ter plekke, maakte ze thuis schoon, en leverde ze dan in een jutezak af aan de achterdeur van ‘De Horlepijp’. Ook de hazen, reeën en bossnippen die in het restaurant versneden en bereid werden, waren van hem afkomstig. Lucas Laenen was er fier op dat ik hem de laatste stroper van de Kempen noemde, doch Willem Vervloet van ‘De Horlepijp’ had wel een losprijs op mijn hoofd kunnen zetten.
De dag vóór het huwelijk belde Wijnvlekje mij op... Of ik de volgende dag naar het avondfeest in de parochiezaal wilde komen? Ik was van harte uitgenodigd.
‘Komt die invitatie niet wat laat?’ vroeg ik droog.
‘Ja,’ zei ze. ‘Ik zou je niet gevraagd hebben, maar anderen drongen erop aan.’
Lap! Mijn oren tintelden alweer. ‘Deirdre?’ raadde ik.
‘Neen,’ zei ze. ‘Davy.’
‘Je zei... anderen...’
‘En Ingel.’
‘Ingel?’
‘Ja... Ik begrijp het ook niet.’ Ze blies even in de hoorn. ‘Naar het schijnt, wend jij alle mogelijke middelen aan om Deirdre te versieren... Laat haar in 's hemelsnaam toch met rust! Ze is nog een kind... Zie je dat niet?’
‘Ik dacht dat ze zo oud als jij was.’
‘Ze heeft nog nooit gevrijd.’
‘En dan?’
‘Jij bent te oud voor haar! Jij hebt al alles doorgemaakt. Weet je dat ze jou in het dorp... de grote verleider noemen?’
Daar had je het weer! Er werd blijkbaar over mij meer geroddeld dan over Wimjan Bonnarens en Boudewijn Kiebooms samen. ‘En hoe noemen ze... jou dan?’
Even bleef het stil. ‘Vertel nu niet dat het in deze tijd oneerbaar is zwanger te geraken voordat je gehuwd bent!’ zei ze verontwaardigd.
‘Neen. Maar het geeft mij nog altijd geen aanleiding tot een hoerastemming, als je dat maar weet.’
‘Rot op!’ riep ze, waarna ze de verbinding verbrak.
Mensen toch... Ik had nooit een vlieg kwaad gedaan, was een geboren jaknikker, was als scholier én leerling én student altijd de stilste van de bende geweest, had in mijn jeugd zelfs nooit kattekwaad uitgehaald, had als leraar nooit tijd gehad voor kroegbezoek en meisjes... en toch noemden ze me de grote gelijkhebber, de grote dronkaard, de grote verleider... Het was om de muren op te lopen! Waarom projekteerden de mensen toch zo graag hun eigen minder fraaie verzuchtingen op het blazoen van de anderen? Zolang ik