Mijn benul
(1974)–Jan Hanlo– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 68]
| |
Dogma-kaartenHet Tertulliaanse ‘ik geloof het omdat het absurd is en het is waar omdat het onmogelijk is’ (credo quia absurdum etc.) is tegenwoordig niet ‘in’, zeker niet bij de katholieke ‘Nieuwe Katechismus’, wat ik er zo over gehoord heb. Ik heb veel waardering voor vernieuwing op allerlei gebied (liturgie, moraal - indien mogelijk) maar niet wat betreft dogma's. Het woord dogma heeft voor mij niet die akelige klank die het voor velen heeft. Ik vat het meer op zoals ik het begrip ‘axioma’ opvat. Och, het gaat er maar om hoe men het spelletje wil spelen (zo kan men het ook wel eens zeggen). Sommigen prefereren ‘jokers’, anderen ‘dogma-kaarten’. Sommigen wensen ‘De Bijbel’ niet te zien als een onaantastbare troefaas. (Ik behoor nu weer tot degenen die daar wèl toe geneigd zijn.) En als men de orthodoxe ‘kaarten’ niet erkent, zal men andere moeten aannemen anders valt er niet te spelen. Die niet-orthodoxe ‘kaarten’ zijn er ook, hoor! Want iedereen wil spelen (denken, argumenteren, zich verantwoorden). Zo'n ‘niet-orthodoxe’ kaart is m.i. de opvatting dat wetenschappelijke objecten en uitkomsten volkomen ‘begrijpelijk’ zijn (voor de wetenschapsmensen zelf), met andere woorden: niets wonderbaars hebben.Ga naar eindnoot* Nog zo'n kaart is bijvoorbeeld dat er gradatie in het bovennatuurlijke is wat betreft de mogelijkheid of verwonderlijkheid ervan. Bijvoorbeeld dat het maagdelijk moederschap van Maria een ‘groter’ (en dus moeilijker aanvaardbaar) wonder | |
[pagina 69]
| |
zou zijn dan de wonderbare broodvermenigvuldiging; of de waarachtige tegenwoordigheid van Christus onder gedaante van brood en wijn een groter absurditeit dan bijvoorbeeld de genezing van de blindgeborene. Of, dat het aannemen van het bestaan van God een betrekkelijk gemakkelijk, onproblematisch punt is vergeleken bij het geloof in het voortbestaan van de ziel. |
|