanleiding van 40 spreekwoorden, voor de helft ook Nederlandsche. |
49. | De Boere Studeerkamer, of Rariteytkraam der zotten en zottinnen. Beschreven door een Genoodschap Boeren. 2 Deelen. 's Grav. van os. 1765 en 1767. kl. 8o. Eene verzameling van 2 maal 12 vertoogen, naar aanleiding van even zoo vele Nederlandsche spreekwoorden. |
50. | g.w. rabener. antoni pansa van mancha's Verhandeling van Spreekwoorden, waarin word aangetoond hoedanig dezelven te verstaan en te gebruiken zyn, uitmakende, op ééne Verhandeling na, het 4e. Deel zijner Verzameling van Hekelschrijften, uit het Hoogduitsch. Amst. meijer. mdcclxvii. 8o. |
† 51. | Eene considerable Verzaameling van Nederduytsche spreekwoorden, zoo als dezelve van over 1000 jaren zijn in gebruik geweest, alle op 't Alphabet gebragt ende met zeer veele moeyte bijeenverzameld, te zaamen in 3 banden gebonden. fol. Dit werk komt voor op den Catal. van gritti. 1769. I, 159, en is waarschijnlijk een handschrift. |
52. | Mr. zacharias hendrik alewijn. Mengelingen, behelzende verbasterde Spreekwyzen, en een aanhangzel van verminkte plaatzen in oude schryveren, gevolgd door II Bylagen tot deze Verhandeling, betiteld: Mengelingen door nikolaas hinlópen, voorkomende. bl. 101-122, in de Werken van de Maetschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leyden, 1e. Deel. Leyden. v.d. eyk en vygh. mdcclxxii. 4o. |
53. | [e. wassenbergh]. Verhandeling over de eigennaamen der Friesen. Met ses bijlagen, daartoe betrekkelijk. En eene toelage van Friesche spreekwoorden. Franeker. lomars. 1774. 8o. Het zijn dezelfde 57 oude Friesche Spreekwoorden van no. 30, hier in 't Nederlandsch overgebragt en opgehelderd. |
54. | wilhelmus engelen. Specimen juridicum sistens paroemias quasdam juris Bel ici illustratas. Trajccti ad Rhenum. v. paddenburg. mdcclxxvii. 4o. |
55. | Annotationes ad antonii matthaei Paroemias Belgarum jurisconsultis usitatissimas. Auctore jano jacobo van hasselt. Neomagi. van campen. mdcclxxx. 8o. Zie no. 32. |
56. | joannes lublink, den Jongen. Verhandeling over de Spreckwoorden, in zijne Verhandelingen over verscheidene onderwerpen, voorgeleezen in het Genootschap, Concordia et Libertate. Tweede Zevental, en daarvan de IVe. Verhandeling, bl. 83-121. Amst. mdcclxxxviii. 8o. Deze uitgave was alleen voor de vrienden des verhandelaars, en bevatte drie Zeventallen. Later verscheen dit werk in 2 Deelen, onder den titel van Verhandelingen van joannes lublink, den Jongen. Rott. immerzeel jr. mdcccxxiii. 8o. De Verhandeling over de Spreekwoorden is de VIIIe. des cersten Deels, loopende van bl. 231-274. |
† 57. | Reedevoering, geschikt geweest om te doen in het genootschap der Malcontenten, binnen Amsterdam, tusschen den 15 Maart en den 13 Juny 1789. Veelal in Bataafsche spreekwoorden. Amst. 1789. 8o. |
58. | [Mr. g.j. gales]. Twee Redevoeringen of zoogenaamde Voorleezingen, veelal in Hollandsche Spreekwoorden, gedaan in het Letterlievend Genootschap Doctrina et Amicitia. in den jaare 1790 en 1793, binnen Amsterdam. Amst. wijnands. mdccxcv. 8o. |
59. | j.f. martinet. Verzameling van Vaderlandsche Spreekwoorden, opgehelderd, ten gebruike der jeugd en in de schoolen. Amst. allart. 1796. kl. 8o. 3e. Druk: Leyden. du mortier en Zoon. 1829. Vroeger waren deze 72 opgehelderde spreekwoorden, van tijd tot tijd, geplaatst in het Geschenk voor de Jeugd, door martinet en van den berg, in 12 Stukjes uitgegeven. |
60. | Oorspronglyke Nederlandsche Logogryphen, of de Verzameling van Vaderlandsche Spreekwoorden, opgehelderd door j.f. martinet, in beeldtenissen, muzyk-gefigureerde- en andere letteren voorgesteld, ten einde dezelve als Logogryphen te kunnen leezen. 1e. Afdeeling. Amst. van vliet. Zonder jaartal, kl. 8o. Op voorgestelde wijze worden hier de 24 eerste spreekwoorden van het vorige no. behandeld. De uitgever had het voornemen, nog in hetzelfde jaar van uitgave de beide ontbrekende Afdeelingen te leveren, waaraan echter niet schijnt voldaan te zijn. |
61. | Magazijn van Spreekwoorden en Zedenspreuken, opgehelderd door voorbeelden en ver- |
| |
| |
| tellingen, tot een leesboek voor de jeugd. Met platen. 3 Deelen. Amst. van vliet. mdccc-mdcccii. kl. 8o. Hetzelfde werkje is mede uitgegeven bij willems, doch zonder jaartal. De vertaler heeft het, door zijne vrije vertaling, geheel tot een Nederlandsch product gemaakt, en de spreekwoorden niet vertolkt, die bij onze Natie niet in gebruik zijn. Er worden 90 spreekwoorden opgehelderd; de nos. der spreekwoorden zijn doorloopend. |
† 62. | Recueil de proverbes françois, latins, espagnols, italiens, allemands, hollandois, juifs, américains, russes, turcs etc. à l'usage des écoles publiques et des maisons d'éducation, par le cit. d'humieres. Paris. 1800. 12o. |
