vuilnisman had de regerende wereldkampioen, een kaalhoofdige Canadees, uitgedaagd... Ik had Maaike en mijn zuster Maria, die ons samen met mijn zwager vergezelde, vaag voorbereid op de komedie die deze komiekelingen gingen opvoeren. Dat had ik evengoed niet gedaan. Toen de boze kaalkop met geniepige truuks begon uit te pakken, kende de verontwaardiging van de vrouwen geen grenzen. En toen de brave underdog eensklaps onder het bloed (de een of andere chemische stof) zat, schreeuwden ze om vergelding. Die wraak kwam natuurlijk... De Antwerpse vuilnisman sloeg de kolossale vleesmassa uiteindelijk tot bloederige moes. Terwijl de Antwerpenaar tot wereldkampioen gekroond werd, droegen vier stevige brancardiers de Canadees weg. En toen ging het medelijden van de vrouwen vanzelfsprekend weer uit naar de sukkel die van zover overzee was moeten komen om hier kreupel geslagen te worden... Om die emoties zo snel mogelijk te verwerken, besloten wij een stukje te gaan eten. We hadden amper onze soep naar binnen, toen aan het tafeltje naast het onze een grote, gezellige dikkerd plaatsnam... in wie wij tot onze verbijstering de... murw geslagen Canadees herkenden. In het Engels vroegen we een handtekening. En we kregen er een... maar pas nadat we onze vraag in het Nederlands herhaald hadden. Mundus vult decipi, ergo decipiatur. Ik was daar zo van vervuld, dat ik begon te schaterlachen toen Maaike een halfuur later zei: ‘Daar loopt Rudolf Schock!’ Verontwaardigd ging Maaike een handtekening vragen aan de man... En ze kreeg er een. Het was Rudolf Schock!
Bij mijn kinderen had ik meer sukses. Er kwam een tijd dat ze me elke zondagnamiddag vergezelden naar de een of andere sportmanifestatie: paardenrennen (‘het kleine spel’), motorcross, veldloop, wielrennen... De eerste liefde van Betty was trouwens een wielrenner: Jo Helsen, een schoolkameraad van Bart. De vader van Jo,