Hij knikte. ‘Robrecht, de tweede oudste, werd verliefd op de dochter van de smid van Miereik. Dat was ook al beneden onze stand, meende vader. Dus Robrecht pakte ook zijn boeltje. Hij werd smid; verkocht traktoren, grasmaaimachines, dorsmachines... en bouwde in de Kempen hét imperium van de oogst- en hakselmachines uit.’
‘Verlaat en Co?’ vroeg ik.
Hij grimlachte. ‘Gabriël, mijn derde broer, wist ook al niet wat stand trouwt stand betekende. Hij trouwde met de dochter van een varkensfokker. Als ik goed ingelicht ben, werd hij schatrijk met de handel in hormoonpreparaten.’
‘Mensen!’ zei ik onthutst.
‘Dat is nog niet alles,’ vervolgde hij. ‘Mijn zuster Renilde liep weg met een knecht. Zij begonnen in Antwerpen een groentewinkeltje. Nu doorkruisen hun verkoopwagens de hele provincie.’
‘Rosiers-Verlaat?’ vroeg ik.
Hij vulde zijn glas nogmaals. ‘Allemaal suksesverhalen, het ene al wat overrompelender dan het andere. Allemaal Verlaats, keikoppen. Grimmig wachtte vader op de terugkeer van een verloren zoon. Hij had beter moeten weten. Hij zou ze allemaal onterven, de eerlozen, de liefdelozen, de... Hij stierf van opgekropte woede. En ik, het gelukskind, de grote meneer, de dokter of ingenieur of priester - ja, ja! - ik mocht in zijn voetsporen treden. Zeventien jaar was ik.’
‘Gods wegen...’ mompelde ik domweg.
‘Wie geen binnenwegen of omwegen neemt, is een gek!’ stoof hij op. ‘Zolang moeder leefde, lieten ze me met rust, de rijkaards. Ik mocht rustig werken als een paard én een meisje naar onze stand uitzoeken én moeder nog een aantal gelukkige jaren bezorgen met twee schatten van kleinkinderen...’
‘Ik wist niet dat jij gehuwd was...’ zei ik onthutst.
‘Ik geloof niet dat er op de wereld nog één pastoor bestaat die zo weinig afweet van zijn parochianen als jij,’ smaalde hij. Weer dronk hij zijn glas leeg. ‘Mijn vrouw... was Marjon Godschalk, een onderwijzeres uit Miereik. Zes jaar geleden ging zij terug bij haar ouders wonen. Ze nam Wouter en Sandrien mee...’
‘Waarom?’ waagde ik te vragen.
Met twee handen klemde hij de fles vast. ‘Acht jaar geleden stierf moeder. En toen eisten mijn broers en mijn zuster hun erfdeel op. Er werd een afbetalingskontrakt opgesteld, maar dat bleek al spoedig onhoudbaar... Je weet toch wat het woord melkkwota betekent?