Ik nam het glas wijn uit haar hand en dronk het uit. ‘Zeg hem dat je absoluut wilt dat hij ermee ophoudt je nog lastig te vallen... Zeg dat je hem wilt spreken, onder vier ogen.’
Ze keek vertwijfeld naar de zoldering. ‘En dan?’
‘Zeg dat hij je ergens mag... oppikken.’
‘Ik denk er niet aan!’
‘Rustig maar... Zover laten wij het vanzelfsprekend niet komen.’
‘Waar moet hij me... oppikken?’
‘In de oprijlaan van het kasteel.’
‘Het is daar zo eenzaam én donker.’
‘Des te beter. Dan kunnen we dicht bij je blijven.’
‘Wie?’
‘Ik zal het aan de Jonker vragen, én aan Gino Hanselaar.’
‘En wanneer?’
‘Vrijdagavond, of zaterdagavond... Om tien uur.’
Ze haalde diep adem en beet vervolgens op haar onderlip. ‘Ik sta hier nu al te daveren van schrik.’
‘Je weet dat je me kunt vertrouwen,’ zei ik.
Ze knikte.
Een minuut later zat ik in mijn wagentje. Waar ik oorspronkelijk gepland had nog eens binnen te lopen in ‘De Leeuw’, reed ik recht naar huis. Ik was gelukkig.
Het duurde ellendig lang voordat ik wat van Deirdre hoorde. Tweemaal liep ik de kettingwinkel binnen voor een prul, doch ik kreeg haar niet te zien. Pas de volgende zaterdagmiddag, kwart na twaalf, belde ze me op. Ze wilde me spreken... Omdat ze op mijn nieuwsgierige vragen niet inging, vermoedde ik dat haar moeder in de buurt was. Dus zei ik maar dat ik haar om twee uur zou komen ophalen. Op het afgesproken tijdstip stopte ik voor de kettingwinkel. De puinen van ‘De Weerwolf 2000’ lagen er koolzwart bij. Niemand had een hand uitgestoken om de boel wat op te ruimen. Deirdre kwam onmiddellijk naar buiten. Ze was ranker dan ooit. Haar gezichtje was gespannen. ‘En?’ vroeg ik.
‘Ik heb het met moeder aan de stok gehad,’ antwoordde ze.
‘Hoe bedoel je?’
‘Ze kon er met haar hoofd niet bij dat ik... met jou... enfin, dat jij en ik... Pas toen ik gezegd had dat je weer ging lesgeven, legde ze er zich bij neer.’
Ik kon mijn oren niet geloven. ‘Wonderbaar!’ prevelde ik, terwijl ik mijn rechterhand even op haar voorarm legde. ‘En... heeft hij je niet meer opgebeld?’
‘Toch wel. Om elf uur...’
‘Heb je een afspraak gemaakt?’