plaatste hij de krat één meter verder, zodat het opbreken behoorlijk opschoot. Alhoewel ik mij voorgenomen had de ondergrond zo weinig mogelijk te beroeren - op historisch en archeologisch vlak ben ik een zero - kon ik op een bepaald ogenblik toch mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen: ik nam een troffel en legde een gedeelte van de derde vloer bloot... Groot was mijn verbazing toen ik een figuur met een mijter, een staf, een boek, een geselroede en een bijenkorf in de keramiek ontwaarde. ‘Is dat Sinterklaas?’ vroeg Vinus Gils naiëf.
‘Dat is de heilige Ambrosius!’ wees ik hem terecht. ‘Hij moet ooit de patroon van deze parochie geweest zijn...’
‘Dat kan kloppen,’ mengde Jan Gerlach zich in het gesprek. ‘De heilige Rita werd pas in 1900 heilig verklaard. Ze werd in het Italiaanse Roccaporena nabij Cascia geboren in 1381 en ze stierf in Cascia in 1457. Toen stond hier waarschijnlijk al geruime tijd een kerk.’
Ik had daar nooit over nagedacht. ‘Wie zou haar dan hier aan de mensen opgedrongen hebben?’ vroeg ik domweg.
‘Iemand die een hopeloze zaak toch nog in het reine wilde krijgen,’ zei Vinus plomp.
‘Dat kan zijn,’ meende Jan. ‘De heilige Rita zat achttien jaar opgescheept met een beest van een man. Voor iemand met aspiraties om heilig te worden was dat de absolute impasse. Toen echter werd haar man vermoord. In 1413 werd ze augustines in Cascia. Ze leefde zo boetvaardig dat ze de stigma's van de doornenkroon ontving.
‘1413 min achttien is 1395?’ zei Vinus, terwijl hij een flesje bier ontkurkte. ‘En ze werd geboren in 1381? Dan was ze hoop en al veertien jaar toen ze huwde met die bruut... Dat kind moet wat meegemaakt hebben!’
‘De persoon die haar hier als patroonheilige kon doen aanvaarden, moet zéér invloedrijk geweest zijn,’ mijmerde ik.
‘Rosanne van Ykele,’ zei Jan, met getuite lippen, en knikkend.
‘Nooit van gehoord,’ gaf ik toe.
‘Een schande!’ meende Jan. ‘Op Akeldam, de plaats waar het Akelbeekje zich afscheidt van de Akelbeek, stond vroeger een waterburcht die Prusdare heette. Daar woonde sinds mensenheugenis de gravenfamilie Van Ykele. Rosanne van Ykele was de laatste van het geslacht. Zij was gehuwd met een Limburgse graaf, doch kreeg geen kinderen. Het is best mogelijk dat zij het in het begin van deze eeuw op een koopje wilde gooien met de heilige Rita...’