De heksenvlecht(1987)–Robin Hannelore– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Juli De zon is al te warme honing, zo dun dat hij door de bladeren druipt van de zomereik, mijn waardboom, mijn schaduwboom. Het is zonde dat ik met tien vingers jouw afwezigheid aftast, de ruwharige pijn van het slangekruid. Terwijl het hooibeestje en het koevinkje van meeldraad naar stamper vliegen en de hele wereld kreunt van bevruchtend genot, is het zonde dat ook jij ergens, kleverig van honing- en roetdauw, in de schaduw ligt alleen te zijn. [pagina 39] [p. 39] Vorige Volgende