Gerlach, de koster, heeft er ook al niets van opgevangen...’
‘Ik heb hier iemand van de pers gehad, weet je?’ sneerde hij. ‘Gelukkig kon ik die jongeman intomen. Je zou wat beleefd hebben! Hoe, denk je, reageert de bisschop op zulke kolder?’
‘Hij zal wel zo wijs zijn geen geloof te hechten aan wauwelaars, zeker?’ zei ik bitter.
‘En jij denkt dat ik dat wèl doe, nietwaar?’ smaalde hij. ‘Jongen! Jongen! Als ik ook maar de helft geloofde van wat ze me in het oor fluisteren of van wat ze me - meestal naamloos, helaas - overbrieven, dan was je allang... ergens op een onschadelijke plaats... aalmoezenier geweest.’
Mijn oogballen dreigden uit hun kassen te springen. In de verte hoorde ik de wilde zwijnen door het kreupelhout scheuren. ‘Leugens!’ fluisterde ik benauwd. ‘Griezelige leugens!’
‘O ja?’ teemde hij. ‘Het zijn dus leugens dat jij geregeld vreemd vrouwvolk ontvangt op de pastorie?’
Daar had je het! Van bij de aanvang van het gesprek was het hem precies om deze insinuatie te doen geweest... ‘Mag dat dan niet?’ vroeg ik. ‘Ik ben er toch voor àlle mensen in nood?’
Hij lachte droog. ‘Dus ook voor de nymfomanen?’
De everzwijnen waren dichtbij gekomen. Ik zag het sabel, het zilver, het purper. ‘Als die in nood verkeren, jà!’
‘Die verkeren altijd in nood,’ sarde hij.
Ik gooide de hoorn in, net bijtijds. De stampede ging op in de ijlte. Stof en stank omnevelden me. Ik wankelde door de keuken, de tuin in. Diep snoof ik de vrieskoude in. Er moest dringend iets veranderen. Altijd weer kwamen de anderen op mij af, veilig verborgen achter hun wapenschilden. En als ik in het nauw gedreven was, lieten ze hun evers op mij los. Ik moest zelf een schild leren dragen, overwoog ik... Met tijgers erop. Of ik moest de speer en de hartvanger leren hanteren...
In de vooravond ging ik naar de kerk. Ik ging op een bidstoel staan en haakte het wapenschild van de familie Van Ykele van de muur. In de sakristie schoof ik het achter de linnenkast. Ik nam een houtskoolblokje en wat wierook mee naar huis. Met de wierookgeur verdreef ik de stank van de wilde zwijnen.
Ik voel me beter nu, véél beter.