of werktuigkunde. Ik zou haast zeggen, het is een deftig vak. 2e het middageten: soep met balletjes, Brusselsch lof, pudding met bessensap, - geschikt voor de Zondag. 3e de radio: edele mannenkoren, preeken van Parijsche abbé's, muziek van snerttriotjes, - hoort bij de Zondag. 4e het spontane gejuich van de vele toeschouwers op het dichtbij gelegen voetbalveld. 5e, 6e, enzovoort. De Zondag is een aaneenschakeling van allemaal stukken Zondag. En wat ook zoo prachtig is, iederéén begrijpt het buitengewoone van deze dag en de weldaad ervan wordt eenvoudigweg aangenomen. Ik herinner mij een typisch staaltje dat me de vorige Zondag werd gegeven: Ik reed 's avonds in het kleine ouderwetsche autobusje naar Heerlen. De reizigers hadden zich niet geschaamd de zeer beperkte ademruimte blauw te rooken en ik stak ook een cigaret in m'n mond. Maar ik merkte dat ik geen lucifers had en vroeg aan een meneer die voor me zat om wat vuur. Hij streek de asch van zijn sigaar en hield me de gloeiende top voor, vragend of het zoo ging. Ik beaamde en de punt van mijn cigaret geraakte in gloeiende toestand, medegedeeld door mijn voorman's sigaar, met behulp van krachtig trekken mijnerzijds. Een tijdje daarna toen ik weer rustig zat, draaide de meneer zich om en stak mij een lucifersdoosje toe en zei: ‘Neemt U dit maar, ik heb er toch nog een.’
De man had zijn gezicht in een heel gewone alledaagsche plooi, maar toch was dit een, denkelijk niet bewuste, uiting van zijn Zondagstemming.