Zaterdag 20 juni 1987
Deze namiddag was ik te gast op een barbecue bij mevrouw Gilissen. Maddy Gilissen, tachtig jaar maar nog zeer kranig, weduwe van een vroegere handelaar in koloniale waren, woont in een villa op het bosrijke gehucht Hertgank. Er was veel rijk volk dat ik niet kende, en ze stelde mij - pastoor Willems noemt ze mij - aan iedereen voor. En telkens gaf ze ook mijn gironummer op, met de woorden: ‘In de kerk van Ykele wiebelen al de stoelen. Laat ons allemaal een vloersteentje bijdragen.’ Zelf heeft zij beloofd dat ze bij haar dood een aanzienlijk bedrag aan de kerk zal nalaten. Ze wil echter verast worden, en Ykele heeft nog altijd geen columbarium... Van haar krijg ik geregeld enkele flessen wijn, met namen en jaartallen erop die zelfs een kenner doen duizelen. In de vooravond reed ik naar huis. Ik voelde mij een beetje beneveld. Ik wachtte een kwartier op eventuele biechtelingen. Toen gaf ik er de brui aan. Ik besloot een frisse kop te gaan zoeken op Blauwland. Vanop de asfaltweg reeds hoorde ik de biddende stemmen gonzen... Bitter overdacht ik dat ik de zaterdagavondmis had moeten schrappen omdat er geen mens naartoe kwam. Schoorvoetend betrad ik het genadeoord. Zeker twintig mensen zaten er op de bidbanken, en de voorbidder was GorreVerlaat. Ze keken nauwelijks op toen ik me bij hen voegde. Er lag iets gejaagds, iets patetisch in de wijze waarop Gorre de Droeve Mysteries afdreunde. Ook nu waren de kaarshouders alle bezet. Er stond een soort van paaskaars bij... Ik was er zeker van dat ze van Gorre kwam. Wellicht wilde hij zijn noodlot bezweren, wilde hij Onze-Lieve-Vrouw vermurwen... Het kwam mij voor dat het grote gipsen beeld nostalgisch glimlachte.
Voorspreekster bij God, ja; verbeteraarster van God, neen. Blijde Mysteries, Glorierijke Mysteries... Waarom zegden de mensen niet eenvoudig wat ze op het hart hadden? De Litanie van Onze-Lieve-Vrouw... Waarom al die loftuitingen? Mocht ze kunnen spreken, dan had ze misschien gevraagd: ‘Gorre, zijn je koeien gemolken?’