† 63. | joh. fried. schütze. Apologische Sprichwörter der Niederländischen Volkssprache, in wielands Neuen Deutschen Merkur. October. 1800. nopitsch, S. 238. |
† 64. | Holländische Sprichwörter aus dem Seeleben, in christ. aug. fischers Reise-abentheuern. B.I. Dresden. 1801. kl. 8o. Allgem. Lit. Zeit. 1801, no. 224. |
65. | [k.f. lossius]. Tafereelen uit het Daaglijksche Leven, benevens eenige Spreekwoorden, als Tooneelstukjes voor de Jeugd bewerkt. Amst. van vliet en van der hey. 1802. kl. 8o. 2e. druk, 1817. Dáár opgegeven als de schrijver van Gumal en Lina. |
66. | joannes lublink, den jongen. Over eenige Spreekwijzen in de Nederduitsche taal, zijnde, bl. 77-100, de vijfde en zesde Brief van zijne Brieven en Briefwisseling. Amst. allart. mdccciii. 8o. |
67. | Wysheid in Spreekwoorden, te vinden, bl. 134-142, in Aangenaam Kinder School, 5e. uitgaave. Amst. Wed. dóll. mdccciv. kl. 8o. Hier worden 190 spreekwoorden opgenoemd. |
68. | j.a.c. löhr. Voedsel voor het kinderlijk verstand, bestaande in Gesprekken, Vertellingen, Fabelen, Raadsels, Charaden, Spreekwoorden, Zedespreuken en Verklaringen van een aantal veelbeteekenende, en dagelijks in het gemeene leven voorkomende woorden. Vrij gevolgd naar het Hoogduitsch. 1e. Deel. Leyden. du mortier en Zoon. 1804. kl. 8o. 2e. druk, 1832. De Spreekwoorden en Zedespreuken vindt men, bl. 70-79, in de 6e. Afdeeling, waar 8 spreekwoorden worden verklaard en de 90 van no. 61 opgegeven, welke laatste door mij niet zijn aangewezen. |
69. | Leerzaam Geschenk voor de jeugd, bevattende eenige opgehelderde en toegepaste Spreekwoorden, versierd met fraaije zinnebeeldige platen. Sneek. holtkamp. Zonder jaartal. kl. 8o. |
70. | f. van aken. Nederlandsche Spreekwoorden, door voorbeelden opgehelderd, voor kinderen. Met plaaten. Amst. houtgraaf. (1807). kl. 8o. Hier worden 12 spreekwoorden opgehelderd. Het is waarschijnlijk een 1e. Stukje. Volgens [de jong], Alph. Naaml. van Boeken, van 1790-1832, bestaan er 4 Stukjes, wordende het 2e. en 3e. Stukje in de Vad. Letteroef. no. 15, van 1808, beoordeeld, en daar gezegd, in 1807 en 1808 te zijn uitgegeven. |
71. | f. fokke sz. Verzameling van eenige, hier te lande gebruikelijke, Spreekwoorden; op eene vrolijke, onderhoudende en gemeenzame wijze verklaard en opgehelderd. Met Caricatuurplaten. Amst. saakes. mdcccx. 8o. Elk der 6 behandelde Spreekwoorden afzonderlijk mdcccv-mdcccx. 2e. druk. ten brink en de vries. mdcccxxxi. |
72. | Mr. jacob henrik hoeufft. Taalkundige Aanmerkingen op eenige Oud-Friesche Spreekwoorden. Breda. van bergen. mdcccxii. 8o. 2e. uitgave. 1815. De hier behandelde Spreekwoorden zijn dezelfde van no. 30 en 53. |
73. | Spreekwoordenspel, in Wintervermaak voor kinderen van verschillenden ouderdom, die zich en hunne Medgezellen willen verlustigen, bestaande in Kunststukjes, Gezelschapsspelen, Raadzels, Charaden, Kwinkslagen, Anecdoten en Fabelen. Amst. tiel. (1813). kl. 8o. Een andere druk bij brave, zonder jaartal. Een der genoemde Gezelschapsspelen is het Spreekwoordenspel, waar, bl. 41-47, het spreekwoord: Eén gek maakt tien andere gekken ten voorbeeld is genomen, en 32 andere ter behandeling worden opgegeven. |
74. | w.g. reddingius. Hollandsche Spreekwoorden, opgehelderd door leerzame voorbeelden. Gron. zuidema. 1814. kl. 8o. |
75. | Derde half honderd Vaderlandsche Spreekwoorden en -wijzen; aan den Heer Redacteur van het tijdschrift Euphonia, in antwoord op de noot in no. 30, waarmede de overige lezers niets te maken hebben, door post-steenus, voorkomende in no. 33 en 34, bl. 514-519 en bl. 521-525, van het 6e. Deel, 3e. Stuk van Euphonia; een tijdschrift voor den beschaafden stand. Utrecht. zimmerman. 1819. 8o. |
† 76. | Gedachten-raadsel-spel in vaderl. Spreekw., of geheim om door middel van kaarten iemands gedachten te zoeken. Amst. van arum en kraijenbrink. 1821. 2e. druk, 1827. [de jong], Alph. Naaml. van boeken, van 1790-1832. |
77. | a. van zutphen. Vaderlandsche Spreekwoorden, ten dienste van de hoogste klasse der Nederlandsche scholen, opgehelderd. 2 Stukjes. Gorinchem. noorduyn. mdcccxxi, en van der wal. 1823. kl. 8o. |
78. | Verzameling van Spreekwoorden en Zegswijzen, opgehelderd en toegepast. Een leesboek voor de jeugd en scholen. Sneek. smallenburg. 1822. kl. 8o. |
| |
| |
79. | vincent loosjes. Het Rundvee, voorkomende, bl. 134-152, in zijne Zedekundige Uitspanningen. Haarlem. Wed. loosjes pz. mdcccxxii. 8o. Een vertoog over de Spreekwoorden, aan het Rundvee ontleend. |
80. | [c.c.f.] e[vert]s. Een verhaal uit den ouden tijd in Nederlandsche Spreekwoorden, in het Alg. Letterl. maandschrift, 6e. Deel, 6e. Stuk, bl. 226-234, 8e. Stuk, bl. 313-317, en 9e. Stuk, bl. 343-350. Amst. vink. 1822. 8o. Men vindt hier een 12tal spreekwoorden verklaard, door het bijbrengen van eene menigte andere. Dit verhaal is ontleend uit kemps Leven der Doorluchtige Heeren van Arkel, ende Jaar-Beschrijving der stad Gorinchem, enz., bl. 274-278. Aan een toevallig gesprek in eenen vriendenkring te Gorinchem, over het gebruik der Nederlandsche spreekwoorden, heeft dit opstel zijne geboorte te danken. |
