Eenighe gheestelijcke liedekens
(1612)–J. Jacobsz. Harlingen– Auteursrechtvrij
[Folio 20r]
| |
Na de wyse: Den tijt van onse jaren die zijn seer cort.
1.
DIe Schrift gaet openbaren,
Apocalisin leeft,
Dat Laodijtsche scharen,
Cout noch warm zijn gheweest,Ga naar margenoot+
Maer lauw van gheest,
Des wilt haer God uytspouwen,
O menschen vreest,Ga naar margenoot+
Laet ons doch hier voor grouwen.
2.
Recht op u slappe handen,Ga naar margenoot+
Leert Paulus en u knienGa naar margenoot+
Die deckxelen der schanden
Werpt af, wilt schalckheyt vlien,Ga naar margenoot+
En laet gheschien,
Met neersticheyt veel deuchden,Ga naar margenoot+
Ghelijck certienGa naar margenoot+
Veel lusten in der jeuchden.Ga naar margenoot+
3.
In uwen gheest zijt vyerich,Ga naar margenoot+
Dit is noch zynen Leer,Ga naar margenoot+
Sijt neerstich en manierich,Ga naar margenoot+
Stelt altijt u begeer,Ga naar margenoot+
Na ende veer,
In uwer pelgrimaghen,Ga naar margenoot+
Dat ghy den Heer,
| |
[Folio 20v]
| |
Ga naar margenoot+Alle tijt moocht behaghen.
4.
Ga naar margenoot+Noch leert Salomons sproecken
Ga naar margenoot+Soo ghy u neerstich hout
Ga naar margenoot+En gaet nae wijsheyt soecken
Meer dan Silver of Gout
Ga naar margenoot+Op haer betrout
Ga naar margenoot+Meer dan op eenighe schatten,
Ga naar margenoot+Heel onbenout
Ga naar margenoot+Gods kennisse sult ghevatten.
5.
Ga naar margenoot+Ghelijck nu wert ghepresen
Ga naar margenoot+Die vroech saeyt zyne zaet
Ga naar margenoot+En door zijn neerstich wesen,
Ga naar margenoot+Des avonts niet aflaet,
Ga naar margenoot+Maer vroech en spaet
Ga naar margenoot+Zijn pont heen gheeft op woecker
Ga naar margenoot+Door Godes raet
Ga naar margenoot+Wort hy soo lang soo cloecker.
6.
Ga naar margenoot+Ter contrary sal weerde
Ga naar margenoot+Den traghen merckt dit wel,
Ga naar margenoot+Die t'pont begraeft in d'eerde
Ga naar margenoot+Door een leven rebel,
Ga naar margenoot+Die wert seer snel
Ga naar margenoot+Al met ghebonden handen
Ga naar margenoot+Worpen ter Hel
Ga naar margenoot+Daer knersing is der tanden.
7.
Door luyheyt ende schanden,
| |
[Folio 21r]
| |
Sincken de balcken neer,Ga naar margenoot+
Ende door traghe handen
Lecket huys lanck soo meer,
Door dese Leer
Laet u vyerich verwecken,
Keert totten HeerGa naar margenoot+
Wiltet niet meer vertrecken.Ga naar margenoot+
8.
Och dencktet nae seer heertich
Wat Ieremias schrijftGa naar margenoot+
Capittel acht en veertichGa naar margenoot+
Dat die vervloecket blijft,
Die trachelijck drijftGa naar margenoot+
Des Heeren heylighe wercken,Ga naar margenoot+
Twist nochte kijftGa naar margenoot+
Des yveraers oor cant mercken.Ga naar margenoot+
9.
Ergher worden die gheneGa naar margenoot+
Die God hier dienen ree,Ga naar margenoot+
En die't met ernst niet meene,
Maer doen 't slechts om een seeGa naar margenoot+
Als Israel dee, Ier.7,4.
Neemt doch aen haer exempel,Ga naar margenoot+
Het is nu een woeste stee,Ga naar margenoot+
T'welck was haer heylighe Tempel.Ga naar margenoot+
10.
Recht is dat David beden,Ga naar margenoot+
O dat mijn leven wilt
V rechten en u sedenGa naar margenoot+
Met gantscher ernste hilt,Ga naar margenoot+
| |
[Folio 21v]
| |
Ga naar margenoot+Maer het verschilt
Ga naar margenoot+Met ons al dickwils veere,
Ga naar margenoot+O prince milt
Ga naar margenoot+Laet u Gheest ons recht leere.
|
|