blabla. Zie hem ginder maar zitten, tussen Line Herregots en Finne Poortmans. Nandje zegt niets, maar hij denkt veel. De asperges en het kalfsgebraad komen van hem, reken maar!’
‘Is Nandje aspergesteker geworden?’ vraag Dries Lornoy ongelovig.
‘Aspergesteker!’ roept Neel. ‘Ho! Ho! Veekoopman, ja! De grootste van de Kempen. Die asperges bracht hij gisteren mee uit Holland.’
Dries loost een zucht van ontzag. ‘En zeggen dat hij de jongste van dertien kinderen was. Zijn vader was aardappelboer. Is hij getrouwd met Finne Poortmans?’
Neel begint krochend te lachen. ‘Finne Poortmans heeft er al twee versleten. Haar huidige bijzit, de nieuwe fietsenmaker, had zo graag mee naar hier gekomen, maar hij mocht niet van haar. Neen! Nandje is wel slimmer... Nandje gaat naar “Het Eiland Elba”.’ Neel bukt zich over de tafel en fluistert: ‘Er komen daar ook homoboys...’
‘Wat zijn dat?’ wil Gaby weten.
‘Ken jij geen flikkers?’ vraagt Neel verbaasd.
‘Zéker!’ antwoordt Dries in haar plaats. ‘En jij, Neel? Wat doe jij? Biersteker? Jouw... oom verkocht vroeger het beste tafelbier van de wereld. Als het kermis was, mocht hij bij ons een krat afzetten.’
‘Stempelaar,’ zegt Neel. ‘Ik zit erop te wachten dat ze me een invaliditeitspensioen toekennen. Al meer dan tien jaar lig ik overhoop met de arbeidsinspekteur... Maar ik ben hier niet de enige dopper, weet je... Oktaaf Brants ginder stempelt ook al zeker vijf jaar. En die heeft geen hernia.’
‘En wat deed je voordat je... ziek werd?’ dringt Dries aan.
‘Diamantbewerker,’ zegt Neel, ‘en gemeentewerkman.’