81. | n. van der hulst. M.D. Luim en Ernst, of verklaring en uitbreiding van eenige Vaderlandsche Spreekwoorden, welke van Eijeren ontleend zijn. 2 Stukjes. Rott. cornel. mdcccxxiii. 8o. Van de xvi hier bedoelde Spreekwoorden, bij welke in het voorberigt van het 2e. Stukje nog ii worden opgegeven, worden de vii eerste comisch beschouwd en uitgebreid. Als inleiding worden de spreekwoorden in het algemeen geklassificeerd en in voorbeelden opgenoemd. Later, mede in 1823, ook bij cornel, verscheen van denzelfden schrijver een Belangrijk woord aan het Letterlievend publiek, ten bewijze dat men geen onbepaald vertrouwen in Recensiën stellen kan, waar in het Naschrift nog bepaaldelijk over de spreekwoorden van dit onderwerp wordt gehandeld, en gewezen op het voorberigt van een 3e. Stukje, waarin de rest zal worden opgegeven, daar de Spreekwoorden, van Eijeren ontleend, reeds tot een vijftigtal zijn aangegroeid. De dood heeft 's schrijvers plan verijdeld. |
82. | j.f. willems. Keur van Nederduitsche Spreekwoorden en Dichterlyke Zedelessen. Antw. wed. schoesetters. 1824. 8o. Het hier geleverde aantal is bijna 600, waarvan omtrent 300 als vreemde Spreekwoorden of Dichterlyke Zedelessen weg vallen, de overige behooren tot onze spreekwoorden. |
83. | vincent loosjes. De Boter, voorkomende, bl. 144-158, in zijne Nieuwe Zedekundige Uitspanningen. Haarlem. Wed. loosjes pz. mdcccxxiv. 8o. Een vertoog over de Spreekwoorden, aan de Boter ontleend. |
84. | vincent loosjes. De Katten, voorkomende, bl. 182-199, in zijne Nieuwe Zedekundige Uitspanningen. Haarlem. Wed. loosjes pz. mdcccxxiv. 8o. Een vertoog over de Spreekwoorden, aan de Katten ontleend. |
85. | a. van zutphen. Onze oude luidjes wisten ook zoo iets van den duivel, in het Alg. Letterl. maandschrift, 8e. Deel, 10e. Stuk, bl. 415-425, en 16e. Stuk, bl. 698-709. Amst. vink. 1824. 8o. Aan den duivel worden een dertigtal spreekwoorden ontleend, waarvan de twintig eerste nader worden overwogen en in derzelver meening ontknoopt. |
86. | Vaderlandsche Spreekwoorden, in het Letterkundig Magazijn van Wetenschap, Kunst en Smaak. no. xii, bl. 546. Amst. van dijk. 1824. 8o. |
87. | Mr. willem bilderdijk. Proeve, by wege van uittreksel uit eene verklaring van meerdere Spreekwoorden en Spreekwijzen, voorkomende in zijne Nieuwe Taal- en Dichtkundige Verscheidenheden. 2e. Deel, bl. 199-209, 3e. Deel, bl. 181-198, en 4e. Deel, bl. 193-208. Rott. immerzeel, jr. 1824 en 1825. 8o. |
88. | De Spreuken des Tijds, (ter inleiding van Euphonia voor 1825) door post-steenus, voorkomende in no. 1, bl. 1-13, en no. 2, bl. 17-28, van het 1e. Stuk van Euphonia; een tijdschrift voor den beschaafden stand. Utrecht. zimmerman. 1825. 8o. |
89. | [j.p. sprenger] v[an] e[ijk]. Over het zinrijke en waardige van vele Oud-vaderlandsche Spreekwoorden, voorkomende, bl. 177-197, in de door hem verzamelde Fakkel of Bijdragen tot de kennis van het ware, schoone en goede. 1e. Jaargang. Rott. mensing en van westreenen. mdcccxxv. 8o. |
90. | p. van der willigen. Een Spreekwoord niet altijd een waar woord, in voorbeelden. Uitgegeven door de Maatschappij: tot Nut van 't Algemeen. Amst. de vries, van munster en Zoon en van der hey en Zoon. 1825. 8o. |
91. | Rapeling van Vaderlandsche Spreekwoorden, ieder met zijn alibi bewezen, van de woorden Schoen, Veer, Lam, Liggen, Man en Hond ontleend, geplaatst in den Algemeenen Konsten Letterbode, 1825, nos. 39, bl. 221 en 222; 42, bl. 270 en 271; 43, bl. 286; en 46, bl. 333 en 334; en 1826, no. 8, bl. 121-125. Haarlem. Wed. loosjes pz. 8o. |
92. | hendrik Baron collot d'escury. Onze spreekwoorden, zijnde bl. 9-22 der Aanteekeningen en Bijdragen over de Taal, voorkomende in zijn Holland's roem in Kunsten en Wetenschappen, met Aanteekeningen en Bijdragen. 3e. Deel. 's Grav. en Amst. Gebr. van cleef. 1826. 8o. |
93. | paulus cornelis scheltema. Verzameling van Spreekwoorden, Gezegden en Anekdoten, benevens belangrijke geschied- en oudheidkundige Aanteekeningen, enz., meerendeels Vriesland en de Vriezen betreffende; alsmede taalkundige ophelderingen omtrent den oorsprong en de ware be- |
| |
| |
| teekenis van oude Vriesche woorden en gezegden. 2 Stukjes. Francker. ypma. 1826, en Leeuw. schierbeek. 1831. 8o. |
94. | d. braakënburg. Verzameling van Nederlandsche Spreekwoorden, opgehelderd voor de jeugd, en tot schoolgebruik ingerigt. Haarlem. Erven bohn. 1828. kl. 8o. |
