Veerstraat(2001)–Marijke Hanegraaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Ten naaste bij In de schemer van mijn aandacht meen ik je aard nabijer, bijna te doorgronden, neem ik je het ene stille liggen in. Sliep je weer, licht en wetend dat je droomde? Hoor, het regent, niks opstaan, geen dagindeling maken, niets om uit te sluiten; op zondagochtend als ver weg in de stad een sirene zich in mij voordoet als een kerkklok schuif ik met woorden de nacht in je ogen opzij: zie je ik las dat een koperwiekvrouwtje zich door een spotvogel niet in de luren laat leggen en jij, hoe weet je dat ik voor jou de juiste ben? Drift breekt in, de vechtjas tegen het enkelvoud van eenzaamheid. Ze drijft op het besef dat het me slechts gegeven is je ten naaste bij te kennen. Vorige Volgende