Het zilver van de uilen(1991)–Robin Hannelore– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] 4 Zo dikwijls in het diepste dras, waar de drijvende waterranonkel bloeit, het penningkruid, de kalmoes, het reukveengras, en waar de groene kikker stoeit, talm ik met de handen op het geheim, de voeten verlamd door de vogellijm van het huiveringwekkend besef dat ik bij de grens sta maar de lef mis om verder door te dringen tot het land waar andere vogels zingen en jij, gemaakt uit mijn blinde rib, wacht tot ik van de scheerlingbeker nip. Ben jij echt al thuis van de reis? Ik liep verloren in het aards paradijs. Vorige Volgende