Het koekoeksspog(1978)–Robin Hannelore– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Watermerk Gister moest ik schuilen Voor een bui onder een eik Toen ik zag dat in de zwarte haren van mijn hond Talloze vruchtjes van het kleefkruid klitten Ik begon te plukken sakkerend Tot ik de drie teken ontdekte op zijn kop En begreep dat hij zich zo toegetakeld had Om van die bloedzuigers verlost te raken Vandaag zag ik verstomd Dat het paard in de weide Waarlangs de gele mosterd bloeit Eensklaps met tweeën was En dat het gretig graasde op de plek Waarvan ik dacht dat er slechts smakeloze panen groeiden En ik begreep dat het paard gewacht had op het veulen Om deze voorraad aan te spreken Zo is geluk voor mij Altijd weer de vonk van de herkenning De wilde bertram langs de weg De honingzoete roep van het wilgesijsje De trage waterrimpels in de rug van een snoek waterkansen Tot ik plotseling een beetje ongemakkelijk En piekerend stilsta bij een hybride Een soort van muilezel zonder naam Ik denk dat het de mensen net eender vergaat Bij het lezen van gedichten Maar hoe maak je dat wijs aan dichters Die de hybris als hun watermerk beschouwen? Vorige Volgende