Huwelijk en gezin in Holland in de 17de en 18de eeuw
(1985)–Donald Haks– Auteursrechtelijk beschermdDonald Haks, Huwelijk en gezin in Holland in de 17de en 18de eeuw. HES Uitgevers, Utrecht 1985
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Huwelijk en gezin in Holland in de 17de en 18de eeuw van Donald Haks uit 1985.
redactionele ingrepen
p. 1: onstaan → ontstaan: ‘... maar wat ons hier interesseert is vooral de discussie die in die vijftien jaar rond het ontstaan van het moderne gezin is losgekomen.’
p. 145: Tabel 10 kan in de digitale versie niet in de volle breedte worden weergegeven. Daarom is het deel met betrekking tot het ‘Platteland’ in tweeën gedeeld.
p. 192: Tabel 14 kan in de digitale versie niet in de volle breedte worden weergegeven. Daarom is deze tabel in tweeën gedeeld.
p. 205: Tabel 20 kan in de digitale versie niet in de volle breedte worden weergegeven. Daarom is deze tabel in tweeën gedeeld.
p. 208: Tabel 23 kan in de digitale versie niet in de volle breedte worden weergegeven. Daarom is deze tabel in tweeën gedeeld.
p. 240-286: De noten zijn bij de bijbehorende nootverwijzingen op de betreffende pagina's geplaatst. De kop ‘Noten’ en de pagina's 240-286 zijn hierdoor komen te vervallen.
p. 296: eithteenth → eighteenth: ‘Whether such a family existed in seventeenth and eighteenth century Holland is the focal question of this study.’
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. VI, XIV en 306) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
HUWELIJK EN GEZIN IN HOLLAND IN DE 17DE EN 18DE EEUW
[pagina II]
HES HISTORISCHE HERDRUKKEN XX
[pagina III]
Donald Haks
Huwelijk en gezin in Holland in de 17de en 18de eeuw
Processtukken en moralisten over aspecten van het laat 17de- en 18de-eeuwse gezinsleven
H&S HES UITGEVERS / UTRECHT 1985
[pagina IV]
Omslag: schilderij toegeschreven aan Ludolph de Jongh, Interieur met een echtpaar en twee kinderen (Amsterdams Historisch Museum).
ISBN 90 6194 015 X
© 1985 HES Uitgevers, Postbus 129, 3500 AC Utrecht
Behoudens uitzondering door de Wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht, c.q. de uitgever van deze uitgave, door de rechthebbende(n) gemachtigd namens hem (hen) op te treden, niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoeding voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17 lid 2, Auteurswet 1912 en in het K.B. van 20 juni 1974 (Stb. 351) ex artikel 16b Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden.
No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
[pagina VII]
Inhoud
VOORWOORD | xv | |
WOORD VOORAF BIJ DE TWEEDE DRUK | xvii | |
HOOFDSTUK I HET GEZIN TIJDENS HET ANCIEN REGIME: EEN HISTORIOGRAFISCH OVERZICHT | 1 | |
1. | Inleiding
belangstelling voor de geschiedenis van het gezin, 1; de begrippen ‘modern’ en ‘conjugaal’ gezin, 1-2; |
1 |
2. | Sociologische notities over het ontstaan van het
conjugale gezin
Goode en König, 2; de ‘loi de contraction’ van Durkheim, 2-3; het specialisatieproces en het conjugale gezin, 3; sociale gelaagdheid en het conjugale gezin, 3-4; ideologie en het conjugale gezin, 4; een aantal veronderstellingen, 4; |
2 |
3. | Een baanbrekend werk; L'enfant et la vie familiale
sous l'Ancien Régime
Ariès' visie op de geschiedenis van familie en gezin, 4-5; aanzetten tot verklaring in het werk van Ariès, 5-6; |
4 |
4. | Historische demografie en erfrecht: een suggestieve
vergelijking
de ‘famille souche’ van Le Play, 6; bevindingen van Laslett over het Engelse huishouden, 6-7; Laslett gekritiseerd, 7-8; het huishouden in het licht van het erfrecht, 8-9; conclusie, 9; |
6 |
5. | De katholieke en protestantse leer over huwelijk en
gezin
invloed van de kerk, 9; Reformatie en Contra-Reformatie één in streven naar gereglementeerde huwelijkssluiting, 9; ontwikkelingen in het katholieke denken, 9-11; calvinistische gezinsmoraal, 11; katholicisme, calvinisme en het conjugale gezin, 12; |
