de wagen dansen, even maar. Toen hij zich wat oprichtte, merkte hij twee rijkswachters op het bordes voor de bar. Ze werden binnengelaten door een zwaar geschminkte vrouw met een sigaret in de mond.
Twee andere rijkswachters stonden bij de BMW. De een liet het licht van zijn lamp op een boek schijnen waarin de ander wat noteerde. Zagen die dan niet aan de nummerplaten dat ze niet te maken hadden met normale mensen?
Na enkele minuten ging de deur van de bar weer open. De twee rijkswachters kwamen buiten. Ze hielden de kepie in de hand en zetten die weer op toen de deur achter hen gesloten werd. Ze kwamen op de Mercedes toe. Hij zette zich wat rechter en gebaarde wakker te worden.
Een rijkswachter trok brutaal het portier open. ‘Kom eruit!’ zei hij bars. ‘En zet die onnozele hoed af!’
‘Waarom?’ vroeg hij geschrokken.
‘En dat durf jij vragen!’ hoonde de andere rijkswachter. ‘Dat negeert de rode verkeerslichten, veroorzaakt een verkeersongeval met dodelijke slachtoffers, pleegt vluchtmisdrijf... en vraagt dan waarom hij opgeleid wordt! Eruit! zeg ik.’ Hij trok warempel zijn pistool.
‘Maar ik reed niet met de wagen,’ protesteerde hij verontwaardigd. ‘Ik ben de bodyguard van de senator. De senator reed zélf. Vraag het hem maar. Hij is toch in de bar? Zijn vrienden hebben het toch ook gezien!’
‘Wat ben jij een leugenaar!’ zei de rijkswachter met het pistool.
‘De heren senatoren en volksvertegenwoordigers hebben een minuut geleden nog unaniem verklaard dat jij met deze wagen die overtredingen beging. Ze stuurden je terug naar de plaats van het ongeval opdat jij je zou gaan aangeven. Intussentijd gebruikten zij een verfrissing in deze gelegenheid.’