Mijn benul
(1974)–Jan Hanlo– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 233]
| |
Theologen psychologen filosofen‘Het schijnt dat theologenGa naar eindnoot* nu eenmaal geen gave hebben voor de zuivere eerlijke argumentering. Ze dwalen altijd af, borduren voort op premissen die ze in de strijd hebben moeten prijsgeven, kortom ze hebben op het gebied van de zuivere debatteerkunst totaal geen eergevoel. Het zijn brave, goedwillende mensen, maar ze zijn redeneerkundig gewetenloos’.
‘Psychologie leidt zo gauw tot privé-diagnoses die op een wetenschappelijk ongefundeerd gegeven berusten. Ook heb ik tegen psychologie dat de psycholoog er gauw toe komt iedereen als een min of meer abnormaal “geval” te zien. Het in grote trekken verdelen en in hokjes plaatsen (neem bv. Kretschmer) ligt hem erg gemakkelijk. Ik geloof dat een man als Christus (als mens dus) de mensen heel anders bekeek, en volgens een veel waardevoller norm. Ook een portretschilder zal de mensen anders bekijken (weer volgens zijn norm van “interessante kop” of niet). Een zakkenroller zal zijn “publiek” weer anders verdelen. Het is allemaal zo betrekkelijk. Daarbij geloof ik dat bv. de indeling die een zakkenroller maakt, veel langer standhoudt dan die welke de psycholoog van nu maakt. Na 100 jaar zal Freud c.s. misschien volkomen verouderd zijn, zoals in de kunst een stijlperiode ook snel veroudert. Op den duur zal men bepaalde stijlen (ik bedoel niet “op den duur”, maar “na een zekere tijd”) toch in hun soort blijven waarderen, en Freud zal zeker wel niet uit de boeken geschrapt worden, maar de interesse van een ander tijdperk gaat dan weer naar iets heel | |
[pagina 234]
| |
anders uit. Nu interesseert het de psycholoog nog of hij veel of weinig sexualiteit in zijn proefpersoon kan ontdekken. Waarom eigenlijk? Reeds zijn er psychologen die veel meer interesse hebben voor de expansiviteit, de daadkracht, de algemene kracht om zich te verwerkelijken. Terwijl ik ook weer betwijfel of een grote figuur als Lao Tse daar nu weer zoveel in zag. In ieder geval vind ik psychologen, voor zover ik er ken, nogal beperkte mensen. En dat, terwijl hun wetenschap nog niet eens bewezen heeft een wetenschap te zijn’.
‘Die filosofen... ze beweren maar; of het waar is of niet, doet er niet toe. Er is toch niemand die hen kan controleren, ieders recht op expliceren en beweren is even groot. Ze beweren zo graag en zo veel in de hoop door een scherpere geest weerlegd te worden, denk ik wel eens (dit wil ik ook laten gelden voor mij zelf, wanneer ik mij op dit terrein waag)’. |
|