brandweerwagen uit de richting van Lovenhoek aangeraasd. ‘Hee!’ begroette ik Deirdre. Ze trok haar jas dicht onder haar kin en glimlachte. ‘Hee,’ zei ze.
‘Hoe is dat gekomen?’ vroeg ik, met een zijdelingse blik naar het spektakel.
‘Ik weet het niet,’ zei ze huiverend.
Een geelachtige walm kwam onze richting uit. Ik rook verbrande rubber. ‘Er zal, hoop ik, toch niemand in... de dancing geweest zijn?’
‘Dat denk ik niet. Er was weinig volk gisteravond. Om twaalf uur was alles daar al stikdonker.’
Ook uit de richting van Kouwenberg kwam nu een brandweerwagen aangestoven. ‘Enfin, nu zijn jullie tenminste van die plagerijen verlost...’
Ze knikte. ‘Het werd hoog tijd. Moeder heeft al een paar maal een zenuwinzinking gehad.’
‘Vanaf nieuwjaar word ik weer Meneer Gelijk,’ zei ik zacht.
‘Wat bedoel je?’
‘Ik ga weer lesgeven.’
Ze keek een ogenblik verrast. ‘O ja?’
En toen begon vlak bij ons een klucht die ik mij nog lang zou geheugen. ‘Godverdomme, nu hebben ze mijn kot nog in brand gestoken ook!’ kafferde... Lix van Bourgonie in het gezicht van de politiekommissaris. ‘Vanaf de eerste dag hebben die boerenpummels hier mij tegengewerkt. En nu hebben ze hun dreigementen nog ten uitvoer gebracht óók!’
‘Welke dreigementen?’ vroeg de kommissaris wrevelig.
‘Hohoho!’ Lix van Bourgonie sloeg de ogen ten hemel. ‘Ze zouden de boel hier kort en klein slaan, in de fik zetten... Ze zouden mij kreupel meppen, een kopje kleiner maken... Hohoho! Als ik dat allemaal moet opsommen! En zeggen dat ik hier verleden vrijdag nog voor vijfentwintigduizend frank toiletpapier kocht van een paar blinden... Alles in brand! Alles weg! Als ik jou was, zou ik hier in de buurt maar gauw op zoek gaan naar getuigen. Iemand moet toch iets gezien hebben!’
‘Kan die brand niet ontstaan zijn door... een kortsluiting, een gaslek, of een nalatigheid in de keuken?’ vroeg de kommissaris verveeld.
‘Alles kàn!’ riep Lix van Bourgonie. ‘Maar hier hebben ze het toeval een handje toegestoken... Daar ben ik van overtuigd! In dit boerengat is geen beschaafd mens veilig.’
Er waren nu vele nieuwsgierigen rond het redetwistende tweetal komen staan. Ik vond de aantijgingen al te gortig. Liefst had ik