Mijn benul

[p. 262]

Moppen, gepikt en vertaald

De sterke man in het circus nam een citroen en sneed hem door. Hij pakte een helft in zijn beide handen en perste er het sap uit zo hard als hij kon.

Toen zei hij: Ieder die nog een druppel sap uit deze halve citroen kan persen krijgt vijftig gulden. Onmiddellijk kwamen er verschillende sterke jongens naar voren. Ze persten uit alle macht, maar er was geen druppel meer uit de citroen te krijgen. Toen kwam er een mager mannetje naar voren. Hij had een brilletje op en zag eruit alsof je hem om kon blazen. Hij nam de citroenschil in een hand en er kwam nog een half glas sap uit! De sterke man stond verbaasd!

‘Wat ben jij d'r voor een?’ vroeg hij. ‘Ik ben bij de belastingen,’ zei het mannetje.

De rechercheur bracht de gevangene naar de rechter. ‘De aanklacht is bigamie, edelachtbare. Hij heeft drie vrouwen.’ ‘Drie!’ riep de rechter uit. ‘Maar meneer, u kent de termen niet. Dat is geen bigamie, maar trigonometrie.’

Meester: Als Tommy je twee honden gaf en Ronny je er drie, hoeveel zou je er dan hebben?

Rico: Zeven.

Meester: Zeven? Weet je 't zeker?

Rico: Ja, ik heb al twee honden.

[p. 263]

Meester: Simon, het is kwart voor tien! Je komt een uur te laat!

Simon: Waarom? Wat is er dan gebeurd?

Vader: Ben je braaf geweest op school, jongen?

Zoon: Logisch, wat zou je nou kunnen uithalen als je de hele dag in de hoek moet staan?

Jan: Hoe groeten stekelvarkens elkaar?

Liesje: Heel voorzichtig!

Kees: Wat zei Thomas de Rijke aan het eind van zijn rit?

Rob: Ho!

Meester: Hoe spel je coïncidentie?

Jan: Verkeerd.

Raadsel: Wanneer betekent het ongeluk als een zwarte kat je volgt?

Antwoord: Wanneer je een muis bent.

Vader: Wat heb je vandaag op school geleerd?

Gerard: 2 en 2.

Vader: Mooi, maar weet je wat 2 en 2 is?

Gerard: Nee, ik weet alleen maar 2 en 2.