kleedkamers staat de naam van de voornaamste sponsor te lezen, dezelfde naam komt ook voor op de voetbalshirts. ‘Als al die sponsors één tiende van hun gulheid mochten spenderen aan de kerk,’ zei ik tot Jan, ‘dan zou het ook in Gods huis gezellig zijn...’
‘Zijn dat ook aftrekbare kosten bij de aangifte voor de belasting?’ vroeg Jan, terwijl hij mij een sigaar aanbood.
‘Dat weet ik niet,’ moest ik toegeven.
‘Ha!’ zei Jan. Hij nam een doosje lucifers uit zijn zak en gaf het aan mij.
Ik gaf hem vuur en stak ook mijn sigaar op. ‘Ik zou het eens aan de deken moeten vragen.’
‘En ga je dan de namen van de sponsors afroepen voor of na het epistel?’ vroeg hij schalks. ‘Of ga je de muren laten beschilderen met publicitaire slogans? Je kunt ook folders op de kerkstoelen leggen ...’
Op dat ogenblik riep de speler die voor onze neus de bal ingooide: ‘Zeg, mannen, we moeten voortdoen, want het gaat regenen! De varkens lopen met stro in hun snuit rond!’ De omstaanders proestten het uit. Iedereen keek geamuseerd naar ons.
Het schokte mij dat Jan Gerlach beaat stond te lachen. Ik was dodelijk verlegen. ‘Wat een lompe pummel!’ mompelde ik.
‘Ach,’ zei Jan vergoelijkend. ‘Ykele is zò. Je mag niet zo lichtgeraakt zijn.’
‘Misschien niet,’ gaf ik binnensmonds toe.
‘Het heeft iets te maken met opvoeding,’ wijsneusde Jan.. ‘Jij bent anders grootgebracht. Mocht Louis Briers hier gestaan hebben, dan had die waarschijnlijk geroepen: Probeer jij maar eens een varken tegen te houden ... met die o-benen van jou!’
Toen wij tijdens de rust in de kantine een plaatsje aan de tapkast gevonden hadden, riep iemand achter mijn rug: ‘Mensen, ik denk dat de pastoor een tournee gaat geven!’ En naast mij zei iemand: ‘Vraag dan aan de pastoor of hij dat niet kan wisselen. Die heeft toch kleingeld genoeg!’ Maar ook Jan Gerlach moest het ontgelden... ‘Heb je dat tweede doelpunt horen maken, koster? Heb je niet gehoord dat die vent buitenspel stond?’
Jan echter lachte hartelijk. ‘Neen,’ zei hij, ‘Ik stond toen juist naar een paar mooie meisjes te luisteren. Die waren net aan het vertellen dat jij zo'n lelijkerd bent.’
Eigenlijk heeft Jan Gerlach mij vandaag een les gegeven in levensoptimisme. Jan heeft nooit in zijn leven iets gezien, geen bloemen,