Mijn benul
(1974)–Jan Hanlo– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 55]
| |
Ierse appeltjes ruiken lekkerderIn vergelijking met een jaar of dertig geleden leven we in een sterk visueel geaarde tijd. De mensen van nu willen vooral: zien. Het voelen laat ik erbuiten, want zonder tastzin en gevoeligheid voor huidprikkels is de mens als mens nauwelijks herkenbaar, maar de drie overige zintuigen lijken wel naar een rudimentaire staat toe te hollen. Alleen het kijken is ‘in’. Alleen het zichtbare voorwerp, de zichtbare handeling, staat in de belangstelling. In dit verband bedenk ik hoe weinig begrip jonge mensen, middelbare scholieren, nog altijd hebben voor abstracte kunst. Altijd vragen ze naar het voorwerp: wat stelt het voor. En als je dan met de opmerking komt dat een mooie boom, een avondlucht of het patroon van een lap textiel toch ook niets voorstelt, raken ze in verwarring. De appels en peren in de fruitwinkels zien er prachtig uit, maar ze smaken... naar niets. Ik kocht eens in Ierland - dat, zo men weet, in sommige opzichten nog is zoals hier 50 jaar geleden - een zak appeltjes. Het was verbazend, die echte ouderwetse heerlijke appelengeur die hadden. Die waren natuurlijk niet bespoten geweest en hadden niet in een koelhuis gelegen. Koelhuisfruit ruikt m.i. vaak licht naar paraldehyd - een chemische vloeistof met een infernale geur. Het ‘horen’, de acoustische functie, is ook aan het verkommeren. Wie luistert er nog naar de radio, in vergelijking met 20 | |
[pagina 56]
| |
jaar geleden? Zieken die op hun slaapkamer liggen, misschien. Ik schaam mij er niet voor te zeggen dat ik veel naar de radio luister. Ik hoef al die bewegende foto's van koppen en dingen die je ook ziet als je even uit het raam kijkt, niet erbij te zien. Ik zal wel wat missen, zo nu en dan, dat begrijp ik wel. Maar ik heb dan tenminste een goed stukje muziek op de radio gehoord of een prima hoorspel, geregisseerd door J.C. Hubert, of Léon Povel, om er maar een paar te noemen, maar dan mag ik zeker Ad Leubler en Jan Moraal niet vergeten.Ga naar eindnoot* Of het woensdagse Loeren aan de Hor, met Tonnie Huurdeman en haar mannelijke collega's die stuk voor stuk zò zijn wat humor betreft. En vaak avro's Gonk en Vader en Zoon, en nu Rits. En de voortreffelijke Wam Heskes mag niet ongenoemd blijven als er iemand genoemd wordt. En Louis de Bree vergeet men niet. Het horen, de reuk en de smaak worden tegenwoordig ondergewaardeerd. De smaak: kouwe schijfjes worst in de erwtensoep; de stukken asperge even voor het opdienen geplonsd in de aspergesoep (champignons als het champignonsoep moet heten), slagroom is niet wat de vooroorlogse was, vanille-ijs lang niet, soepballetjes dito, om over kroketten en pasteitjes maar helemaal te zwijgen. Ach, maar die dingen zijn zo tragisch niet. De mensen van vandaag zijn nu eenmaal vooral op het ‘zien’ ingesteld. Ik wil de wereld alleen maar een goede raad geven: vergeet de andere zintuigen niet. Afgesproken?! O.K. |
|