9 |
6. | Het gezin tijdens het Ancien Régime: een nadere
beschouwing
verwanten, 12-13; sociale controle, 13; voor- en buitenechtelijk seksueel verkeer bemoeilijkt door vrees zwangerschap, 13-14; kwantitatieve gegevens over voorechtelijke zwangerschap en onwettigheid, 14; verschillende verklaringen, 15; endogamie, 15-16; hoe ‘vrij’ was de partnerkeuze?, 16-17; in moraal was patriar- |
12 |
[pagina VIII]
chalisme sleutelwoord, 17; de vrouw in het gezin, 17-18; de jongere in het gezin, 18-19; dienstdoenden in het gezin, 19-20; opkomst van de huiselijkheid, 20; katholieken en protestanten over scheiding van het huwelijk, 20-22; wetgeving, 22; processen, 22-23; | ||
7. | Drie auteurs: Shorter, Stone en Flandrin
Shorter: kapitalisme en gezin, 23-24; Stone: de ‘closed domesticated nuclear family’ en de burgerij, 24-25; Flandrin: de katholieke kerk, gezin en geboortebeperking, 25-27; |
23 |
8. | Drie factoren: specialisatie, burgerij en
protestantisme
het conjugale gezin eerder in Engeland dan in Frankrijk en bij de burgerij vroeger dan bij andere groepen, 27; Engeland eerder gespecialiseerd dan Frankrijk, 27-28; niet alleen de burgerij?, 28-29; protestantisme en geboortebeperking, 29-30; |
27 |
9. | Amerika: ‘La famille démocratique’
het gezin bij de eerste generaties kolonisten, 30-32; veranderingen vanaf het eind van de 17de eeuw, 32-33; De Tocqueville over de ‘famille démocratique’, 33; |
30 |
10. | Conclusie
de visie van Le Play, Riehl en Ariès aangetast of genuanceerd, 33-34; |
33 |
HOOFDSTUK II VERWANTEN EN BUREN | 35 | |
1. | De verboden graden
verwantschapsbetrekkingen en verboden graden van verwantschap, 35; verklaringen voor de verboden graden, 35-36; de theorie van Schelsky, 36-37; welke huwelijken waren verboden?, 37-39; onzekerheid over de verboden huwelijken, 39-40; problematische huwelijken, 40-41; dispensatie van huwelijken in aanverwantschap, 41-44; katholieken, joden en de verboden graden, 44-45; eerste afbakening in verwantschapsbetrekkingen, 45-46; |
35 |
2. | Moralisten over verwanten en buren
moralisten zwijgzaam over verwanten en buren, 46; wat voor contacten met welke verwanten noemen ze?, 46-47; Martinet over buren, 47-48; |
46 |
3. | Verwanten in correspondentie en mémoires
De Witt, de gebroeders Van der Goes en Droste, 48-49; door hen genoemde verwanten, 49-51; met kleinere kring intensieve contacten, 51-52; |
48 |
4. | Een bron en haar problemen
zijn in processtukken genoemde verwanten representatief?, 52-53; is de verwantschapsbetrekking vermeld?, 53; het probleem van de verwantschapstermen, 53-54; |
52 |
[pagina IX]
5. | Verwanten en buren in processtukken
in processtukken genoemde verwanten, 55-57; verwanten, buren en de ongehuwde moeder, 57-58; verwanten en de partnerkeuze, 58-59; verwanten, buren en echtelijke problemen, 59-60; conclusie, 60; |
55 |
6. | Wijk en buurt in de stad en op het platteland
burenhulp en gemeenschapszin, 60-61; wijkindeling in steden: over Leiden, Haarlem en Den Haag meeste gegevens, 61; doel van de buurten, 61-62; organisatie van de buurten, 62-64; verloop van het buurtleven in de 18e eeuw, 64; publiek karakter van de bruiloft, 64-65; wens stil te trouwen, 65-66; sociale controle, 66-67; volksgerichten?, 67-69; |
60 |
HOOFDSTUK III ONGEHUWDE MOEDERS EN ONDERZOEK NAAR HET VADERSCHAP | 70 | |
1. | Moralisten over kuisheid en onkuisheid
moralisten over seksualiteit, 70-71; voorechtelijke beslaping een terugkerend onderwerp op synodes, 71-72; Van Hamelsveld en Le Francq van Berkhey over voorechtelijke gemeenschap, 72; waarom moralisten voorechtelijke gemeenschap afkeuren, 72-73; |
70 |
2. | Prostitutie
prostitutie als uitlaatklep voor monogamie, 73; aanwijzingen voor verbreiding prostitutie, 73-74; weinig bestraffingen van prostitutie, 74; |
73 |
3. | Voorechtelijke seksuele relaties
