‘Waar is vader?’ vroeg ik.
‘Hij is op karwei naar de gemeenteschool,’ zei ze. ‘Norbert Peers brengt hem straks naar huis met de kruiwagen.’
Tot in de vooravond maakte ik met haar gekke sprongen in de tijd. Ons leven was een hinkelbaan en om de beurt schopten wij het houtje van het ene vak naar het volgende. Ten slotte - eensklaps lucide - gebood ze mij te vertrekken: ik had mijn parochianen nu lang genoeg alleen gelaten.
Onderweg kocht ik in een supermarkt een bokaal boerenjongen. Thuis dronken wij vroeger op oudejaarsavond een glaasje advokaat, jenever-op-krieken, elixir d' Anvers, crème de cacao of boerenjongen. Andere drank was er nooit in huis. We zaten dan te wachten op de rare kwibussen. Een rammelende kollektebus kondigde hun komst aan. Ze waren om het lodderigst gekleed, bombastisch geschminkt, liepen krom onder hun bochel, kraamden wartaal uit, dronken al wat ze kregen... en waren om middernacht zo zat als Zwitsers. Vaag hoopte ik dat dit gebruik in Ykele nog niet tot het verleden behoorde, maar naarmate de uren verstreken verzwond die hoop. Alarminstallaties, honden en bangeriken die met het geweer achter de rug bij het haardvuur zaten, zouden dit stukje folklore ook wel levensgevaarlijk gemaakt hebben... Om kwart voor twaalf rinkelde de telefoon. Veva! flitste het door mijn hoofd. Een amechtige stem zei dat er een zwaar verkeersongeval gebeurd was aan het bruggetje over de Akelbeek. ‘Je houdt me toch niet voor de gek, zeker?’ vroeg ik.
‘Wat zou ik!’ riep de man aan het andere eind van de lijn boos.
Ik stak de doos met de gewijde olie in mijn zak en spoedde mij naar mijn wagen. De oproep was geen fake... De lichten van het onheil zwaaiden in de duisternis. Een sportwagen was tegen een boom gebeukt. Brandweerlieden werkten met ijzerscharen en gasbranders aan het wrak. Dokter Lenaerts stond handenwringend toe te kijken. ‘Alkohol!’ zei hij. Hij poogde de brandewijnlucht met beide handen te dispergeren. ‘Kom, ga niet in de weg staan.’
Ik dacht aan de cognac die ik gedronken had. ‘Leven ze nog?’ vroeg ik, met afgewend hoofd.
Dokter Lenaerts kreeg de tijd niet om te antwoorden. Knarsend en schurend ging het portier open. De brandweerlieden sleepten drie vormeloze lichamen naar buiten. In de verte huilde een ambulance-wagen. Als versteend keek ik toe. Driemaal schudde dokter Lenaerts het hoofd. En toen was het mijn beurt... om een voorhoofd te