378 Pelsaert, Francisco
(Antwerpen?), (1595?) - Batavia, voor 13 september 1630
Pelsaert had een katholieke achtergrond maar ging om economische redenen in 1615 naar Zeeland en nam er dienst bij de Verenigde Oostindische Compagnie. In 1617 bleef hij na de overtocht in Bantam, in 1620 was hij onderkoopman. Vervolgens vertrok hij naar de kust van Coromandel om vandaar door te steken naar het westen bij Surat. Als koopman kreeg hij in 1624 de leiding van het kantoor te Agra. Onenigheden deden hem in 1627 naar Amsterdam gaan, maar het volgende jaar voer hij weer naar het oosten. In 1629 werd hij raad extraordinaris van de gouverneur-generaal. In dat jaar leed hij een onfortuinlijke schipbreuk op de kust van West-Australië, waarna hij schip en bemanning in de steek liet en overhaast naar Batavia terugkeerde. Dit deed zijn carrière geen goed. Zelf deed Pelsaert verslag van de gebeurtenissen.
a Kroniek van Mughal Indië 1537-1627, in: D.H.A. Kolff, H.W. van Santen, ed., De geschriften van Francisco Pelsaert over Mughal Indië, 1627. Kroniek en remonstrantie. Werken uitgegeven door de Linschoten-vereeniging LXXXI. 's-Gravenhage 1979, 61-242 [8o].
De imperio magni Mongolis sive India vera commentarius. Lugduni Batavorum 1631 (2 drukken).
Dit werk van J. de Laet* bevat een groot deel van het manuscript van Pelsaert in Latijnse vertaling.
The empire of the great Mogol: a translation of De Laet's ‘Description of India and fragment of Indian history’. S.N. Banerjee, ed. Bombay 1928.
Brij Narain, Sri Ram Sharma, ‘A contemporary Dutch chronicle of Mughal India’, The journal of the Bihar and Crissa society, XXVIII (1942) 121-151; The journal of Mughal India, XXIX (1943) 36-54; The journal of the Bihar research society, XXXI (1946) 197-296.
Een uitgave van het geheel verscheen in Calcutta 1957.