[Het woord ‘inhoud’]
Het woord ‘inhoud’ verklaart het gebruik van ‘kelk’ beter. Dit ‘kelk’ heb ik nodig, want er zijn maar 3 woorden, voorzover ik weet, die op melk rijmen: kelk, elk, welk. Van ‘elk’ en ‘welk’ weet ik niets te maken. ‘Kelk’ is daarbij niet slecht: het suggereert iets; je schrijft zelf dat je over ‘jeugd en kelk’ nog eens moet nadenken. Ik bedoel er natuurlijk mee: ‘vorm’, in zekere zin ‘bedriegelijke vorm’, zoals een kelk een geheel andere drank kan bevatten dan men misschien zou verwachten, in ieder geval niets zekers aanduidt omtrent de inhoud. (De kelk zien wij, en kan ons aantrekkelijk voorkomen, de inhoud ervan kennen wij niet.)
En toch doet een schone kelk een gelijksoortige inhoud vermoeden. De ‘kelk’ werkt op onze fantasie. Een goede drank smaakt uit een goed glas beter.
Ook bij een bloem is de bloemkelk datgene wat vlinders en bijen en de bewonderende blikken van de mensen aantrekt, maar het inwendige vruchtbeginsel ligt in het verborgen en heeft lak aan schoonheid; het streeft zijn eigen doel na.
Zo lijkt 't ook dikwijls of het gedrag of de bewegingen van mooie kinderen onder elkaar een bedoelde tederheid of erotiek bevatten, terwijl er helemaal zulk een bedoeling niet achter zit. Het instrument (de ‘kelk’, het lichaam, en in zekere zin de ‘ziel’, het leven) is jong, maar de geest, de bedoeling, is ‘oud’: nuchter, gewoon, zonder andere oogmerken dan enkel de beweging of handeling op zichzelf. Met ‘de bedoeling is oud’ wil ik zeggen: niet verschillend van bedoelingen zoals ‘ouden’ die