95. | m.c. de méry. Proverbes Flamands et Proverbes Hollandais, zijnde §§ xii en xiii van zijne Histoire générale des Proverbes, Adages, Sentences, Apophthegmes, dérivés des maeurs, des usages, de l'esprit et de la morale des peuples anciens et modernes, etc. Tome second. Paris. delongchamps. 1828. 8o. |
96. | j.v[an] o[osterwijk] bruyn. Tegenstrijdige Spreekwoorden, geplaatst, bl. 137-140, in den Almanak voor Blijgeestigen. Brussel. sacré. 1830. kl. 8o. |
97. | Mr. jacobus scheltema. Forklearing fen twae Friesche Spreckwirden, voorkomende, bl. 23-26, in het Friesch Jierboeckjen. Lieauwerd. suringar. 1830. kl. 8o. In het Jierboeckjen foar it jier 1831, bl. 22-24, wordt mede een Spreckwird forkleard. Later, onder het opschrift: Frisiaca, vertaald voorkomende, Deel VI, bl. 214-218, en 228-230, in zijn Geschied- en Letterkundig Mengelwerk. Utrecht. van terveen. 1836. 8o. |
98. | Spreekwoorden, geen kinderen der ondervinding, door H. te H., voorkomende, no. ix, bl. 409-422, in de Vaderlandsche Letteroefeningen. Amst. leeneman, v.d. kroe en yntema. 1830. 8o. |
99. | Over sommige Spreekwijzen, derzelver beteekenis en rigtig gebruik. (Brokstuk uit eene voorlezing.) Geplaatst, bl. 102-116, in den Almanak voor Hollandsche Blijgeestigen. Amst. brest van kempen. mdcccxxxii. 12o. |
100. | Mr. jacobus scheltema. Lijst van eenige min bekende woorden, namen, gezegden, sprookjes, enz., achter de Volksgebruiken der Nederlanders, bij het vrijen en trouwen, voorkomende, Deel IV, Stuk iii, bl. 321-327, in zijn Geschieden Letterkundig Mengelwerk. Utrecht. van terveen. 1832. 8o. In deze lijst komen een 17tal spreekwoorden voor, aan het genoemde onderwerp ontleend. |
101. | p. hornstra, jz. Voedsel voor verstand en hart, uit Spreekwoorden en Spreuken afgeleid; een leesboekje voor de middelste klasse eener lagere school. Sneek. holtkamp. 1832. kl. 8o. |
102. | Ga naar voetnoot1) l. koning. Verzameling van honderdveertig Spreekwoorden, opgehelderd, zoowel afzonderlijk als gezamentlijk met zijne overige Schetsen ter herinnering en oefening. Zonder drukker. (1833). kl. 8o. |
103. | j.h. halbertsma. Friesche Spreekwoorden, voorkomende, bl. 29-32, in zijne Voorafspraak van De Lapekoer fen gabe soroar. tredde jefte. Dimter. de lange ean de brink. 1834. 8o. Hier worden 44 spreekwoorden uit no. 18 bijgebragt. Op eene uitnoodiging heeft de schrijver deze spreekwoorden in 't Nederlandsch overgebragt, waarom er aanwijzing van kan worden gedaan. |
104. | theods. johs. kerkhoven. Levenswijsheid, of een honderdtal Hollandsche Spreekwoorden, voorkomende, bl. 52-58, in den Nederlandschen Muzen-Almanak. Amst. immerzeel. 1835. 12o. |
105. | c. van der vijver. Spreekwoorden, voorkomende, bl. 205-220, in zijn verzameld Letter- en Geschiedkundig Allerlei; of Verpoozingen in ledige oogenblikken. 2e. Jaargang. Amst. v.d. vinne. mdcccxxxv. 8o. Een 25tal spreekwoorden wordt hier uitgelegd. |
106. | j.p. sprenger van eijk. Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke Zegswijzen, bijzonder van de Scheepvaart en het Scheepsleven ontleend. Rott. mensing en van westreenen. 1835. 8o. Hierop kwamen, in 1836, Nalezingen en Vervolg. (Waarin ook de opgegevene donkere Spreekwoorden en Spreekwoordelijke Zegswijzen, meerendeels worden opgehelderd.) |
107. | a. wassenbergh. Friesche Spreekwoorden, in den Frieschen Volks-Almanak. 1836, bl. 89-95, 1837, bl. 113-124, en 1838, bl. 95-101. Leeuw. schierbeek. De beide eerste 12o., de laatste kl. 8o. |
108. | g.j. meijer. Oude Nederlandsche Spreuken en Spreekwoorden; met taalkundige aanteekeningen uitgegeven. Gron. oomkens. 1836. 8o. Men vindt hier no. 7 en 11, met weglating dier spreuken en spreekwoorden, welke, of nog dagelijks onveranderd onder ons gehoord worden, of, welke niets opmerkelijks voor taal of spelling opleveren, zoo als de Aanteekenaar, bl. vi van het Voorberigt, zegt. |
109. | j.f. willems. Nederlandsche Spreekwoorden van den Vos, den Wolf, enz., zijnde Bylage V, bl. 295-301, van zijn Reinaert de Vos. Episch fabeldicht van de twaelfde en dertiende eeuw. Gent. gyselynck. 1836. 8o. Onder de hier genoemde spreekwoorden komen eenige vreemde voor, die dus in het Spreekwoordenboek niet zijn opgenomen: de zulke n.l., die uit no. 24 zijn overgenomen, en elders niet worden vermeld. |
110. | Proeve ter opheldering van eenige Spreekwoorden, geplaatst, bl. 621-624, in de Boekzaal der geleerde wereld, enz. Voor Mei. Amst. Erven
|
| |
| |
| onder de linden en Zoon. mdcccxxxvii. kl. 8o. |
111. | Voorlezing over de waarheid, vervat in sommige Spreekwoorden, welke van de Zee, of het Scheepsleven ontleend zijn, voorkomende, bl. 69-88, in de Zeeplanten, of Voorlezingen uit het Noorden. Sneek. holtkamp. 1837. 8o. |
