Inhoud van het twaalfde boek.
DE Koning, met den Engel in de Hel gekomen zynde, ontmoet veele Schimmen, wier byzondere levens-wyzen en hoedanigheden de Hemel-Geest hem verklaard. Zy naderen den Troon van Arimanius, den groten Geest der Duisternis. Beschryving van Arimanius, en van de Gedrochten die zynen Troin omringen. Verschyning van vier voorname Boosdoenders voor den Regterstoel der Hel; en hun vonnis. De Koning besluit met zynen Leidsman wederom te vertrekken. Op de te rugreize ontmoeten ze op nieuws verscheidene Schimmen. Hoedanigheden dier Lyders. Zy treden uit de Helle; en genaaken den Poel door den welken