de vaderschapsactie als bron, 75; drie soorten voorechtelijke relaties, 75; de sociaal hogere man en lagere vrouw, 75-76; dienstboden als doelwit, 76-77; regenten, 77; contact tussen sociaal gelijken nader onderverdeeld, 77-78; trouwbelofte en voorechtelijk verkeer, 78-79; vluchtige seksuele contacten, 79-80; herbergen, feestdagen en kermis, 80; zondebesef en vrees voorzwangerschap, 80-82; |
75 |
4. | Ontdekking, zwangerschap en reacties
ontdekking, 82-83; opspraak, 83; abortus, 83-84; verbergen van zwangerschap, 84; kindermoord en te vondeling leggen, 84-85; het noemen van de vader tijdens het baren, 85-86; sociaal hoge mannen hebben greep op de lagere zwangere vrouw, 86; het aan huis brengen van het kind, 86-87; pogingen tot financiële schikking, 87; de weg naar de justitie, 87-88; |
82 |
5. | De vaderschapsactie: proces en gevolgen
keuren en juristen over de vaderschapsactie, 88-90; het bewijs en de het halve bewijs aanvullende eed, 90; de verklaring van de vroedvrouw, 90-91; de vonnissen, 91-93; de vonnissen onderver- |
88 |
[pagina X]
deeld, 93-94; de bedragen voor dotatie, kraamkosten en alimentatie, 94-96; | ||
6. | De vaderschapsactie: kwantitatieve aspecten
percentage huwelijken met voorechtelijke conceptie, 96-97; aantallen vaderschapsacties, 97-98; aantal vaderschapsacties is relatief gering, 98-100; percentage onwettig geboren kinderen, 100-102; verklaringen voor kwantitatieve ontwikkelingen, 103-104; |
96 |
HOOFDSTUK IV DE KEUZE VAN EEN HUWELIJKSPARTNER | 105 | |
1. | Huwelijksraadgevers
doelstellingen van het huwelijk, 105-106; overeenkomst in leeftijd, sociale status en godsdienst gewenst, 106-108; liefde boven stoffelijk gewin, 108-109; ouders hebben het laatste woord, 109; |
105 |
2. | Omgang
Goode over het kanaliseren van de partnerkeuze, 109-110; de totstandkoming van de partnerkeuze volgens processtukken, 110-111; pand en schriftelijke trouwbelofte, 111; kweesten op de Noordhollandse eilanden, 111-112; bijeenkomsten van de huwbare jeugd, 112-113; coterieën en bals bij de hogere groepen, 113; functie van de ontmoetingen in jeugdverband, 113; de theorie van Goode bevestigd, 113-114; |
109 |
3. | Wet en ouders
de noodzaak van een nieuwe huwelijkswetgeving, 114; de Politieke Ordonnantie, 114-115; aanvullingen op de Politieke Ordonnantie, 115; het huwelijk voor de kerk ‘eensdeels Kerkelyck eensdeels Polityck,’ 115-116; ouders en partnerkeuze, 116-118; processen over partnerkeuze, 118-119; |
114 |
4. | De bindende trouwbelofte
een trouwbelofte kan niet eenzijdig worden ontbonden, 119; vragen rond de bindende trouwbelofte, 119-120; animo tot procederen gering, 120-121; bemoeienis van ouders met het proces om de trouwbelofte, 121; argumenten voor verbreking van de trouwbelofte, 122; het bewijs, 122-123; de vonnissen, 123-124; afschaffing van de bindende trouwbelofte, 124-125; |
119 |
5. | Fraudeurs en schakers
fraude bij de huwelijkssluiting, 125-126; schaking, 126-127; de overheid en schaking, 127-128; |
125 |
6. | ‘Soort zoekt soort’ in hoeverre bestond er endogamie?, 128; weinig gegevens over huwelijksleeftijd, 128-129; het kohier van 1749 als bron voor de sociale achtergrond van huwelijkspartners, 129-131; beperkte so- |
128 |
[pagina XI]
ciale vermenging, 131; Van Tulder over de 20ste eeuw, 131-132; protestantse en katholieke kerk tegen rooms-gereformeerde huwelijken, 132-133; het plakkaat van 1755, 133-134; aantal rooms-gereformeerde huwelijken, 134-135; problemen rond rooms-gereformeerd huwen, 135; | ||
7. | Materiële en affectieve overwegingen
theoretische problemen bij onderzoek naar huwelijksmotivatie, 136; het materiële motief, 136-138; affectie, 138-140; |
136 |
8. | Slotopmerking
invloed ouders groot, maar initiatief bij jongere, 140; |
140 |
HOOFDSTUK V PATRIARCHALISME? | 141 | |
1. | De omvang en samenstelling van het huishouden