112. | r. posthumus. Eene Lijst en korte opheldering van eenige Friesche Woorden, Spreekwijzen en Spreekwoorden, in De Vrije Fries. Mengelingen, uitgegeven door het Provinciaal Friesch Genootschap, ter beoefening der Friesche Geschied-, Oudheid- en Taalkunde. 1e. Deel, 1e. Stuk, bl. 83-92, 1e. Deel, 3e. Stuk, bl. 233-248, 2e. Deel, 1e. Stuk, bl. 93-116, 3e. Deel, 2e. Stuk, bl. 200-217, 4e. Deel, 1e. Stuk, bl. 94-104, 4e. Deel, 3e. Stuk, bl. 306-320. (Alphabetisch tot de H.) Leeuw. suringar. 1837, 1838, 1840, 1843, 1845, 1846. 8o. |
113. | p. van waesberge. Sermoen over Geld en Geldzaken, zamengesteld uit Vaderlandsche Spreekwijzen en Spreekwoorden, voorkomende, bl. 160-172, in den Schiedamschen Almanak. Schiedam. goude. 1838. 12o. |
114. | Gemodernizeerde Spreekwoorden, door e.o., geplaatst, bl. 58-64, in den Nieuwen Almanak voor Blijgeestigen. Amst. Gebr. diederichs. 1838. kl. 8o. |
115. | j.p. sprenger van eijk. Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke Zegswijzen, bijzonder uit het Dierenrijk ontleend, en eenige andere opgegevene. Rott. mensing en van westreenen. mdcccxxxviii. 8o. Hierop kwamen, in mdcccxxxix, Nalezingen en Vervolg. (Waarin ook de opgegevene donkere Spreekwoorden en Spreekwoordelijke Zegswijzen, meerendeels worden opgehelderd.) |
116. | m.h. de graaff. Spreekwoorden, voorkomende, bl. 69-130, in zijne Luimige en Ernstige Gedachten. Utrecht. bosch. 1838. 8o. |
117. | p. van waesberge. Sermoen over het Vrijen, zamengesteld uit Vaderlandsche Spreuken en Spreekwoorden, voorkomende, bl. 51-67, in den Schiedamschen Almanak. Schiedam. goude. 1839. kl. 8o. |
118. | Spreekwijzen en Spreekwoorden, welke in Drenthe gebezigd worden, geplaatst, bl. 206-210, in den Drenthschen Volks-Almanak. Koev. v.d. scheer. 1839. 12o. |
119. | Pachter martijn. Over Spreekwoorden en Spreekwoordelijke gezegden, voorkomende, bl. 1-9, in het Avondonderhoud voor den huisselijken kring, naar Pachter martijn, starke, enz. 's Grav. van stockum. 1839. 8o. |
120. | p. van waesberge. Sermoen over den Wijn, zamengesteld uit Vaderlandsche Spreuken en Spreekwoorden, voorkomende, bl. 10-19, in het Rotterdamsch Jaarboekje. Rott. wynands. 1840. 12o. |
121. | d.h. van der meer. Iets over Spreekwoorden in het Algemeen en bijzonder over die, welke aan de Scheepvaart ontleend en van Frieschen oorsprong zijn, te vinden, bl. 121-133, in den Frieschen Volks-Almanak. Leeuw. schierbeek. 1840. kl. 8o. |
122. | a. de jager. Bijdragen tot de kennis der Nederduitsche Spreekwoorden, in het door hem bijeenverzameld Taalkundig Magazijn of Gemengde Bijdragen tot de kennis der Nederduitsche taal. 3e. Deel, bl. 81-128, 457-499, en 4e. Deel, bl. 695-697. Rott. wijnhoven hendriksen. 1840, en Deventer. ter gunne. 1842. 8o. |
123. | Icts over Spreekwoorden en derzelver gebruik bij het onderwijs, voorkomende, bl. 76-92, in De Vrijmoedige. Tijdschrift voor Onderwijs en Opvoeding. 2e. Jaargang, no. 2. Amst. schalekamp, v.d. grampel en bakker. 1840. 8o. |
124. | j.f. willems. Spreekwoorden, die van Jan en Hans komen, voorkomende, bl. 167-169, in het door hem uitgegeven Belgisch Museum voor de Nederduitsche Tael- en Letterkunde en de Geschiedenis des Vaderlands. Gent. gyselynck. 1840. 8o. |
125. | j.p. sprenger van eijk. Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke Zegswijzen, bijzonder aan het Landleven ontleend. Rott. mensing en van westreenen. mdcccxli. 8o. |
126. | a. de jager. Toelichtende Bedenkingen op het Naschrift van den Heer j.p. sprenger van eijk, geplaatst achter zijne Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden, enz., aan het Landleven ontleend. Rott. wijnhoven hendriksen. 1841. 8o. |
127. | Gedachten over Spreekwoorden, te vinden, bl. 751-758, in de Boekzaal der geleerde wereld, enz. Voor Junij. Amst. Erven onder de linden en Zoon. mdcccxli. kl. 8o. |
128. | pr. van duyse. Spreekwoorden aan geestelijke zaken ontleend, voorkomende, bl. 192-233 en 454-458, in het Belgisch Museum voor de Nederduitsche Tael- en Letterkunde en de Geschiedenis des Vaderlands, uitgegeven door j.f. willems. Gent. gyselynck. 1841. 8o. |
129. | h. guikema. Vijftig leerzame verhalen, ontleend uit de Nederlandsche Spreekwoorden; ten dienste der scholen. Gron. scholtens. 1842. kl. 8o. Tweede Vijftigtal. 1843. |
130. | Over eenige Groninger Spreekwoorden, in De Huisvriend. Gemengde lectuur voor Burgers in Stad en Land, verzameld door j.j.a. goeverneur. 1e. Deel, 1843, bl. 393, en 2e. Deel, 1844,
|
| |
| |
| bl. 128, 359 en 360. Gron. van bolhuis hoitsema. fol. |
131. | Opmerkingen, betreffende eenige Spreekwoorden, voorkomende, bl. 57-80, in Ernst en Luim, of Uren aan de beschouwing van verschillende onderwerpen gewijd, door v.d.m. 's Grav. kloots en Comp. 1843. 8o. Men vindt er 9 spreekwoorden, welke hun aanwezen aan 's menschen handen verschuldigd zijn, verklaard. |
