[Nu en dan]
Nu en dan maken de dennen een krakend of kraaiend geluid. De vennen zijn in hun beweging tot groten stilstand gekomen. Misschien dat ze eerst door golfslag stukken van de oever afbrokkelden. Maar ze komen dan tot stilstand doordat het juk hun daartoe dwingt.
De leeuwen zijn gedwee geworden en ook de monsters gedragen zich niet meer gevaarlijk. Zij bewegen zich met snelheid (schietend) maar zijn ondergeschikt aan dezelfde dwang als bovengenoemde dingen. Deze dwang wordt uitgeoefend door de poolster. Maar toch is deze rust niet definitief en zeker; ze berust eerder op een gedachtenconstructie, een theorie of veronderstelling. De zekerheid komt pas op 't eind. En dat is dan wanneer het verborgene openbaar wordt. Dit verborgene blijken... vogels te zijn! Weliswaar zeèr: véél. Ze vliegen over in ontzaglijke massas, als omgekeerde deinende moerassen in de lucht. En ook zij zijn gebonden aan de wetten van de poolster. Of die poolster een naam is voor iets anders, een symbool, of de poolster zelf, blijkt nergens.
Dan wordt een teken overal kenbaar gemaakt. Wat het betekent is niet duidelijk. Zelfs de naam van het teken duidt op niets bekends.
Maar het teken ís er, en daardoor verdwijnt alle onduidelijkheid; zoals het ís, zo is het te accepteren. Het blijkt doodgewoon een teken, of begin, van verzanding te zijn, een weinig positief iets: een zich terugtrekken. De branding trekt zich - nu niet alleen theoretisch, maar daadwerkelijk - naar achteren terug.