Cathechismus,
Ofte Onderwijsinge in de Christelicke Leere, die in de Nederlandsche Gereformeerde Kercken en de Scholen geleert werd.
Den Eersten Sondagh.
Eerste Vrage.
WElck is uwen eenigen troost, beyde in't leven ende sterven ?
Antw. Dat ick met lijf ende ziele Ga naar margenoota, beyde in 't leven ende sterven Ga naar margenootb, niet mijn, maer mijns getrouwen Salighmakers Jesu Christi eygen ben, Ga naar margenootc die met sijnen dierbaren bloede, voor alle mijne sonden volkomelick betaelt Ga naar margenootd, ende my uyt alle gewelt des Duyvels verlost heeft Ga naar margenoote, ende alsoo bewaert Ga naar margenootf, dat sonder den wille mijns Hemelschen Vaders, geen hayr van mijnen hoofde vallen kan Ga naar margenootg, ja oock dat my alle dingh tot mijner saligheyd dienen moet. Ga naar margenooth Daerom dat hy my oock door sijnen Heyligen Geest des eeuwigen levens versekert Ga naar margenooti, ende hem voortaen te leven, van herten willigh ende bereyt maeckt. Ga naar margenootk
2 Vrag. Hoe veel stucken zijn u noodigh te weten, op dat gy in desen troost salighlick leven ende sterven meught ?
Antw. Drie stucken. Ga naar margenootl Ten eersten: Hoe groot mijne sonden en elende zy. Ga naar margenootm Ten anderen: Hoe ick van alle mijne sonden ende elende verlost werde. Ga naar margenootn Ten derden: Hoe ick Godt voor sulcke verlossinge sal danckbaer zijn. Ga naar margenooto