Woensdag 31 augustus 1988
Vandaag ben ik weer naar Miereik geweest. Ditmaal waren de rolluiken van het ouderhuis slechts gedeeltelijk neergelaten. Er was niemand thuis. Ik probeerde naar binnen te kijken, maar ik zag alleen maar mijn eigen hoofd. De ruiten waren spiegels. De reumaplant op de vensterbank was helemaal verdord en de dode spreeuw lag nog steeds op het tuinpad. Ik reed naar het kerkhof en nam er afscheid van moeder en vader.