Veerstraat(2001)–Marijke Hanegraaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Kerk 1 Nog beeft de lucht, de zon in de avond te heftig. Voor een late zondagsdienst zet een bejaarde de tv aan, met kabels en camera's bouwden ze voor haar een kerk en geven ze aan haar alleenzijn verbintenis, ze is de gezegende van de dag, maar was ze niet liever de gekoesterde. Onder een gebed dut ze in en tegen middernacht schrikt ze op: morgen, voorspelt de tv-tekst, zullen de temperaturen weer iets hoger zijn dan vandaag. Vandaag zullen de temperaturen weer iets hoger zijn dan gisteren, voorspelt iets na twaalven. Die het beweert slaapt al. [pagina 20] [p. 20] 2 Nog langer zat de vrouw in mijn gedachten dan in de werkelijkheid geknield. Wat hield haar onder een zon die geen licht of warmte gaf in een drukke straat van een haastig werelddeel op haar knieën, haar blik min of meer gericht op schoenen met duur bovenleer waarin de voeten zelfs bij extreme regen ongeveer een uur droog blijven; alleen sommige voeten in bepaalde schoenen. In mijn gedachten bad ze en zat ze in een milde novemberzon. [pagina 21] [p. 21] 3 Noch de bomen, noch de sneeuw of de sloot komen je bekend voor. Je ziet alleen dat het kerkje afgelegen ligt. Je stelt je voor dat de gemeente of het koor in zekere zin eentonig zingt en dat juist zulk gezang je uit de tijd plaatst op de helling van de eeuwigheid. Door het gesloten hek eromheen lijkt de kerk niet voor iedereen en toch fantaseer je er dit mooie voor, dit bedrog. Vorige Volgende