Privilegie Der Ed. Mog. Heeren Staten van Vrieslandt.
De Staten van Vrieslandt. Allen den geenen die dezen zullen zien ofte hooren leezen Saluit. Doen te weten: Alzoo François Halma, in naame van zynen zoone, Drukker onzer Academie tot Francquer, ons by request heeft te kennen gegeven, dat hy onder de persse hadde zyn eigen niew berymt Psalmboek, gereed om in korten in het licht te komen, als mede zyne Heilige Feestgezangen, en andere zyne Dichtkunduige of Vertaalde Werken; als een dubbelt Fransch en Nederduitsch Woordenboek, het welke mede op het einde loopt. Doch dat hy beducht zynde, dat lichtelyk iemant anders, uit wangunste of haatzucht, het een of het ander zyner Werken mogte nadrukken, of elders nagedrukt in deze Provintie, (tot zyn groot nadeel en schade, ook welligt tot bederf en vervalschinge van zynen veeljaarigen Arbeit) invoeren en verkoopen: Dat daarom hy suppliant te raade was geworden, om zich aan ons te addresseren, en onderdanigst te verzoeken Onze Brieven van Octroy; SOO IS ‘T, dat Wy, na gehoudene Deliberatie, hebben goetgevonden en verstaan, aan den suppoliant zyn verzoek te accorderen, vervolgens den zelven te verleenen deze Onze Brieven van Octroy; en daarby aan den gedachten François Halma, zyne Erven, of die het recht door wettige Cessie hebben bekomen, te Octroyeren en te vergunnen, om alleen, met uitsluitinge van allen anderen, binnen deeze Provintie te mogen drukken, doen drukken, ende verkoopen des suppliants voorschreven Psalmboek, en alle zyne andere Werken, waar op zyn naam als Schryver, Dichter, of Vertaaler staat geëxprimeert, in zoodanigen Formaat of Letter, als hy suppliant geraden zal vinden, en zulks voor den tyt van vyftien achter-een-volgende jaaren: Met expresse interdictie aan alle en een yder van de Ingezetenen dezer Provintie, om het meergedachte Psalmboek, of andere van des suppliants Werken, zonder consent van den suppliant, in ‘t geheel of ten deele, ook niet onder eenen anderen tytel, in deze Provintie na te drukken, te doen nadrukken, of elders nagedrukt, alhier te verkoopen, by poene van vyftig goude Friesche Ryders, boven en behalven de consiscatie van alle zoodanige nagedrukte Exemplaren, t’elken reize te verbeuren; te appliceren een derdendeel ten behoeve van den Officier die de Calange zal doen, het tweede derdedeel ten behoeve van den Armen, en het resterende derdedeel ten profyt van den suppliant, zyne Erven, of ‘t recht van de zelve bekomen hebbende: Want wy het