132. | Zaanlandsche Spreekwoorden, door x., in het Zaanlandsch Jaarboekje. 1844, bl. 152, 1846, bl. 122-124, en 1849, bl. 137-140. Zaandijk. heynis tsz. 12o. |
133. | j.p. sprenger van eijk. Het spreekwoordelijk gebruik van bijbeltaal in de burgerlijke zamenleving, beoordeeld. Rott. mensing & van westreenen. (1844.) 8o. |
134. | Gemeenzame Nederlandsche Volksspreuken, voorgesteld in Leerzame Verhalen, ten dienste der lagere scholen. Amst. leepel & brat. 1844. kl. 8o. |
135. | Spreekwoorden en Spreekwijzen van den Neus, voorkomende, bl. 140-143, in de Humoristische schetsen over den Neus. Dev. de lange. 1844. 8o. |
136. | symeon anton [antony moens]. Korte verklaring en uitbreiding van twee Vaderlandsche Spreekwoorden, aan Katten ontleend. Eene voorlezing, voorkomende, bl. 1-29, in zijn Allerlei. Lectuur voor Rijken en Armen, Ouden en Jongen, Blijgeestigen en Zwaarmoedigen, enz. enz. Rott. mensing & van westreenen. 1845. 8o. |
137. | symeon anton [antony moens]. Verklaring en uitbreiding van drie Vaderlandsche Spreekwoorden, aan de Kleeding ontleend. Eene voorlezing, voorkomende, bl. 30-52, in zijn Allerlei. Lectuur voor Rijken en Armen, Ouden en Jongen, Blijgeestigen en Zwaarmoedigen, enz. enz. Rott. mensing & van westreenen. 1845. 8o. |
138. | g.c. mulder. Over de Spreekwoorden, voorkomende, bl. 406-437, in de Nieuwe Nederlandsche Spraakleer, naar de beste bronnen bewerkt en gestaafd door het gezag der voornaamste hedendaagsche schrijvers. Nijm. haspels. 1846. 8o. Hetzelfde werk ook te Dordr. bij lagerwey in 1848. Hier wordt gehandeld over den Aard en oorsprong der Spreekwoorden, en eene Alphabetische lijst van Nederlandsche Spreekwoorden met de verklaring opgegeven. |
139. | Prof. l.g. visscher. Spreekwoorden, te vinden, 3e. Jaargang, bl. 210-215, in de Kronijk van het Historisch Gezelschap te Utrecht. Utrecht. kemink en Zoon. 1847. 8o. |
140. | Mr. l.ph.c. van den bergh. Spreuken en Spreekwoorden voorkomende in den Roman van heinric en margriete van limborch, gedicht door heinric, zijnde bl. 270-272 van het 3e. Deel der Nieuwe Reeks van Werken van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Leiden. luchtmans. 1847. 8o. |
141. | manvis. Een Spreekwoord in Spreekwoorden bewerkt, geplaatst, bl. 123 en 124, in de Honigbij, of Bloemlezing op het gebied van Kunst, Wetenschap en Smaak. 6e. Jaargang. Amst. laarman. 1847. fol. |
142. | p.j. harrebomée. Twaalftal Nederlandsche Spreekwoorden, voorkomende, 1e. Deel, bl. 373-392, in het door Dr. a. de jager verzameld Archief voor Nederlandsche Taalkunde. Amst. portielje. 1847-48. 8o. Tweede twaalftal, aldaar: 2e. Deel, bl. 243-260, in 1849-50. Derde twaalftal, aldaar: 3e. Deel, bl. 169-183, in 1851-52. |
143. | Verklaring van een vijfentwintigtal Vaderlandsche Spreekwoorden, voor de Nederlandsche jeugd. Met Afbeeldingen. Amst. Erven van munster en Zoon. 1848. kl. 8o. |
144. | h.c. van hall. Landbouwkundige Spreekwijzen, medegedeeld, geplaatst in den Almanak voor Landbouwers en Veehouders. 1849, bl. 1-10, 1851, bl. 1-6, en 1852, bl. 1-6. Leeuw. eekhoff. kl. 8o. |
145. | j.a.m. mensinga. Spreekwijzen en Spreekwoorden, aan den Haan ontleend, voorkomende, no. 5, bl. 210-219, in De Recensent, ook der Recensenten. Amst. v.d. hey en Zoon. 1849. 8o. Dat ik eenige der hier voorkomende spreekwoorden als vreemde heb moeten verwerpen, is buiten schuld van den schrijver. Op vereerend aanzoek had ik de bedoelde spreekwoorden afgestaan, ook die uit no. 24, zonder te kunnen bepalen, of toen reeds mijne aanvrage omtrent dit no. heeft plaats gehad. (Zie Alg. Konst- en Letterb. no. 25 van 1848.) De schifting is althans van later' datum. |
146. | j.m. schrant. Ghemeene Duytsche Spreckwoorden, voorkomende, bl. 275-278, in het door hem verzameld Oud- Neêrlandsch Rijm en Onrijm. Leiden. v.d. hoek. 1851. kl. 8o. Een uittreksel der beide gedeelten, waaruit no. 108 is zamengesteld. |
147. | Mr. a. modderman. Bijdragen tot de Huishoudkunde, in voorlezingen, meerendeels zamengesteld uit Spreuken, Spreekwijzen en Spreekwoorden. Gron. schierbeek. 1852. 8o. |
148. | p. bogaert. Toegepaste Spreekwoorden. Een boek voor het volk. Gent. van doosselaere. 1852. 8o. |
149. | g. van sandwijk. Spreekwoorden aanschouwelijk voorgesteld en verklaard. Een lees- en prentgeschenk voor de jeugd, versierd met 48 plaatjes. Purm. schuitemaker. (1852). 4o. |
| |
| |
150. | t. raven, hz. Toegepaste Spreekwoorden, Gezegden en Voorvallen. Een leesboek voor de scholen. Gron. folkers. 1853. kl. 8o. |
151. | Dr. a. de jager. Nieuwe Bijdragen tot de kennis der Nederduitsche Spreekwoorden, voorkomende, bl. 23-50, in zijn verzameld Archief voor Nederlandsche Taalkunde. 4e. Deel, 1e. Stuk. Amst. portielje. 1853. 8o. |
| |
Verkortingen, met welke deze werken aan den voet der bladzijden in het spreekwoordenboek zijn aangewezen.
