De geuzen
(1943)–Onno Zwier van Haren– Auteursrecht onbekend
[pagina 411]
| |
Bijlagen bij het gedicht | |
[pagina 413]
| |
A. Aan het Vaderland. (1769)Eerste zang.1.[regelnummer]
Waart gy 't, Oneindig Opperweesen,
Die aan dien fieren Jongeling,Ga naar voetnoot2.
In het toekomende liet leesen,Ga naar voetnoot3.
Als hy het groote werk aanving
5.[regelnummer]
Van, langs de vrugtbaarste der stroomen,Ga naar voetnoot5.
De puyn van Memphis te doen koomenGa naar voetnoot6.
Tot bouwing van syn' nieuwe Stad?
Wist hy, dat Gy, daar, voor de Schatten,
Welk 't Oost, en welk' het West bevatten
10.[regelnummer]
Een zamelplaats verkooren had?Ga naar voetnoot10.
Hy spreekt: de Wereld gaat volbrengenGa naar voetnoot11.
Het geen syn hart beslooten heeft;
De Nyl ziet op syn' oevers mengen
Wat weesen zal, wat heeft geleeft,Ga naar voetnoot14.
15.[regelnummer]
15. Die teek'nen, die de NoachiedenGa naar voetnoot15.
Aan haar nakomeling verbieden
Te leeren aan 't gemeene volk,
Ziet hy, op dor' en barre Stranden,Ga naar voetnoot18.
Doen stuiven heet' en ligte zanden;Ga naar voetnoot19.
20[regelnummer]
Alexandriê ryst uit die wolk.
| |
[pagina 414]
| |
Wel haast zal na de Pharos vloeijenGa naar voetnoot21.
De weetenschap van Griekenland,
Het goud het geen de Taag ziet groeijen,Ga naar voetnoot23.
Het elpenbeen van 't Moorenland.
25.[regelnummer]
De Indiaan van alle zyënGa naar voetnoot25.
Brengd aan syn' ryke Speceryën,
Daar is geen schat die 't Oost niet zend!
De Wet op Sinaï gegeeven,Ga naar voetnoot28.
Niet meer in 't Joodsche land verbleeven,
30.[regelnummer]
Werd aan d' Egyptenaar bekend.Ga naar voetnoot30.
ô Gy, die onder naam van Helden,
Onse verrukking na u trekt,Ga naar voetnoot32.
Terwyl uw woeste hand ons velden
Met schrik, met bloed, met lyken dekt!
35.[regelnummer]
Weet, in uw voorspoed zoo verheeven,Ga naar voetnoot35.
Waarom u is gegund te leeven;
Gy zyt in Gods geheimenis,Ga naar voetnoot37.
Gering' uitvoerders van beveelenGa naar voetnoot38.
Van 't geen in and're Weereld-deelen,
40.[regelnummer]
Of and're eeuwen nodig is!
| |
[pagina 415]
| |
Het Noord jaagd van syn' woeste bergenGa naar voetnoot41.
Een meenigte gebroedzels uit,
Die Romen's macht van rondsom tergen,Ga naar voetnoot43.
En weeder-eisschen d' Aarde's buyt.Ga naar voetnoot44.
45.[regelnummer]
Ziet Attila met woed' aankomen,Ga naar voetnoot45.
Ziet alles zidd'ren binnen Romen!
De Tyber schuild zyn hoofd in 't riet;Ga naar voetnoot47.
Hy vreesd, zyn' haardsteên en Altaaren,
Op nieuws ontheiligd door Barbaaren,
50.[regelnummer]
Te zien in een Tartaar's gebiedt.Ga naar voetnoot50.
Gy, gy alleen wist van geen beeven,
ô Heilig Priester, moedig Vorst!Ga naar voetnoot52.
Gy waart gereed uw bloed te geeven
Voor 't bloed daar Attila na dorst!
55.[regelnummer]
Maar 'k zie de Heil'gen voor u stryden,Ga naar voetnoot55.
De Hemel, open aan uw zyden,
Verbaasd, door 't luister-ryk toneel!
En wyl God zelv' uw deugd gaat loonen,
Zal zig uw roem aan 't menschdom toonen,
60.[regelnummer]
Door Raphaëls geleerd pinceel.
| |
[pagina 416]
| |
Maar waar zal nu die Horde woeden,
Die 't aardryk, door haar tal, verbergd?Ga naar voetnoot62.
Moet gansch Italien dan bloeden
Voor 't Catalaunische gebergt?Ga naar voetnoot64.
65.[regelnummer]
Waarom d' inwoonders te verjaagen...
Dus durft g', ô Leo, ondervraagen
Den God daar uw hart op vertrouwd,
Wend groote Leo, wend uw oogen,
Aanbid met eerbied God's betoogen,Ga naar voetnoot69.
70.[regelnummer]
Daar werd Venetien gebouwd!Ga naar voetnoot70.
Sy klimd: sy ryst in haar moerassen,Ga naar voetnoot71.
Haar torens stygen in de lucht!
Ik zie haar' Vloot op alle plassen
Gaan zoeken waar de Christen zucht!
75.[regelnummer]
Haar hand is d' eerste die durft troostenGa naar voetnoot75.
Het slaafsche, het gekeetend, Oosten;
De Arabier kend eind'lyk paal:Ga naar voetnoot77.
