Het zilver van de uilen(1991)–Robin Hannelore– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] 12 Elke stap kan er een over de grens zijn. Daarom luister ik niet naar de krekels, die de onderaardse gangen kennen, maar naar de bosrietzanger. Wat van hier is, ken ik: al die nabootsingen, van de lokroep van de merel tot de dodelijke haat van de kievit, tienmaal nep. Maar wat ik niet ken, is er ook: stemmen van paradijsvogels uit een andere zomer toen het hier winter was, en die registreer ik, die wil ik ontraadselen, voordat ik de zanger mijn boodschappen geef: hunkerende tederheid, morse gefloten. Zo voel ik mij een nieuwe dichter, grensoverschrijdend. Zo treed ik misschien in verbinding met jou. Tot de jacht van de kerkuilen begint. Dan moet ik mij reppen uit het niemandsland, uit de gevarenzone. Vorige Volgende