1. | Prov. seriosa. |
5. | Servilius. |
6. | Motz. |
7. | Campen. |
10. | Zegerus. |
14. | 1 Jan.
enz. tot 31 Dec. |
15. | Idinau. |
16. | Gruterus I. |
17. | Gruterus III. |
22. | Cats. |
23. | v.d. Venne. |
24. | de Brune. |
25. | Mergh. |
26. | Sartorius pr. I. enz. tot X.
óf Sartorius sec. I. enz. tot X.
óf Sartorius tert. I. enz. tot X.
óf Sartorius quart. |
27. | v. Nyenborgh. |
28. | Schoockius. |
29. | Sartorius. |
31. | Erasmus. |
32. | Matthaeus. |
33. | Witsen. |
35. | Richardson. |
36. | Witsen. |
37. | Winschooten. |
40. | Tuinman. |
41. | Tuinman I.
óf Tuinman I. nal.
óf Tuinman II. |
43. | Smids. |
45. | Jan. 1.
enz. tot Dec. 27. |
46. | Folie I.
óf Folie II. |
48. | Lassenius. |
49. | B. Studeerk. I.
óf B. Studeerk. II. |
50. | Rabener. |
52. | Alewijn. |
53. | Wassenbergh. |
54. | Engelen. |
55. | v. Hasselt. |
56. | Lublink Verh. |
58. | Gales. |
59. | Martinet. |
61. | Magazijn. |
65. | Lossius. |
66. | Lublink Br. |
67. | Wijsheid. |
68. | Löhr. |
69. | Geschenk. |
70. | v. Aken. |
71. | Fokke. |
72. | Hoeufft. |
73. | Winterv. |
74. | Reddingius. |
75. | Euphonia. |
77. | v. Zutphen I.
óf v. Zutphen II. |
78. | Verz. |
79. | Loosjes Vee. |
80. | Everts. |
81. | v.d. Hulst. |
82. | Willems I.
enz. tot Willems VIII. |
83. | Loosjes Boter. |
84. | Loosjes Kat. |
85. | v. Zutphen Duivel. |
86. | Lett. Mag. |
87. | Bilderdijk. |
88. | Tijd. |
89. | Fakkel. |
90. | v.d. Willigen. |
91. | Schoen.
óf Veer.
óf Lam.
óf Liggen.
óf Man.
óf Hond. |
92. | d'Escury. |
93. | Scheltema I.
óf Scheltema II. |
94. | Braakënburg I.
enz. tot Braakënburg VI. |
95. | de Méry Flam.
óf de Méry Holl. |
96. | Bruyn. |
97. | Scheltema. |
98. | Letteroef. |
99. | Blijg. |
100. | Scheltema. |
101. | Hornstra. |
102. | Koning. |
103. | Halbertsma. |
104. | Kerkhoven. |
105. | v.d. Vijver. |
106. | v. Eijk I.
óf v. Eijk I. nal. |
107. | Wassenbergh I.
enz. tot Wassenbergh III. |
108. | Meijer. |
109. | Willems Reinaert. |
110. | Opheld. |
111. | Zeepl. |
112. | Posthumus I.
enz. tot Posthumus IV. |
113. | v. Waesberge Geld. |
114. | N. Blijg. |
115. | v. Eijk II.
óf v. Eijk II nal. |
116. | de Graaff. |
117. | v. Waesberge Vrijen. |
118. | Drenthe. |
119. | Martijn. |
120. | v. Waesberge Wijn. |
121. | v.d. Meer. |
122. | de Jager Bijdr. |
123. | Vrijmoedige. |
124. | Willems J. en H. |
125. | v. Eijk III. |
127. | Gedachten. |
| |
| |
128. | v. Duyse. |
129. | Guikema I.
óf Guikema II. |
130. | Huisvriend I.