Hy leerd Venetien t'eerbieden,Ga naar voetnoot78.
Hy leerd aan haar Senaat t'aanbiedenGa naar voetnoot79.
80.[regelnummer]
Balsem en Myrh' in plaats van Staal!Ga naar voetnoot80.
| |
[pagina 417]
| |
Welk Wangedrocht koomd daar verschynen?
Ik ken 't, het is Geestdryvery,Ga naar voetnoot82.
Zal gansch Europa gaan verdwynen,
Geofferd aan de Dweepery!Ga naar voetnoot84.
85.[regelnummer]
Senaat! uw wysheid zal bewaaren
Uw onderdaan voor die gevaaren:
Wat ziet g' ô Adriatisch strand?
De Wysheid zelv' u wetten geeven,
De Coophandel door haar hier leeven,Ga naar voetnoot89.
90.[regelnummer]
Door Saladyn aan d' and're kant.Ga naar voetnoot90.
Maar de Magneet is uitgevonden,Ga naar voetnoot91.
Wat wil die dapp're Portugees?Ga naar voetnoot92.
Welk' nieuwe Aard' en nieuwe gronden
Ontdekt die nyv're Genuees?Ga naar voetnoot94.
95.[regelnummer]
De eerste schroomd nog storm nog winden
Om door het Zuyd een weg te vinden
Na 't Land door Indus stroom besproeyd;Ga naar voetnoot97.
De and're gaat het Oosten zoeken,
En vind in 't West die ryke hoeken
100.[regelnummer]
Daar 't goud en zilver 't weeligst groeyd.
| |
[pagina 418]
| |
Die lof, voor groote daên gebooren,
Die 't oog met vergenoeging leest,
Die lof, ô Gama, was verlooren
So Camoëns nooyt had geweest.
105.[regelnummer]
ô Luk-Godinnel hoe oneevenGa naar voetnoot105.
Ziet men uw gunst belooning geeven!
Wyl Gama's roem op 't cierlykst bloeyd,Ga naar voetnoot107.
Ziet Spanj' ontscheepen in de banden
Onwaardiglyk gekeet', die handenGa naar voetnoot109.
110.[regelnummer]
Waar door het goud in Spanjen vloeyd!
Wie zal verzaam'len op de boorden
Van syn gelukkige Rivier,Ga naar voetnoot112.
De Volk'ren van bey' Werelds-oorden,
De Taag, of de Gadalquivier?Ga naar voetnoot114.
115.[regelnummer]
Maar 't Noodlot zal een middel vinden
Om beide Stroomen zaam' te binden,
En Portugal in Spanjen 's macht.
De dag, die u zal zien ombrengen,Ga naar voetnoot118-120.
Die 't lot zal van drie Vorsten mengen,
120.[regelnummer]
Sebastiaan! heeft dit volbracht.
| |
[pagina 419]
| |
't Fortuin is nog niet moê van geeven,
Haar gunsten zyn niet uitgeput:
Gy laat voor Nancy, Carel! 't leeven,Ga naar voetnoot123.
Uw dapperheid is uw onnut!Ga naar voetnoot124.
125.[regelnummer]
Ik zie de ryke NederlandenGa naar voetnoot125.
Ook vallen in de zelve banden,
Welk macht is uwe macht gelyk,
De gansche Wereld gaat eerbieden
De Wetten die gy zult gebieden,Ga naar voetnoot129.
130.[regelnummer]
Gelukkig Huis van Oostenryk!
De Aarde zal dan nu genieten
De vrucht van haar' vereeniging
Haar schatten die te zamen vlieten,
Beloven nieuwe zeegening!
135.[regelnummer]
Het Noord ziet syne bosschen daalenGa naar voetnoot135.
Het aardryk voeld de Sonne-straalen
So lang aan haar schoot onbekend,
Het koren 't geen aldaar gaat rysen,Ga naar voetnoot138-140.
Zal binnen kort het Zuyden spysen,
140.[regelnummer]
Voor goud en most welk' 't Zuiden zend.
ô Zwakk', ô blinde stervelingen,
Vergeefs hoopt gy het wuft GevalGa naar voetnoot142.
Met staale keetenen t' omringen,
En voor te komen uwen val!
145.[regelnummer]
Leer, nooyt op menschelyke zaaken
| |
[pagina 420]
| |
De allerminste staat te maaken,
Hoe luisterryk uw lot ook schyn'!
't Geen gy agt 't minst voor u te schroomen
Zal moog'lyk 't eerst u overkoomen,
150.[regelnummer]
En oorzaak van uw onheil zyn!
Uw welvaard, Spanje, gaat verdwynen,
De Godheid blaast op uwe macht!Ga naar voetnoot152.
Ik zie een ander Volk verschynen,
Een Volk by uw hoogmoed veracht.Ga naar voetnoot154.
155.[regelnummer]
En zo myn zwakke toon, de oorenGa naar voetnoot155.
Der Nederlanders kan bekooren,
Misschien dat eerlang weêr myn Lier,Ga naar voetnoot157.
Door d'Eer van 't Vaderland gedreeven,Ga naar voetnoot158.
De roem van Neêrland doê herleeven,
160.[regelnummer]
En met een nieuw gezang vercier!
|
|