Veerstraat(2001)–Marijke Hanegraaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Zomernacht We slapen in de geluiden van buiten, door onze ademhaling rijdt een auto. Laten we nog eenmaal rond de rotonde zweven rond dat hart van de kleurige zomer. Geen verstoorbare lucht. Geen verblekend blauw. Een zomernacht zonder enige regen en toch zo vruchtbaar. De auto schampt langs de gesprekken die over de straat lopen. Ik wil mijn woorden uitwerpen van je huid diep in rust, van wat ik niet kan aanraken al vermoed ik soms dat ik het voel - dat onaanraakbare het meest. Een goederentrein op de spoorbrug passeert mijn droom waarin we fietsen op een schelpenpad en waar een zeis het vuur in brandnetel en berenklauw heeft gedoofd zodat we langs de kant ons brood kunnen eten. En dan onder de bescherming van de hoge oever mijn woorden mengen met het ruisen van een duikersluisje. Vorige Volgende