begripsaanduidingen in woordenboeken en encyclopedieën, 141-143; omvang en samenstelling in Holland, 143-148; Holland, Overijssel en Engeland, 148-149; begripsaanduidingen en demografie, 149-150; |
141 |
2. | De maritale macht
moralisten over de verhouding tussen man en vrouw, 150-153; de rechtspositie van de vrouw, 153-154; het proces om de maritale macht, 154-155; ‘heerszucht’ van de gehuwde vrouw, 155-156; economische activiteiten van de vrouw, 156-157; |
150 |
3. | Ouders en kinderen
wetgeving over ouders en kinderen, 157-158; opgroeien in de huiselijke kring, 158-160; het kind als kleine volwassene?, 160-162; literatuur over het kind, 162; onderwijshervormingen, 162-163; kinderboeken, 163-164; plichten van ouders en kinderen, 164-167; |
157 |
4. | Huispersoneel
kwantitatieve gegevens, 167-168; moralistische beschouwingen, 168; dienstbodenreglementen en rechtspraak als bron, 168-169; totstandkoming van de (ver)huur, 169-170; besteedsters, 170; loon en loonconflicten, 170-171; duur van de dienst, 171-172; beëindiging van de dienst en ontslag, 172-173; klachten en ruzies, 173; een zakelijke verhouding, 173-174; |
167 |
HOOFDSTUK VI SCHEIDING VAN TAFEL EN BED EN ECHTSCHEIDING | 175 | |
1. | Moralisten over huwelijkse problemen
‘Der is geen huys sonder kruys’, 175; oorzaken van onenigheid, 175-176; lijdzaamheid als remedie, 176-177; |
175 |
[pagina XII]
2. | Het recht en zijn critici
beperkingen van wet en rechtspraak als bron, 177-178; kanoniek recht en protestantse opvattingen, 178-179; wetgeving in Holland, 179-180; 18de-eeuwse ontwikkelingen, 181-184; |
177 |
3. | Scheiding van tafel en bed: kwantitatieve aspecten
absolute totalen in Leiden, Maassluis en Wassenaar, 184-187; percentages, 187; factoren die het echtscheidingsrisico verhogen, 187-190; sociale antecedenten, 190-193; eerste en latere huwelijken, 194; duur huwelijk, 194-195; echtparen met kinderen, 195; rooms-gereformeerde huwelijken, 195-196; |
184 |
4. | Scheiding van tafel en bed: omstandigheden en
gevolgen
mishandeling, 196-197; andere klachten, 197; lijdzaamheid, 197-198; bemoeienis van verwanten en buren, 198; initiatief tot scheiding bij de vrouw, 198-199; gevolgen van de scheiding van tafel en bed, 199; boedelscheiding, 199-200; zorg voor de kinderen, 200; scheiding van tafel en bed soms een tussenstation naar echtscheiding, 200-201; |
196 |
5. | Echtscheiding: kwantitatieve aspecten
variatie in terminologie, 201; absolute totalen en percentages in Rotterdam, Leiden, Maassluis en Wassenaar, 201-203; antecedenten van gescheiden echtparen in Leiden, 203-206; |
201 |
6. | Echtscheiding: omstandigheden en gevolgen
echtscheidingsgronden in Rotterdam, Leiden, Maassluis en Wassenaar, 206-207; interpretatie van echtscheidingsgronden door de rechtsprekers, 207-210; de ‘grote leugen’, 210-211; gemeenschappelijke omstandigheden bij overspel en verlating, 211; specifieke omstandigheden bij overspel en verlating, 213; duur van de huwelijken, 213-214; gevolgen van echtscheiding, 214; |
206 |
7. | Slotopmerkingen
wat zijn de cijfers waard?, 214-215; waarom zo weinig scheidingen?, 215; verschil tussen stad en land, 215-216; verschil per sociale groep, 216; sociaal-culturele verklaring voor toenemend aantal scheidingen, 216-217; sociaal-economische verklaring, 217-218; |
214 |
CONCLUSIES | 219 | |
Conclusie: 1
beperkingen van de studie, 219; het conjugale gezin in overheersende mate aanwezig in Holland, 219-221; ontwikkelingen in huwelijk en gezin, 221-222; |
219 | |
Conclusie: 2
het gezin in Holland past in een Noordwest-Europees gezinstype, 223-224; Shorter, het marktkapitalisme en Holland, 224-226; |
223 |
[pagina XIII]
Stone, de burgerij en Holland, 226-228; Flandrin, katholicisme, protestantisme en Holland, 228-231; | ||
BIJLAGE: SCHRIJVERS EN HUN BRONNEN | 232 | |
NOTEN | 240 | |
BRONNEN EN LITERATUUR | 287 | |
LIJST VAN TABELLEN, FIGUREN EN ILLUSTRATIES | 294 | |
GEBRUIKTE AFKORTINGEN | 295 | |
SUMMARY | 296 | |
REGISTER | 300 |