74 Bor, Livinus
Leiden, (1621?) - Ambon, 5 januari 1669
In 1639 trad Bor in dienst van de Verenigde Oostindische Compagnie. Hij werd assistent op Ternate. Daar hij naar alle waarschijnlijkheid onregelmatigheden in het bestuur ontdekte, stuurde men hem in 1645 wegens ongeschiktheid naar Batavia terug. Vijf jaar later was hij assistent op Ambon. Aan het eind van 1650 werd hij benoemd tot secretaris van Arnold de Vlaming van Oudshoorn, die een opstand op Ambon moest onderdrukken. Deze rebellie duurde tot 1656, waarna Bor onmiddellijk zijn bevindingen noteerde: het voorwoord van zijn boek is gedateerd Batavia, 30 augustus 1657. In 1661 ging Bor als fiscaal naar Formosa, dat echter in 1662 voor de Nederlanders verloren ging. Na zijn terugkeer naar Ambon vroeg hij in 1664 ontslag uit de dienst.
a Amboinse oorlogen, door Arnold de Vlaming van Oudshoorn als superintendent over d'Oosterse gewesten oorlogaftig ten eind gebracht. Delft 1663 [369 pp.; 12o].