Herman legt zijn arm om haar schouders, maar Arabel ontglipt eraan. Mik ziet dat ze verlegen is, en ook wel bang.
‘Ik kan ook wel op een andere keer aanlopen om over de accessoires te praten,’ zegt hij diplomatisch. ‘Zo dringend is het nu ook weer niet.’
‘Goed,’ zegt ze. ‘Dan ga ik slapen. Slaap wel.’ Vliegensvlug staat ze op en nog vooraleer de kerels hun protesten kunnen formuleren, is ze verdwenen.
‘Je zult het met mij moeten stellen,’ wauwelt Geneviève, terwijl ze zich met haar stoel tussen Herman en Mig in werkt. ‘Komaan, Hermannetje, we zullen eens dansen.’
Om zich toch zeker maar niet hautain aan te stellen, klinkt Mig met de drie andere kerels. ‘We laten Geneviève straks een strip-tease doen,’ fezelen ze bijna gelijktijdig. ‘We laten haar drinken tot ze er zelf mee begint.’
‘Ik heb nog bij jou in de klas gezeten, Mig,’ zegt er één vertrouwelijk. ‘André Anthonis. Herinner je je mij niet meer? een groot licht, dat geef ik toe, maar dat was jij ook niet: met je gedichtjes, en je Duitse verbuigingen, en die sterke Engelse werkwoorden, man, wat heb je me verveeld! Ik heb medelijden met alle leraars, ik verdien het dubbele van hun wedde met...’
‘Heb je Geneviève al eens zien naaktdansen, Mig?’ onderbreekt een andere. ‘Borsten als kwabben en een buik als het scheel van de doopvont. En heet, jongen, je weet niet wat heet is, als je Geneviève niet hebt bezig gezien. Ze kan heel het café op de knieën krijgen, en dan nog onschuldig vragen of er niemand wat te veel heeft.’
De derde lost nu Herman af, terwijl Mig zich gedwongen ziet een derde glas bier uit te drinken. André schenkt in. Wat niet in het glas kan, zuipt hij uit de flesjes. ‘Waar zit Herman?’ vraagt hij rondkijkend.
‘Toilet,’ zegt de andere lakoniek. Hij knipoogt naar Mig.
De twee onderwijzers zetten hun hoed op en duwen elkaar al pratend buiten. Hun zaterdagavond zit erop, en morgen moeten ze naar de vroegmis, want de duiven worden voor-