Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige Mannen
(1707)–François Halma– AuteursrechtvrijDe Cl Psalm. Ga naar margenoot+
LOoft Godt in zyn heiligdom, Ga naar margenoot+
Zynen grooten naam alom.
Looft hem in den hemelboog,
Uitgespannen boven 't oog.
Looft den Heer, wiens mogentheden Ga naar margenoot+
Menigvuldig zyn gedacht.
Looft hem wegens zyne kracht,
En zyn werking hier beneden.
2 Looft hem met het schel geklank Ga naar margenoot+
| |
[pagina 530]
| |
Der bazuine en met gezangk:
Looft hem met de harp en luit,
Ga naar margenoot+Met de trommel en de fluit,
Laat de snaaren helder klinken
Van des Heeren eere en lof,
Dat het styge aan 't starrenhof,
Daar de schitterlichten blinken.
Ga naar margenoot+3 Looft hem met den orgeltoon,
Met cymbaalen, hel en schoon
In hun klanken en geluit.
Galmt den lof des Heeren uit,
Al wat adem heeft en leven;
Ga naar margenoot+Zingt met blyschap t'zyner eer,
Halelujah, looft den Heer,
Boven 't hemelruim verheven.
End der CL. Psalmen van David. |
|