379 Perizonius, Jacobus
Appingedam, 26 oktober 1651 - Leiden, 6 april 1715
Als zoon van de Deventer hoogleraar in de oosterse talen Antonius Perizonius, studeerde Jacobus aanvankelijk letteren in Deventer (1666), later te Utrecht (1671) en Leiden (1674). Na enige jaren werd hij ook zelf hoogleraar en wel in de geschiedenis en welsprekendheid in Franeker (1681). In zijn onderwijs beperkte hij zich niet tot de geschiedenis van de Romeinen, zoals destijds gebruikelijk was, maar behandelde hij ook die van de andere Europese volkeren. Zeer vaak polemiseerde hij met andere geleerden. In 1693 verruilde hij zijn Franeker leerstoel voor de Leidse, waar hij bovendien Grieks zou doceren. In 1701 werd zijn leeropdracht uitgebreid met de historia Foederatae Belgicae. Zijn vermaardheid als docent en geleerde verwierf hij zich door zijn druk bezochte colleges en vele publikaties, waaronder voor het merendeel filologisch werk.
a Animadversiones historicae in quibus quamplurima in priscis Romanarum rerum, sed utriusque linguae autoribus notantur, multa etiam illustrantur atque emendantur, varia denique antiquorum rituum eruuntur, et uberius explicantur. Amstelaedami 1685 [470 pp.; 8o]; Altenburgi 1771.
b Oratio de usu atque utilitate Graecae Romanaeque linguae, eloquentiae, historiae, et antiquitatis, in gravioribus disciplinis. Lugduni Batavorum 1693 [28 pp.; 4o]; Lipsiae 1694; in: J.E. Kappius, ed., Clarissimorum virorum orationes selectae. Lipsiae 1722, 135-178; in: J. Perizonius, Orationes XII ... Lugduni Batavorum 1740, 51-102.
c Oratio de fide historiarum contra Pyrrhonismum historicum. Lugduni Batavorum 1702 [51 pp.; 4o]; in: J. Perizonius, Orationes XII ... Lugduni Batavorum 1740, 103-154.
d Rerum per Europam maxime gestarum ab ineunte saeculo sextodecimo usque ad Caroli V. mortem etc. commentarii historici. Lugduni Batavorum 1710 [671 pp.; 8o], 1716.
e Origines Babylonicae et Aegyptiacae tomis II. Quorum prior Babylonica, et turris in terra sinear exstructae, ac dispersionis hominum ex ea, rationem ac historiam