De heksenvlecht(1987)–Robin Hannelore– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] Gedicht dat ik graag had voorgedragen in de tuin van epicurus Ik heb nogal wat vrienden - het heeft me nooit een toeval geleken, wij zijn ten slotte gelijkgezinden - die komkommers en pompoenen kweken. Geregeld brengen ze me vruchten, peervormig, bolrond, met stralen, want zo lopen de geruchten: ik kook de beste soep van Mol tot Balen. Ik stoof versnipperde uieringen, bak die met boerenboter goudgeel; het vruchtvlees verkookt in gouden kringen, de geur grijpt eenieder naar de keel. Doch niet altijd eet ik deze delikatesse, en toch aanvaard ik de vruchten graag. De ware en ultieme finesse is dat ik wonderen laat rijpen, gestaag, tot ze de mooiste kleuren vertonen: gedichten van zon en zomer, waarbij ik in de winter wil wonen, als schone slaper en eeuwige dromer. Vorige Volgende