‘Die labbekak zeker niet!’ zei Deirdre eensklaps furieus.
Ik dronk mijn duvel uit en stond ook op. ‘Ik ben geen vechtersbaas,’ verontschuldigde ik me. ‘Maar ik wil wèl meegaan...’
‘Jullie blijven hier,’ zei Davy tot Wijnvlekje en Deirdre.
‘Ik ga mee!’ zei Deirdre, waarna ze zich omdraaide en naar de deur liep.
Davy, Mario en Ingel volgden haar op de voet. Ik keek even wanhopig naar mijn leeg glas, besefte dat ik niet meer kon terugkrabbelen, en liep hen achterna. Davy nam zijn eigen wagen. Ingel ging naast hem zitten. Ik schoof naast Deirdre op de achterbank. ‘Je stinkt naar het bier,’ zei ze, terwijl ze haar jurk stevig over haar knieën trok. ‘Je bent toch alweer niet dronken?’ Omdat ik zweeg, vervolgde ze: ‘Je moet wel dronken zijn, anders had je je wel bedacht...’
Nog voordat ik haar van antwoord kon dienen, waren we op de plaats van bestemming. Davy vond een plaatsje op de parkeerruimte voor de kettingwinkel. Voor het eerst merkte ik dat de uitstalramen afgeschermd waren met gloednieuwe metalen luiken. Bij het frietkraam van de Franne stonden vier meisjes te giechelen. Precies in het midden van het kruispunt zaten zes jongelui rond een krat bier. ‘Herken je ze?’ vroeg Davy, terwijl hij traag uitstapte.
‘Neen,’ antwoordde Ingel. ‘Zij waren het niet... Je mag me echter niet kwalijk nemen dat ik niet mee naar binnen ga. Ik studeer rechten, zie je... Een blanco strafregister is voor mij van het grootste belang.’
Davy knikte. ‘Dat begrijp ik. Blijf jij maar in de wagen zitten bij je zuster.’
‘Dat zie je van hier!’ siste Deirdre, waarna ze me naar buiten duwde en ook uit de wagen sprong. ‘Bangschijter!’ riep ze tot haar broer.
‘Laat mij eerst gaan,’ stelde ik met een benepen stem voor. In een belachelijk grote boog liep ik langs de provocateurs op het kruispunt. ‘De Weerwolf 2000’ zat stampvol, doch we hadden het geluk dat Paganini op dat ogenblik de rattenvanger van Hameln aan het nabootsen was: de meute luisterde met ingehouden adem en leefde als het ware in slow motion. Lix van Bourgonie onthaalde mij op een natte handdruk en een glas bier met een dikke schuimkraag. ‘Nóg drie biertjes,’ zei ik, terwijl ik mijn glas aan de mond bracht. Davy en Mario stonden op hun tenen in de richting van de dansvloer te kijken.
‘Zuipschuit!’ femelde Deirdre in mijn rug. ‘Zemelaarster!’ beet ik haar toe.