óf Huisvriend II. |
131. | Ernst en Luim. |
132. | Zaanl. I.
enz. tot Zaanl. III. |
133. | v. Eijk. |
134. | Spreuk. |
135. | Neus-Spreekw. |
136. | Anton. |
137. | Anton. |
138. | Mulder. |
139. | Visscher. |
140. | v.d. Bergh. |
141. | Manvis. |
142. | Harrebomée I.
enz. tot Harrebomée III. |
143. | Verkl. |
144. | v. Hall I.
enz. tot v. Hall III. |
145. | Mensinga. |
146. | Schrant. |
147. | Modderman. |
148. | Bogaert. |
149. | v. Sandwijk. |
150. | Raven. |
151. | de Jager N. Bijdr. |
Waar, in deze aanwijzingen, een cijfer is gevoegd, beteekent zulks het Deel van het Werk, behalve bij no. 26, waar daarmede de honderdtallen (de duizendtallen zijn daarvóór door de woorden pr., sec., tert. en quart. aangewezen) der spreekwoorden worden aangeduid, bij de nos. 82 en 94, waar het dient, om de afdeelingen der spreekwoorden aan te wijzen, en bij no. 142, waar het de twaalftallen spreekwoorden beteekent. Ik heb no. 106 als Deel I, no. 115 als Deel II, en no. 125 als Deel III beschouwd, omdat ze, in gelijken geest, door denzelfden schrijver, zijn behandeld. Bij no. 107 heb ik de in den Almanak van 1836 voorkomende spreekwoorden Stuk I, die van 1837 Stuk II en die van 1838 Stuk III genoemd, als zijnde daar hetzelfde onderwerp bewerkt. Dit is mede van toepassing op de jaren 1844, 1846 en 1849 van no. 132, even als op de jaren 1849, 1851 en 1852 van no. 144.
Waar bij deze aanwijzingen, in het Spreekwoordenboek, nog bl. voorkomt, beteekent zulks de bladzijde van het Werk, of waar nog een cijfer is achtergevoegd, duidt dit het behandelde spreekwoord aan.
De aanwijzingen der nos, 14 en 45 zijn daarin onderscheiden, dat bij het eerste de datum, en bij het laatste het no. van het spreekwoord voor den gegeven datum wordt aangeduid.
Bij no. 22 is de druk van gebr. diederichs (1828) gebruikt.
De aanwijzingen der nos. 33 en 36 verschillen daarin, dat bij het eerste de bl. van het Werk, en bij het laatste het no. van het spreekwoord wordt aangewezen.
Vergelijkt men de aanwijzingen der nos. 16 en 17 met elkander, dan valt het onderscheid terstond in het oog. Zoo ook bij de nos. 26 en 29, 40 en 41, 53 en 107, 56 en 66, 77 en 85, 79 en 83 en 84, 82 en 109 en 124, 113 en 117 en 120, 122 en 151. De nos. 106, 115 en 125 onderscheiden zich onderling op bovengenoemde wijze, en deze drie weder van no. 133. Gelijk onderscheid is ook op de nos. 93 en 97 van toepassing, terwijl no. 100 van no. 97 daardoor verschilt, dat bij no. 100, achter de aangewezen bladzijde, eene andere bladzijde tusschen haakjes is geplaatst, de bladzijde n.l., waar het spreekwoord in het Werk zelf wordt bijgebragt. De nos. 136 en 137 worden door verschillende bladzijden aangeduid.
De nos. 30, als alleen in de Friesche taal geschreven, 60, als zijnde zulks onnoodig, en 126, als daarvoor niet vatbaar, zijn niet aangewezen.
Bij no. 10 zijn de spreekwoorden des 3en. druks mede aangewezen, doch alleen voor zoo verre ze in den 1sten. druk niet voorkomen, en zulks aangeduid door de bijvoeging: 3e. dr. Van no. 25 behoefde het 1e. Deel niet aangewezen te worden, terwijl van no. 29 alleen de in no. 26 niet voorkomende spreekwoorden zijn opgeteekend.
Op deze wijze meen ik, dat alles op de kortste en duidelijkste wijze is aangewezen, en het naslaan voor de aangeduide Werken gemakkelijk gemaakt. Zoo niets aan mijne aandacht ontgaan is, dan is alles aangewezen, wat in de genoemde Werken over Spreekwoorden voorkomt, voor zoo verre deze spreekwoorden leveren, - uitgezonderd die spreekwoorden, waarover in de inleiding dezer lijst wel het veto, doch daarom nog niet het anathema is uitgesproken.
| |
| |
Hier moet de Leser doen, gelyck de kieckens drincken,
Dat is, op yder woordt een lange wijle dincken.
Vader Cats, die wist het wel.
Spreekwoord. |
-
voetnoot1)
-
Arrenberg, in zijn Naamregister van Ned. boeken, 2e druk, geeft op: J. de Brune, Oude Wija in nieuwe Lederzakken, of Spreekwoorden. 8vo. Of dit mede bestaat, of dat er eene vergissing met de woorden oude en nieuwe plaats heeft, is mij niet gebleken; maar de Schrijver geeft Aen den Lezer van dit Boeck de hoop, nog andere duizenden spreekwoorden in het licht te zullen geven.
-
voetnoot1)
- Eene verzameling van zulke Apologische oder Beispiels-Sprichwörter geeft Albert Hoefer, uit de Hoogduitsche (in Nederduitschen tongval) en Engelsche taal, in von der Hagens Neues Jahrbuch der Berlin. Gesellschaft, VI. 95-106.
-
voetnoot2)
- Eene andere uitgave van dit werkje, en die ik gaarne zoude leeren kennen, heeft tot vignet twea blaffende honden, waarin de le Lyste van Spreekwoorden 580 en de 2e er 481 bevat. Echter heb ik nog een werkje in handen gehad, dat de in den tekst opgegeven vignetten had voor de Lysten van Spreekwoorden, welke Lysten dan ook werkelijk de daar genoemde waren, maar waar de twee blaffende honden voor de Lysten van Rariteyten gevonden worden.
-
voetnoot1)
- De opmerking, door mij gemaakt in Dr. A. de Jagers Archief voor Ned. Taalk., 1o. Deel, bl. 24, is, volgens een nader onderzoek, bij den Schrijver, gebleken, onjuist te wezen: niet 1838, maar 1833 is het jaartal.
|