Over het ‘understatement’
Understatement is het halve woord spreken terwijl men toch wel degelijk het hele woord bedoelt, het hele woord dat soms tragisch is. De spreker van het halve woord constateert wel, maar aarzelt zich op waardebepalend gebied te begeven, omdat wel de rol van waarnemer maar niet die van rechter hem zint. Hij wil zijn oordeel slechts geven door zijn waarneming kenbaar te maken. Hij wil niet somber worden of maken door het sombere. En dat is het ook nog niet precies. Het is eigenlijk zo dat hij twee dingen die in elkaars verlengde liggen wil zeggen, het halve èn het hele, het lichte èn het zware. En daartoe zegt hij dan maar alleen het lichte, maar dan op een bepaalde manier. Daarom vindt hij het ook niet zo'n ramp wanneer zijn verstaander nu niet zo'n goed verstaander is van het onuitgesproken hele - eigenlijk tweede - woord. Het lichte is althans begrepen.
Wanneer ik - ik citeer mijzelf - in een grappigdoend stukje zeg:
Wist u dat enige statistici menen te hebben geconstateerd dat cabaretiers, tv-omroepsters, leden van regerende vorstenhuizen, daarna politici, en in het algemeen Amerikanen, het meeste gevoel voor humor hebben? Volgens een groot aantal onderzochte foto's vormen zij de groepen die het veelvuldigst in een situatie een neiging tot lachen vertonen. Anderen beweren dat de lachende gelaatstrekken niet steeds op een komisch geachte situatie, maar veeleer op een vrolijke inborst wijzen.
dan zou de aanvulling tot het ‘hele woord’ moeten luiden: